Farmaceutisch familiebedrijf Chiesi draagt een steentje bij aan het voorkomen van COPD. Uit principe. ‘Wij willen niet stoppen bij het leveren van medicatie.’
Longschade door COPD staat volgens wereldgezondheidsorganisatie WHO in de mondiale top drie van doodsoorzaken. Dat wil zeggen dat jaarlijks miljoenen mensen eraan overlijden. Ook in Nederland zijn de cijfers overweldigend. Officieel staan 600 duizend Nederlanders te boek als COPD-patiënt, al zijn er aanwijzingen dat het totaal op een miljoen ligt. Toch is COPD bij veel mensen nog onbekend. Chronic Obstructive Pulmonary Disease is een chronische, ongeneeslijke longziekte waarbij longweefsel is beschadigd of zelfs vernietigd. Een patiënt is vaak kortademig en benauwd. Dat COPD bepaald geen onschuldig kuchje is, vertelt Maarten van den Broek, directeur duurzaamheid bij farmaceutisch bedrijf Chiesi. ‘In het ernstigste stadium kan zelfs twee meter lopen voor een COPD-patiënt niet te doen zijn. Hij of zij heeft dan ook vaak mantelzorg nodig. Dat maakt de impact van COPD enorm.’
Het stigma rond COPD
Er zijn verschillende oorzaken van COPD. De belangrijkste: ongezonde lucht en – vooral – roken. Volgens Van den Broek zit daar een groot probleem. ‘Rokers denken te vaak dat het hun eigen schuld is dat ze COPD krijgen en gaan dan niet op zoek naar de zorg die ze verdienen. Dat stigma van schaamte en schuld willen we laten verdwijnen, want COPD is niet verwijtbaar. Maar wél vermijdbaar. Daaraan leveren we als Chiesi graag een bijdrage.’ Met dat laatste doelt Van den Broek niet alleen op de innovatieve geneesmiddelen waarmee Chiesi COPD-klachten verlicht. Maar zeker ook op de oorzaken die het Italiaanse bedrijf wil aanpakken. ‘Wij zijn een familiebedrijf dat impact op de lange termijn belangrijker vindt dan winst op de korte termijn. Wij willen niet stoppen bij het leveren van medicatie, we moeten de ambitie hebben om COPD te stoppen.’
Preventie van de longziekte
Van den Broek realiseert zich dat dat wellicht wat vreemd klinkt uit de mond van een farmaceutisch bedrijf. Immers, hoe minder COPD-patiënten, hoe minder business. ‘Je hoeft je geen zorgen te maken om Chiesi. Helaas stijgt het aantal patienten nog altijd en merken we pas op de lange termijn de effecten van wat we als maatschappij nú doen om COPD te voorkomen. In die periode vinden we vast andere luchtwegaandoeningen waarbij wij van betekenis kunnen zijn.’ Verder is Van den Broek enthousiast maar bescheiden over de rol die Chiesi heeft bij de preventie van COPD. ‘Er zijn al heel veel partijen die hard werken. Onze rol is vooral een ondersteunende. Denk aan het op de kaart zetten van COPD in samenwerking met bestaande organisaties, zoals COPD Huis JAN en Rookpreventie Jeugd. Maar ook een politieke lobby om de overheidsdoelstelling van een rookvrije generatie in Nederland te versnellen van 2040 naar 2030. Elk jaar eerder scheelt 20.000 doden door roken. Er moet echt iets gebeuren. Als we vandaag niets doen, verandert er ook niets.’