Zo’n zestig procent van het nog beschikbare landbouwareaal van de wereld ligt in Afrika. Desondanks is het continent een netto voedselimporteur. Dat moet veranderen door het versterken van de lokale voedselketen. De multinationals en mkb’ers die al in Afrika actief zijn, kunnen hierin het voortouw nemen, vertelt Daan Wensing, CEO bij IDH, the Sustainable Trade Initiative.
Afrika heeft een hard groeiende bevolking, met een groeiende middenklasse. “Op dit moment importeert Afrika meer voedsel dan dat het exporteert. Heel veel van de buitenlandse valuta gaat hieraan op. Geld dat de landen nodig hebben voor de ontwikkeling van de economie, goede scholing en gezondheidszorg,” stelt Wensing. Door meer voedsel zelf te verbouwen en te produceren, worden Afrikaanse landen meer zelfvoorzienend en de economie robuuster. “Dat zullen ze ook nodig hebben met de groei van de bevolking en vooral de jongerenpopulatie.”
Regionale markten
“Er is nog veel te winnen qua uitbreiding van de landbouwproductie, zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van bossen of andere ecosystemen,” constateert Wensing. Nederland kan meeprofiteren van de groei. “We zijn al de vierde investeerder in Afrika. Steeds meer Nederlandse bedrijven vestigen zich in Afrika en richten zich op de nationale en regionale markten met hun producten. Het is een groeimarkt.”
IDH werkt samen met het Nederlandse bedrijfsleven. Sierteelt is een sector die al groot is, met een omzet van 600 miljoen euro op jaarbasis. Net als cacao uit West-Afrika die in Nederland wordt verwerkt. “Waar wij op inzetten met onze strategie is het vergroten van de waarde binnen de lokale keten. Om de fabrieken die in Afrika staan of worden gebouwd, met hulp van Europese partijen, veel meer te koppelen aan de lokale productieketens.” Zo’n negentig procent van de Afrikaanse bedrijven zijn klein tot middelgroot. “We willen hen ondersteunen, zodat ze kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen van grote bedrijven. Die mkb-bedrijven kunnen dan weer investeren in de lokale boeren.”
Het FarmFit Fund
IDH heeft met de Nederlandse overheid en partners als Rabobank en Unilever het FarmFit Fund opgericht. Vanuit dit fonds worden investeringen in kleine boerenbedrijven mogelijk gemaakt, die anders ‘unbankable’ zijn. Het uiteindelijke doel is te herleiden tot de drie impactdoelen. “Een beter inkomen, meer betere banen waar ook een leefbaar loon wordt betaald, en een beter milieu. Bouwen aan een duurzame handelsketen, waarbij de productie en consumptie regionaal plaatsvindt, moet voor meer en hoogwaardiger werk zorgen. Voor boeren is het belangrijk dat ze profiteren qua inkomen, markttoegang, en bijvoorbeeld landrechten.”
Voor meer informatie over Sustainable Trade Initiative bezoek dan de website.