De energiecrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne heeft de discussie over de energietransitie totaal veranderd. Betaalbaarheid is nu de belangrijkste driver. Heel lang was duurzame energie synoniem voor duur en onvoorspelbaar. Dat is nu omgekeerd.
Fossiele energie stond synoniem voor betaalbaar en betrouwbaar. Nu zien we precies het tegenovergestelde en is fossiel duur en onvoorspelbaar,” constateert Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging van Duurzame Energie (NVDE). “Grote bedrijven en datacenters die langlopende energiecontracten hebben afgesloten, met bijvoorbeeld bouwers van een windpart op zee, zijn nu opeens spekkoper. Die zijn nu de kampioenen van de energie-inkoop.” NVDE heeft een onderzoek laten uitvoeren over de energietransitie door Motivaction. “Betaalbaarheid staat nu op 1, onafhankelijkheid op 2 en het klimaat op plek 3. Er zijn ook drie keer zoveel Nederlanders die enthousiast zijn over zonnepanelen en windmolens in de eigen gemeente. In die zin is het razend interessant wat er gebeurt. Heel veel consumenten en bedrijven kijken wat ze kunnen doen om te verduurzamen, tot aan lid worden van een eigen energie-coöperatie” Het zorgt ook voor nieuwe bewustwording, zoals winkeliers die hun deuren in de winter niet meer open willen laten staan, omdat het niet meer te betalen is.
Groene waterstof
Groene waterstof is een van de alternatieven voor aardgas. “Ik zie waterstof als een belangrijk onderdeel van een breed palet aan alternatieven voor aardgas.” Waarbij waterstof op een essentiële eigenschap eruit springt, vertelt Van der Gaag. “Het heeft het bijzondere kenmerk dat je er nagenoeg letterlijk hetzelfde mee kunt doen als met aardgas. Daarom is er veel aandacht voor. Het enige punt is dat er nog wel een aantal jaren nodig zijn om tot een serieus volume te komen. Het zit op een andere tijdlijn dan de acute gascrisis. De meeste andere alternatieven zullen daardoor sneller impact hebben om los te komen van onze afhankelijkheid van aardgas.” In eerste instantie is een begin gemaakt met blauwe waterstof uit aardgas, waarbij de CO2 wordt afgevangen en onder de grond opgeslagen. “Kijk je met de bril van onafhankelijkheid van aardgas, dan is dat geen oplossing.” Wie meer dan vijf jaar vooruit durft te kijken, komt uit bij groene waterstof gemaakt uit duurzame elektriciteit. “Dit jaar hebben we zo’n 40 procent meer stroom uit zon en wind. Jaar in, jaar uit komt er een groot windpark op zee bij. Dus de ontwikkeling van duurzame elektriciteit gaat heel hard.” Daarbij heeft Nederland een aantal troeven in handen. “We hebben vanouds een enorm netwerk aan gaspijpen, zowel op land als op zee, en we hebben een sterke offshore industrie.” En nog belangrijker: “We hebben de mooiste zee ter wereld voor windenergie. De zee is niet diep en de wind is hard, dus de opbrengst per molen is groot. Het oppervlak op zee is anderhalf keer zo groot.” Een innovatie waar hard aan wordt gewerkt, is de productie van groene waterstof op zee. Van der Gaag gebruikt de hoogovens in IJmuiden als voorbeeld om de potentie aan te geven. “Als je van Tata Steel een groen bedrijf wilt maken, dan heb je zo’n 300 à 400 windmolens op zee nodig. Die kunnen de groene waterstof leveren.”
SDE-subsidie
Een kenmerk van energie-investeringen is dat de kosten aan de voorkant zitten, stelt Van der Gaag. “De meeste investeringen doe je voor 15, 20 jaar vooruit. Bij een windmolen heb je zelfs in een keer 90 procent van je kosten. Je moet dus zekerheid hebben over de lange termijn. Dat is waar de SDE++-regeling een prachtige rol in speelt. Met de SDE-subsidie dempt de overheid het risico. De subsidie biedt bedrijven de zekerheid dat er een bodem zit in de energieprijs die ze gaan krijgen.” Omgekeerd betaalt de regeling geen geld uit als de energieprijzen heel hoog zijn, zoals nu. “Op dit moment is er waarschijnlijk niet een project dat SDE-subsidie ontvangt.” Twee jaar geleden, tijdens de coronapandemie, was precies het omgekeerde het geval. “Zo’n vorm van zekerheid is cruciaal.” Hij constateert dat er nooit één beleidsmaatregel is ‘waarmee je het varkentje kunt wassen’: “Zeker mkb’ers hebben ook laagdrempelig kapitaal nodig om de investering te kunnen financieren.” Van der Gaag besluit: “Omdat we zo’n haast hebben met de energietransitie zullen we meer met normen en prestatie-eisen moeten gaan sturen.” Als voorbeeld noemt hij het besluit van de Europese Unie dat vanaf 2035 geen auto’s meer mogen worden verkocht met verbrandingsmotor. “Dat is een goede vorm van sturing omdat je duidelijkheid geeft welke kant het op gaat, als je vervolgens met subsidies ervoor zorgt dat bedrijven niet in concurrentieproblemen komen en dat huishoudens de rekening kunnen betalen.”