De gouden drie-eenheid in de palliatieve zorg bestaat uit mantelzorger, zorgprofessional en opgeleide vrijwilliger.
In de zorg aan mensen in de laatste levensfase spelen opgeleide vrijwilligers een belangrijke rol, vertelt Fleur Imming van VPTZ, de koepel voor organisaties in de vrijwillige palliatieve terminale zorg. “Iedereen heeft wel eens van een hospice gehoord, maar dat een hospice voornamelijk draait op vrijwilligers is tamelijk onbekend. Ze leveren op heel verschillende manieren een bijdrage aan de zorg, van een praatje maken tot waken aan het bed.” Minister De Jonge noemde de manier waarop beroepskrachten en vrijwilligers in de palliatieve zorg samenwerken op het congres ‘Samen van Betekenis’ een voorbeeld voor de hele zorg.
Hulp vragen
Het ontlasten van de mantelzorger is een belangrijke rol. “In onze cultuur vinden mensen het moeilijk om hulp te vragen. “Vaak trekken mensen pas aan de bel als het eigenlijk al te laat is. De inzet van een vrijwilliger zorgt voor enorm veel verlichting. Er wordt steeds meer beroep op mantelzorgers gedaan, waardoor ze overbelast raken. Ze kunnen geen partner, kind of ouder meer zijn, omdat de zorg alle aandacht vraagt. Door de inzet van onze vrijwilligers kunnen ze zich focussen op het afscheid, in plaats van alle randzaken rondom de zorg. Waardoor je op een andere manier de laatste periode beleeft.”
“Onze vrijwilligers zijn stuk voor stuk betrokken mensen. Ze vullen aan wat mantelzorgers doen, zodat deze de gelegenheid krijgen om op adem te komen”
Aanvulling op de zorg
Via GGZ Nederland biedt VPTZ een vrij uitgebreid trainingsaanbod aan, te beginnen met een introductiecursus, waarbij je als vrijwilliger leert wat je kunt verwachten en wat je rol daarin is. “Het is belangrijk dat je je vrijwilligers goed klaarstoomt voor een ingewikkelde taak. Als vrijwilliger doe je niet alleen praktische dingen, maar lever je ook sociale en psychische zorg. Het begeleiden van iemand in de laatste levensfase doet iets met je.”
Het is een hardnekkig misverstand dat vrijwilligers de tekorten in de zorg opvullen, benadrukt Imming. “Het afnemen van het aantal beroepskrachten, de komende jaren, trekt een wissel op mantelzorgers en vrijwilligers. Maar wij zijn niet de vervanging van de formele zorg. We zijn altijd een aanvulling óp de zorg. Een vrijwilliger mág en kán een heleboel dingen helemaal niet.” Tegelijkertijd kun je de professionele zorg, als je het goed organiseert, veel beter inzetten. “Een verpleegkundige is niet bedoeld om het bed te verschonen of een was te draaien. Door goed af te stemmen wie wat doet, kan de verpleegkundige veel efficiënter en effectiever werken. Als de werkzaamheden goed met elkaar afstemt, versterk je elkaar alleen maar en maak de vrijwilliger het werk van de beroepskracht makkelijker.”
‘Er zijn’
Er zijn in Nederland ruim 12.000 opgeleide vrijwilligers actief die mantelzorgers en beroepsmatige zorg ondersteunen bij hun zorg voor palliatieve patiënten. Thuis, in het hospice of in een zorginstelling. Fleur Imming: “Onze slogan is ‘er zijn’. De vrijwilligers kijken wat iemand nodig heeft en wat ze daarin kunnen betekenen.”
Deze tekst is tot stand gekomen in samenwerking met VPTZ Nederland.