Je kunt de beste mensen op de arbeidsmarkt voor je winnen, maar als je er niets mee doet, laat je veel potentieel liggen. Dat is talentverspilling en dat verzwakt een organisatie. Dat zegt prof. dr. Lidewey van der Sluis, hoogleraar strategisch talentmanagement aan de Nyenrode Business Universiteit, buitengewoon hoogleraar in Zuid-Afrika en veelgevraagd spreker op congressen en managementbijeenkomsten in binnen- en buitenland.
“In een organisatie kan een medewerker talent hebben en een talent zijn. Het eerste duidt op een eigenschap die is aangeboren of aangeleerd. Het tweede betreft een bepaalde status. Door de waardering die iemand krijgt, is iemand dan een talent”, aldus Van der Sluis. Organisaties onderkennen inmiddels het strategische belang van talent. Daarom wordt strategisch talentmanagement steeds belangrijker. “Dat gaat over het vinden, binden, boeien, laten groeien en bloeien en het snoeien van talent”, zegt Van der Sluis. “De economische ontwikkelingen dwingen organisaties om weloverwogen te investeren in talent en zich te ontwikkelen en profileren als een talentgerichte werkgever en lerende organisatie.”
Pas als een medewerker zijn of haar kwaliteiten ook daadwerkelijk inzet ten behoeve van het doel van de organisatie is talent hebben effectief.” Talent kun je zien als een spier, zo vervolgt de hoogleraar. Ieder mens komt met spieren ter wereld, zoals je ook met talenten wordt geboren. Maar als je spieren niet ontwikkelt, dan heb je er verder weinig aan. “Vanuit talentmanagement benader je de organisatie als een soort krachthonk. De mensen zijn de spieren van de organisatie. Door flink te trainen ontstaat een sterke organisatie. Dat is nodig want zij, de mensen, zullen de organisatie de toekomst in moeten dragen. De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van die kracht is een gedeelde verantwoordelijkheid van ieder individu en ieder team in de organisatie”.
Op de arbeidsmarkt ben je waardevol als iemand ziet dat je iets betekent voor de organisatie. Dat gaat niet vanzelf, want daarvoor moet je het geluk hebben dat iemand je ziet zitten, zegt Van der Sluis. “Dat is de menselijke kant van het vak. En die is op de arbeidsmarkt veel groter dan ons lief is. Of iemand je ziet zitten, kun je niet afdwingen. Iedereen heeft immers rafelranden en imperfecties. Zelfs de grootste helden, leiders en toppers in organisaties. Hoe kijk ik naar een ander? Daar gaat het om. Zie ik de positieve kanten van de ander of ben ik geneigd om de negatieve kanten te belichten? Mensen zijn naar mijn idee samen verantwoordelijk voor het creëren van een cultuur waarin groei en bloei van iedereen in de organisatie de norm is en waar de wil om van elkaar te leren en elkaar te helpen dominant is. In zulke organisaties worden onverhoopte imperfecties van mensen als het even kan toegedekt met de mantel der liefde omdat de intenties om het goede goed te doen aanwezig zijn.”
Of deze benadering ook in de praktijk wordt gebracht, hangt van de cultuur in de organisatie af. “Wat je nooit mag vergeten is dat de perfecte mens of kandidaat niet bestaat. Ieder mens heeft een mindere kant. Dit is de zogenoemde ‘dark side of talent’.” Wat ons als mensen waardevol maakt op de arbeidsmarkt is het feit dat we mens zijn, zo besluit Van der Sluis. “We hebben emoties, we zijn creatief en adaptief, we kunnen liefhebben en we kunnen ons als we willen verenigen en verbinden om er samen beter van te worden.”