PostNL, 225 jaar jong, met zo’n 34.000 werknemers actief in 130 landen, pakt als grote organisatie al jaren de verantwoordelijkheid als het gaat om sociaal en duurzaam ondernemen. Maar er is meer mogelijk, en daar wordt hard aan gewerkt.
Als je echt intrinsiek gemotiveerd bent, kijk je al gauw naar een ruimer speelveld
‘We zitten voor wat betreft de transitie in een proces van voortdurende innovatie’, zegt Suzanne Debrichy, bij PostNL verantwoordelijk voor het ontwikkelen en uitvoeren van de bedrijfsstrategie op het gebied van duurzaamheid. ‘Logistiek is het natuurlijk een complexe onderneming’, vervolgt ze. ‘En er is al jaren een enorme groei op het gebied van e-commerce en dus ook van het aantal pakketten. In de Corona-tijd nam dat een enorme vlucht. Als je zo’n grote maatschappelijke rol speelt, moet je je verantwoordelijkheid nemen. Onze ambitie is een uitstootreductie van vijfenveertig procent in 2030. In 2040 willen we nagenoeg geen impact meer hebben op het klimaat en milieu, tien jaar eerder dan het klimaatakkoord vraagt.’
Strategische speerpunten
PostNL pakt het grondig aan, dat mag gezegd. Zo is de onderneming al in 2007, toen dat nog lang niet zo gebruikelijk was, begonnen met het meten van de CO2-uitstoot. En vanaf 2019 houdt PostNL zich aan het zogeheten Science Based Targets initiative (SBTi), een internationale organisatie die op wetenschappelijke basis bijhoudt wat de impact van een bedrijf op het milieu is. ‘Het SBTi helpt ons meetbare doelen te stellen bij het reduceren daarvan’, zegt Debrichy. ‘Het zijn cijfers waar je niet omheen kan. En met die harde data tot onze beschikking hanteren we drie strategische speerpunten; klimaatverandering, circulariteit en leefbaarheid in de buurt.’
Uniek voorbeeld
Als uniek voorbeeld mag de activiteit rond de biobrandstof HVO100 genoemd worden. Vanaf april dit jaar voegt PostNL jaarlijks ongeveer vier miljoen liter HVO100 toe aan het Europese dieselnetwerk voor wegtransport. Daarmee levert PostNL een significante bijdrage aan de vermindering van de uitstoot van de transportsector. ‘Het betekent dat er jaarlijks tot 12 kiloton minder CO2 in het milieu terechtkomt’, zegt Debrichy. ‘Hiermee reduceren we wat 5000 benzine auto’s uitstoten met een jaar lang rijden.’
Duurzaam sorteercentrum
PostNL heeft eerder dit jaar ook een vooruitstrevend XXL-sorteercentrum in Alphen aan den Rijn geopend. Een pand van bijna 8000 m2 dat, als het gaat om aandacht voor mens en milieu, zonder meer behoort tot de top van bedrijfsgebouwen in Nederland. ‘Net als onze andere zevenentwintig pakketsorteercentra is het BREEAM-gecertificeerd’, zegt Debrichy, ‘BREEAM is een afkorting van Building Research Establishment Environmental Assessment Method en het keurmerk voor het realiseren van duurzame gebouwen en gebieden met minimale milieu-impact. Dit nieuwe sorteercentrum heeft de hoogst mogelijke BREEAM-score. Op het dak liggen zo’n tweeduizend zonnepanelen. De nieuwste, meest functionele zonne-energie opslagbatterij is ook in april in gebruik genomen. Hierin wordt overdag lokaal opgewekte energie opgeslagen, om deze in de avond en nacht te gebruiken voor de sorteermachine en het laden van elektrische pakketbussen. De batterij draagt ook bij aan het verminderen van overbelasting op het energienetwerk. Er werken zo’n 350 mensen uit de regio, waaronder ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Welbeschouwd is het een prachtig samenkomen van de drie genoemde speerpunten.’
Duurzamer en praktischer
Daarbij heeft PostNL de laatste jaren in meer dan vierduizend nieuwe elektrische voertuigen geïnvesteerd. Verdere mogelijkheden om de elektrificatie van het wagenpark te versnellen worden onderzocht. Het zijn indrukwekkende projecten maar in de visie van Debrichy vooral logische stappen in het transitietraject. ‘CO2-reductie is een belangrijke meetlat’, zegt zij. ‘Maar we zien de transitie breder. Ons beleid is er ook op gericht om duurzamere keuzes voor de consument mogelijk te maken. Zo experimenteren we met minder verpakkingsmateriaal en herbruikbare verpakkingen. En denk bijvoorbeeld ook aan pakketautomaten of de vele PostNL-punten. De consument kan ervoor kiezen om het pakket daar af te laten leveren. Of een retourpakket direct mee te geven aan de bezorger als we toch al in de straat zijn. Daarmee neemt het aantal gereden kilometers af. Zo geven we de consument opties om samen de impact op het milieu en klimaat te verminderen. Bij een onderneming als PostNL tikt dat meteen ook flink aan, want per werkdag bezorgen we in de Benelux gemiddeld 1,1 miljoen pakketten en 6,9 miljoen brieven. En we stellen de pakketautomaten ook open voor andere vervoerders; logischer dan wanneer er meerdere pakketautomaten van verschillende vervoerders vlak bij elkaar staan.’
Veelzeggend
‘Dat laatste is veelzeggend’, gaat Debrichy verder. ‘PostNL als grote logistieke speler maakt het mogelijk samenwerkingsverbanden aan te gaan en daardoor als vliegwiel van de transitie te functioneren. Pakketbezorgers zullen in de toekomst bijvoorbeeld niet alleen bezorgen maar ook spullen ophalen voor hergebruik en voor reparatie. Dit is duurzamer dan nieuwkoop. Samenwerkingsverbanden met andere bedrijven zijn bij dat soort ontwikkelingen doorslaggevend en daar zetten we dus ook op in. We delen onze informatie ook graag. En dat is denk ik waar het om gaat. Als je de route naar duurzaamheid niet als marketingtool hanteert, maar echt intrinsiek gemotiveerd bent, kijk je al gauw naar een ruimer speelveld waar je veel meer mogelijkheden en oplossingen ziet. Dat is de sleutel als we de klimaatdoelstellingen willen halen. We moeten het samen doen.’