De trend is dat ondernemers die willen elektrificeren en verduurzamen, zelf de oplossing creëren om met lokale opwek de netcongestie te omzeilen. Het is een voorbeeld van hoe particuliere initiatieven de rol van de overheid als investeerder steeds meer overnemen.
In juli bracht het CBS nog een rapport uit, dat de investeringen in het beperken van de klimaatverandering in vier jaar tijd bijna zijn verdubbeld, naar 41 miljard euro. ‘Dat is veel geld. Wij hebben vorig jaar zelf ook een studie laten uit uitvoeren door SEO Economisch Onderzoek, met de simpele vraag: hoeveel investeert Nederland in de energietransitie en wie doet dat? Daaruit bleek al dat ruim 10 procent van alle investeringen naar verduurzaming van het energiesysteem gaat. Het betekent dat het goed gaat. Een deel van de transitie wordt steeds minder afhankelijk van de politiek, doordat de technologie steeds beter en goedkoper wordt. Naast maatschappelijke en klimaatredenen om te willen dat het sneller gaat, zijn er economische en technologische redenen die de versnelling logisch maken. Consumenten en bedrijven kiezen het liefst de goedkoopste en meest comfortabele optie, en dat zal steeds vaker een duurzame zijn,’ vertelt NVDE-voorzitter Olof van der Gaag. Als voorbeeld noemt hij de warmtepomp, die energie-efficiënt is en waarmee je in de zomer je huis kunt koelen. ‘Er is nog genoeg laaghangend fruit om te verduurzamen.’ Hij wijst ook op ledverlichting. Met een versnelde overstap op ledverlichting bespaart Nederland op termijn jaarlijks 3,8 TWh aan stroom, evenveel als de productie van kerncentrale Borsele, heeft Beerenschot in opdracht van brancheorganisaties en NVDE berekend.
Lokale opwek van energie
Steeds meer bedrijven omzeilen de netcongestie door zelf lokaal energie op te wekken met een combinatie van zonne- en windenergie, opslag en onderlinge energielevering. Daarmee besparen ondernemers tot 50 procent van de jaarlijkse energiekosten, blijkt uit onderzoek van NVDE en Holland Solar. ‘De noodzaak om het elektriciteitsnet sneller uit te breiden vraagt om efficiëntere, snellere vergunningprocedures. In de tweede plaats gaat de discussie de hele tijd over de vraag hoe je de daluren beter kunt gebruiken om de stroomspits te vermijden. Het grootste deel van de tijd zit het stroomnet helemaal niet vol. Maar er zijn twee oplossingen die nog te weinig aandacht krijgen. Bij netcongestie aan de vraagkant, bijvoorbeeld voor bedrijventerreinen of nieuwe woonwijken die stroom nodig hebben, kun je dat voor een flink deel oplossen door lokaal je eigen stroom op te wekken,’ zegt Van der Gaag. ‘Bedrijven kunnen weer vooruit, in plaats van tot na 2030 voor een aansluiting op de wachtlijst te staan en het scheelt de helft van de energierekening. Door meer zelfvoorzienend te worden, gebruik je goedkopere stroom en liggen de prijzen vast. Je maakt je los van de turbulentie van de wereldmarkt.’ Naast netcongestie aan de aanbodkant is er ook steeds meer sprake van netcongestie op de vraagmarkt, zegt Van der Gaag. ‘Beide zijn wezenlijk anders. Zon- en wind zitten bij veel mensen in het bakje van veroorzaker van netcongestie, maar aan de vraagkant zitten ze juist aan de oplossingskant. Ik merk dat dat voor veel mensen een ‘mindtwister’ is.’ Hij maakt de vergelijking met de fileproblematiek: ‘Als je thuiswerkt, hoef je niet in de file te staan. En als je zelf stroom opwekt, kom je niet in de stroomfile te staan. Als er daardoor woonwijken kunnen worden gebouwd en fabrieken vooruit kunnen, is het veel tastbaarder waarom je zonnepanelen en windmolens neerzet. Ik hoop en verwacht dat het voor toenemend lokaal draagvlak zorgt.’