Energie Nederland heeft dit voorjaar een rapport uitgebracht ‘Een laagdrempelige Energietransitie’. Hierin wordt het belang van een breed maatschappelijk draagvlak benadrukt. “Mensen meekrijgen bij een grote verandering die ze niet zelf hebben gekozen is lastig,” benoemt voorzitter Medy van der Laan van Energie Nederland het vraagstuk.
De energiesector staat voor de opgave om over te stappen op volledig duurzame bronnen zoals wind en zonne-energie. Een belangrijke uitdaging is het verduurzamen van woningen en een alternatief voor verwarmen met aardgas. Dit vraagt veel van de samenleving, constateert het rapport ‘Een laagdrempelige Energietransitie’. Van der Laan: “Als je bewoners denkt uiteindelijk te kunnen dwingen, neemt hun bereidheid om mee te denken direct zienderogen af.”
Betrouwbaar en betaalbaar
Van der Laan benadrukt het belang van een eerlijk verhaal. Vanuit het kabinet wordt ‘woonlastenneutraliteit’ gepredikt. Dit houdt in dat de maandelijkse lasten aan energie, hypotheek of huur gelijk moeten blijven. Van der Laan stelt vragen bij dat streven. “Een overheid kan niet garanderen dat elke oplossing voor elk individu betaalbaar en laagdrempelig is. Elke transitie kost geld. Als je gaat verhuizen heb je verhuiskosten. Dat geldt ook als je verhuist van de ene naar de andere energiebron. Dat kost geld.”
“In het onderzoek hebben we de vraag omgedraaid: met welke beleidskeuzes zou je mensen zo min mogelijk lastigvallen, en toch je doelstellingen halen. Dat begint met het stimuleren van laagdrempelige, betaalbare technologie en isolatiestappen. Een woning isoleren tot energielabel C kun je binnen een redelijke termijn terugverdienen.”
Tegelijkertijd zijn er bewoners die geen keuze hebben. “Daar moet je oog voor hebben in je beleid. Als de verhuurder de woning niet wil isoleren en de overheid als verduurzamingsprikkel de komende jaren de belasting op gas hoger maakt, gaat de rekening voor die mensen omhoog.” Van der Laan benadrukt dat je een eerlijk gesprek moet aangaan met de samenleving. “Voor levensmiddelen, benzine en kleding en allerlei andere producten vinden we het normaal dat prijzen fluctueren. Zodra het om stroom en aardgas gaat, gelden er andere normen. Dat is politiek begrijpelijk, tegelijkertijd heb je het dilemma dat je een transitie moet bekostigen. Er worden miljarden geïnvesteerd die via de energierekening worden opgebracht.”
Haalbare alternatieven
“Bij alle innovaties moet je eerst het aanbod op gang brengen. Dat is ook gebeurd met hernieuwbare energie zoals wind en zon. De wereld, en Nederland dus ook, heeft altijd gekozen voor gas en kolen omdat het verreweg de goedkoopste vorm van stroomopwekking was. Dat is de reden waarom er voor zonne- en windenergie in eerste instantie subsidie nodig was. Tot 2025 blijft het aanbod ondersteund door subsidies, daarna moet het zichzelf bedruipen.”
De inzichten en opgaven veranderen zo snel dat de energiesector steeds moet inspelen op nieuwe ontwikkelingen, terwijl een beetje investering minstens 15 à 20 jaar nodig heeft om terugverdiend te worden. In 2013 lag de focus op het sluiten van kolencentrales. Als alternatief werd tot 25% stoken op biomassa overeengekomen. “Het was de enige manier om snel op te schalen om de doelen voor het percentage aan duurzame energie in 2020 en 2023 te halen,” aldus Van der Laan. Ze constateert dat er de komende jaren nog geen goede vervanging voor biomassa is. “Het gaat steeds om balans. Je moet accepteren dat je zonder biomassa de doelstellingen niet haalt en het extra beslag op de ruimte qua wind- en zonne-energie is uiteindelijk begrensd. In 2016 hebben we als energiebedrijven ons tot doel gesteld om voor 50% hernieuwbare energie te gaan. Dat neemt niet weg dat het systeem voorlopig niet zonder aardgas kan. We kunnen de Nederlandse samenleving nog niet volledig voorzien van groene stroom. Maar de ambities zijn hoog: met een forse opschaling van o.a. wind op zee, wind op land en zon hopen we in tien jaar tijd van 12 naar 70% duurzaam in 2030 te gaan.”
Verkiezingen in 2021 De belangrijkste opgave voor de toekomst is de match tussen vraag en aanbod, constateert Van der Laan. “De groei van het aanbod en de groei van de vraag moet gelijk opgaan. Als we opschalen met wind op zee, moet de vraag naar groene stroom op dezelfde wijze omhoog. De vraag moet meegroeien. Dat is best lastig. Als de industrie elektrificeert, kunnen wij meer windparken bouwen. Dat is de opgave van het komende kabinet, om daar een instrumentarium op te zetten dat die noodzakelijke balans in ogensogenschouw neemt.”