“Een prachtig, ruimdenkend mens.” Zo omschrijft Marjolijn (59) haar vader. En: altijd het heertje en elke dag een borreltje! Ferdinand Bolsius uit Lisse werd 92 jaar, maar oud voelde hij zich nooit. Hij was al sinds 1993 donateur en liet een legaat na aan Aidsfonds, dat naar wetenschappelijk onderzoek gaat.
“Mijn vader was een bijzondere man,” vertelt Marjolijn Bolsius. “Een heel charmante en lieve man, voor iedereen. Hij zei altijd dat ieder mens iets leuks in zich heeft, iets moois. Hij heeft ook veel aan mantelzorg gedaan. Dan zei hij: ‘Ik ga even de oudjes helpen’, terwijl hij zelf ook al ouder was. Hij was een mensen-mens. Het meest blij werd hij van mensen om zich heen. En elke dag zijn borreltje. Een jonge borrel. Dan zei hij: ‘Dat houdt mijn gebit goed’. En dat klopte ook, want hij had alles nog van zichzelf.”
Liberaal
“Ondanks zijn zeer rooms-katholieke opvoeding was mijn vader heel liberaal. Uiteindelijk, op latere leeftijd, durfde hij ervoor uit te komen dat hij ook gevoelens had voor mannen. Hij vertelde het aan mij toen ik 34 jaar was. Ik zei: ‘Pap, eigenlijk wist ik dat al lang.’ Toen heb ik hem ook verteld dat ik nu nóg trotser op hem was dan daarvoor.”
Klem
“Veel mensen die pas op latere leeftijd daarvoor uit durven te komen, hebben altijd gevangen gezeten in het systeem van vroeger. Op mannen vallen, dat mocht niet. Hij zei weleens: ‘Als ik nu jong was geweest, was het leven heel anders geweest.’ Dan zei hij er wel bij: ‘Maar dan had ik jou niet gehad en dat was ook niet leuk geweest.’ Hij heeft altijd klem gezeten, omdat hij er niet voor mocht uitkomen wat hij werkelijk voelde. Die beklemming… dat vond hij een drama.”
Aids
“Later was er ineens aids en kwam het stigma van hiv op alle homo’s terecht. Dat vond hij vreselijk. Dat mensen wéér niet zichzelf mochten zijn, omdat hiv en aids werden gekoppeld aan homo’s. Dat was volgens mij ook de reden dat hij ging doneren aan Aidsfonds. Naast het feit dat we een gezamenlijke vriend hebben die hiv-positief is.”
Belangrijk
“Het legaat voor Aidsfonds stond in zijn testament. Mijn vader zei altijd: ik wil Nederlandse doelen. Dat vond hij belangrijk. Ik ben enig kind en was erbij toen hij zijn testament liet opmaken. Hij zei dat hij geld aan Aidsfonds wilde geven. Dus ik zei: ‘Oké pap, dan doen we dat.’ Hij vroeg daarop: ‘Jij geeft toch ook geld aan Aidsfonds?’ Dat beaamde ik. Zei hij: ‘Mooi, als ik er dan niet meer ben, wordt het in ieder geval nog door jou gedaan.’”
In huis
“Toen hij zijn heup brak, moest hij eigenlijk naar een verpleeghuis om te revalideren. Dat heb ik niet gedaan. Ik wilde niet dat iemand voor mijn vader, die zo zelfstandig en zo onafhankelijk was, zou bepalen wat hij moest doen. Dus heb ik hem naar huis gehaald en 24/7 thuis verzorgd. Tot op de dag van vandaag ben ik nog blij dat ik dat heb gedaan. Omdat zijn heup gebroken was, moest hij wat makkelijkere kleren aan. Maar hij vond mooie kleding heel belangrijk. Hij was een heertje. Dus heb ik altijd gezorgd dat hij mooie kleding aan had. Ik dacht: ook al lig je in bed en kun je niet alles meer, je zál er netjes uitzien.”
Gemis
“Een gebroken heup is op 91-jarige leeftijd vaak fataal. Mijn vader heeft het nog heel lang volgehouden. Uiteindelijk is hij in zijn slaap, in zijn eigen appartement, overleden. Vier dagen vóór zijn dood zat ik bij hem. Hij pakte me beet met zijn handen. En het laatste wat hij zei was: ‘Bon voyage et au revoir.’ Daar krijg ik nog steeds tranen van. Ik mis hem vreselijk.”
Wilt u persoonlijk advies over Aidsfonds in uw testament? kijk op aidsfonds.nl/steunonderzoek