Hoe vroeger je darmkanker opspoort, des te beter is het te behandelen. Dankzij het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt darmkanker vaak al in een voorstadium ontdekt. Maart is wereldwijd darmkankermaand. Deze is bedoeld om mensen attent te maken op de zeven signalen die kunnen duiden op darmkanker.
Bloedverlies of slijm bij de ontlasting, buikklachten of een blijvend veranderd ontlastingspatroon zijn belangrijke signalen. Verminderde eetlust, loze aandrang – ‘je moet poepen, of je hebt het gevoel na de ontlasting dat er nog wat zit’ –, onverklaarbaar gewichtsverlies en extreme vermoeidheid en nachtzweten zijn de andere waarschuwingen om serieus te nemen. ‘Als je klachten hebt, moet je niet wachten op een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek en direct naar de huisarts gaan,’ benadrukt endoscopieverpleegkundige Josine Deen-Walop.
Met het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt onderzocht of er bloed in de ontlasting zit. Iedereen van 55 tot en met 75 jaar ontvangt hier elke twee jaar een uitnodiging voor. Je doet thuis een ontlastingstest, die je opstuurt.
Wanneer darmkanker in een vroeg stadium wordt vastgesteld, is de overlevingskans hoog. In dat geval is na vijf jaar ongeveer 95% van de mensen nog in leven. ‘Dankzij het bevolkingsonderzoek kun je darmkanker in een vroeg stadium ontdekken, zodat de kans op genezing groot is of zelfs kan worden voorkomen doordat je bijvoorbeeld een poliep weghaalt. Je bent er sneller bij. Je ziet iemand voordat hij of zij klachten heeft, waardoor de behandelmogelijkheden beter en minder ingrijpend zijn.’
Op gemak stellen
Als er bloed in de ontlasting wordt aangetroffen, wordt je uitgenodigd voor een onderzoek in een ziekenhuis of een coloscopiecentrum. Minder dan 1 op de 20 mensen krijgt na het bevolkingsonderzoek een brief met een doorverwijzing voor vervolgonderzoek. ‘Dat is belangrijk omdat we niet precies weten waar het bloed vandaan komt. Sommige mensen zeggen ‘Ik heb een aambei. Dat kan, maar dan nog willen we zeker weten dat het bloed ook niet nog vanuit de darm komt,’ stelt endoscopieverpleegkundige Inge Wignand-van der Storm.
‘Je krijgt binnen 10 dagen een intakegesprek. Met het gesprek kun je veel angst wegnemen en mensen op hun gemak stellen,’ vertelt Deen-Walop. ‘We vertellen eerlijk wat de scopie inhoudt en dat je meestal een roesje kunt krijgen. We leggen uit dat er bloed is gevonden en dat dit kan duiden op darmkanker, maar dat er ook heel veel andere, minder ernstige oorzaken kunnen zijn.’ Het kunnen bijvoorbeeld ook ontstekingen zijn of vaatafwijkingen. Meestal zijn het poliepen. ‘Als je die weghaalt, kun je daar darmkanker mee voorkomen.’
Dagbehandeling
Binnen 15 dagen na het intakegesprek vindt de scopie plaats. Dit is een dagbehandeling. Bij het onderzoek is een verpleegkundige aanwezig die goed in de gaten houdt hoe de patiënt zich voelt. ‘We begeleiden de patiënt om hem of haar zo comfortabel mogelijk door het onderzoek te loodsen,’ stelt Wignand-van der Storm. Bij de scopie wordt een scopieslang voorzichtig door de dikke darm opgevoerd tot de overgang naar de dunne darm, voor een inspectie van de darmwand. Voordat het onderzoek plaats kan vinden moet de darm goed schoon en leeg zijn zodat de darmwand goed geïnspecteerd kan worden. Daarvoor moeten mensen thuis laxeren. Hierover wordt tijdens het intakegesprek uitleg gegeven.
De patiënt krijgt meteen dezelfde dag, voordat deze naar huis gaat, de uitslag van het onderzoek te horen van de arts. ‘Het is fijn dat ze niet nog dagen in spanning zitten of er iets is gevonden.’ Afhankelijk van wat er gevonden wordt zijn er drie mogelijkheden:
- Er is niets gevonden. U hoeft pas over 10 jaar weer mee te doen met het bevolkingsonderzoek.
- Er zijn poliepen verwijderd. Daarna u komt mogelijk in een controletraject.
- Er is darmkanker of een grote poliep gevonden. U gaat hiervoor behandeld worden.
De darmkankerzorg is sowieso enorm goed geregeld in Nederland, stelt Deen-Walop. ‘Als we bij het onderzoek darmkanker constateren, krijgen mensen een vervolgtraject en begeleiding daarbij in het ziekenhuis. Er wordt snel geschakeld, zodat ze snel te horen krijgen wat de mogelijkheden zijn voor de behandeling.’ De verpleegkundigen eindigen met een advies. ‘Je hebt zelf invloed op de gezondheid van de darmen. Een gezonde leefstijl en goede voeding helpen.’