Topsector Energie is de drijvende kracht achter veel innovaties, nodig voor een duurzaam energiesysteem. Boegbeeld Peter Molengraaf schetst de urgentie en actuele voorwaarden
Voortdurende innovatie op alle fronten is essentieel.
‘Topsector Energie is zeker een drijvende kracht achter de energietransitie’, zegt boeg Peter Molengraaf. De netwerkorganisatie helpt bedrijven, kennisinstellingen, overheden om samen te innoveren. Voorbeeld is de indrukwekkende progressie als het gaat om elektriciteit oogsten door middel van windmolenparken op zee. We zijn ruim tien jaar geleden begonnen om dat proces veertig procent goedkoper te maken zodat het kan concurreren met olie- en gascentrales’, zegt Molengraaf. ‘Nu hebben we dat bereikt.’
Grootschalige operatie
De organisatie opereert op veel terreinen, van warmtepompen, industriële elektrolysers tot regeneratieve gebiedsontwikkeling. Een goed voorbeeld is het programma voor de ontwikkeling van groene waterstof, een nieuwe energiedrager die een hele eigen infrastructuur nodig heeft. ‘Ook goed om te benoemen, want actueel; de renovatie van de bestaande bouw’, gaat Molengraaf verder. ‘Energiezuinig maken, isolatie en besparing bevorderen, en dan zo dat het niet huis voor huis maar straat voor straat en buurt voor buurt kan worden gedaan. En dat kan. We moeten alleen slimmer en groter gaan werken om meters te maken.’
Voortdurende innovatie
Al blijft Nederland continue innoveren, het succes wordt niet op een dienblaadje aangereikt. Molengraaf: ‘Onze boodschap is dat het om langdurige, complexe innovatie-uitdagingen gaat. Waarbij aanbod en vraag elkaar vaak in een houdgreep houden. Als dankzij innovatie de productie van bijvoorbeeld windenergie drastisch toeneemt, is aan de vraagkant – deels nog van andere energiebronnen afhankelijk – ook stevige verandering vereist. Je kunt niet op elkaar wachten. Je hebt echt langetermijnvisie nodig en voortdurende innovatie op alle fronten. De EU-doelen zijn ons uitgangspunt. In 2050 willen we een volledig duurzame energievoorziening en een CO₂-reductie van 80% tot 95% bereiken ten opzichte van het basisjaar 1990. Dat is zeker te doen. Als we nu blijven doorpakken.’