De levensmiddelensector speelt een grote rol bij de belangrijke transities en voedselvraagstukken: duurzaamheid, gezondheid, CO2-reductie en klimaat. Daarbovenop komt de hoge inflatie en de oorlog in Oekraïne. FNLI-directeur Cees-Jan Adema is vol bewondering hoe de sector met tegenstroom omgaat en haar innovatieve kracht inzet voor onze voedselzekerheid.
“De kennis die we in Nederland hebben opgebouwd, met de Wageningen Universiteit en de R&D-faciliteiten van de bedrijven, maakt dat het belang voor de Nederlandse economie meer is dan alleen het bruto binnenlands product,” constateert Cees-Jan Adema. “We mogen wel wat trotser zijn op de sector,” benadrukt Adema. “Wageningen is toonaangevend. De aanwezige kennis en ervaring is internationaal steeds belangrijker en kan wel eens cruciaal zijn om in 2050 alle monden in de wereld te kunnen voeden.” Voedselzekerheid betekent dat we meer plantaardige eiwitten moeten gaan eten. In met name het oosten van Nederland is een Vegan Valley in opkomst van bedrijven die zich richten op vleesvervangers. “Internationale bedrijven strijken daar neer omdat ze willen gebruikmaken van de kennis en innovatiekracht in Nederland.”
Nutri-Score
“Als gevolg van de klimaatverandering kun je op minder plekken goed gewassen telen. Dat betekent dat je technologieën nodig hebt. Dat is typisch onderzoek waar Nederland goed in is, omdat we in het verleden ook heel goed zijn geweest in het optimaliseren van de landbouw.” Hetzelfde geldt voor de standaarden die Nederland hanteert op het gebied van voedselveiligheid en nutriënten. “Er wordt enorm veel aandacht besteed aan de traceerbaarheid en controle op het productieproces. Dat zorgt voor veel vertrouwen in de producten en kwaliteit die we leveren. Dit najaar introduceren we de ‘Nutri-Score’, waarmee consumenten in een oogopslag kunnen zien hoe gezond een product is.”
Energietransitie
Bij de energietransitie kijkt de sector steeds meer naar de hele keten. Hoe producten worden geproduceerd en toegeleverd, en hoe je de footprint kunt verlagen. “Dat vraagt om heel veel samenwerking ‘van boer tot bord’.” Adema benadrukt dat de sector meer dan gemiddeld bijdraagt aan energievermindering. “Bedrijven zijn daar bewust mee bezig.” Een punt van zorg is de bottleneck bij de overgang van gas naar duurzame stroom. “Je moet als bedrijf aangesloten zijn op de kabel waar de stroom uit komt. Daar moet je ook groene stroom uit krijgen. Daarvoor moet voldoende worden geïnvesteerd in de zwaarte van het netwerk. We lopen achter. Bedrijven ervaren in toenemende mate problemen om bij uitbreiding op tijd een aansluiting te krijgen. Dat betekent dat we fors moeten gaan investeren in de infrastructuur. Dat is wat ons betreft een van de grote uitdagingen van de komende tijd.”
Veerkracht
Terugkijkend op de Covid-19-pandemie constateert Adema een enorme veerkracht van de levensmiddelensector. “Ondanks alle moeilijkheden in de hele supply chainketen zijn we in staat geweest om alle schappen, iedere dag, gevuld te houden met betaalbaar eten. Dat is een formaat van een prestatie.” Dezelfde innovatie- en veerkracht ziet hij rondom de klimaat- en CO2-opgave, hoge inflatiecijfers en de oorlog in Oekraïne. De stijgende kosten vormen een uitdaging. “Je wilt voorkomen dat de prijzen in de supermarkten te hard stijgen.”
De stijgende kosten komen boven op de investeringen die nodig zijn voor de energietransitie. Adema roept de overheid op om voorlopig terughoudend te zijn met de belastingen op energie, zodat er ruimte blijft om te investeren en innoveren. “We willen een bijdrage leveren aan de energietransitie, veel voedingsbedrijven voeren een beleid naar CO2-neutraal in 2030. Er zijn zat plannen. Op dit moment gaan bedrijven gewoon door met de plannen, maar als de marges verder onder druk komen, wordt het steeds lastiger.” Adema geeft aan dat in de discussie over inkrimping van de landbouwsector in Nederland het internationale perspectief niet uit het oog moet worden verloren. “De uitdagingen stoppen niet bij de landsgrenzen. Op het moment dat je activiteiten naar het buitenland verplaatst, vermindert dat de CO2-druk niet.”
Internationaal georiënteerd
Er zijn bijna 7000 voedingsmiddelenbedrijven in Nederland. Meer dan 95 procent behoort tot het mkb. “Het is een heel diverse en internationaal georiënteerde sector. Als je het over de thuismarkt hebt, kun je de grens trekken op zo’n 800 km van Nederland. Van de totale productiewaarde gaat ruim de helft, zo’n 40 miljard euro, de grens over.”