Mensen met een longziekte of COPD zijn vaak kortademig of benauwd. ‘Vertel je aan hen dat ze meer moeten gaan bewegen, dan voelt dat tegenstrijdig.’
‘Als je dagelijks kortademig en benauwd bent, zijn de kleine dingen al topsport’
De paradox is dat bewegen juist goed is, vertelt projectmanager Marion Foppele. ‘Een COPD-patiënt die weinig beweegt, voorkomt daarmee zoveel mogelijk dat hij kortademig is. En daarmee lijkt het of het goed gaat. Maar als je dat lang genoeg volhoudt, verslecht je daarmee je prognose. Want uiteindelijk gaan al je dagelijkse activiteiten ook kortademigheid veroorzaken.’ Met de Longuitdaging helpt Long Alliantie Nederland COPD- en andere longpatiënten om meer te bewegen.
Angst overwinnen
Op de vraag wat COPD-patiënten tegenhoudt om meer te bewegen, vertelt Foppele dat niet alleen de patiënt zelf angstig is, maar mogelijk ook de omgeving ook. ‘De partner of kinderen hebben meegemaakt hoe heftig een longaanval kan zijn. Partners of kinderen voelen zich machteloos bij het zien van een benauwde geliefde die met spoed moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Je wilt voorkomen dat dat weer gebeurt. Uit liefde ga je de patiënt zoveel mogelijk ontlasten. Het gevolg is dat mensen juist steeds minder gaan bewegen. Als zorgverlener moet je dus niet vergeten om de omgeving van de patiënt mee te nemen.’ Bovenop de angst hebben patiënten een gebrek aan energie en meestal ook andere onderliggende sociale en gezondheidsproblemen. ‘Vaak denken ze al: ik beweeg genoeg naar wat ik kan. Daar zit een discrepantie in.
Belang van bewegen
Om de negatieve spiraal te doorbreken hebben mensen mogelijk zelfs letterlijk een duwtje en ondersteuning nodig van een zorgprofessional die ze begrijpt,’ meent Foppele. ‘Het moet maatwerk zijn. Als je te horen krijgt dat je 3 kilometer moet gaan wandelen, terwijl 300 meter amper haalbaar is en het sociale vangnet het belang van bewegen niet direct inziet, wordt het heel lastig.’ De hulpverlener moet contact houden over de tegenslagen en vorderingen. Waar mogelijk moet de patiënt ook longtherapeutische hulp krijgen. Deze wordt vergoed vanuit het Basispakket van de zorgverzekering, benadrukt ze. Met De Longuitdaging* kan een zorg-, sport- of beweegprofessional een 20 weken wandelinterventie uitrollen voor een groep chronische longpatiënten. Daarmee ondervang je ook de eenzaamheid die vaak met een longziekte hand in hand gaat.
Topsport
‘COPD is topsport. Als je dagelijks kortademig en benauwd bent, zijn de kleine dingen al topsport. Een topsporter weet dat je over je eigen grenzen moet gaan om uiteindelijk je doel te behalen. Een COPD-patiënt moet over de angstdrempel heen om dát te bereiken wat belangrijk en nodig is.’ Bewegen is net zo belangrijk als medicatie, stelt Foppele. ‘Het is een progressieve ziekte. Je komt er nooit vanaf. Met bewegen kun je de prognose gunstig beïnvloeden en mogelijk de negatieve spiraal ombuigen. Zwakke spieren hebben meer zuurstof nodig. Daarom is bewegen zo belangrijk. Hoe beter je je spieren traint, hoe groter het uithoudingsvermogen is en hoe minder snel je vermoeid raakt. Op den duur ervaar je minder benauwdheid.’