Als je kind door ziekte of zorg in het ziekenhuis belandt, is dicht bij elkaar zijn het enige dat telt. Daarom zijn er Ronald McDonald Huizen: logeerhuizen op loopafstand van de ziekenhuizen. Daar zijn ouders dicht bij hun zieke kind. Zoals de familie van Senna, die met spoed naar de IC moet: “We konden alleen maar haar hand vasthouden.”
De zesjarige Senna ging eind november vorig jaar plotseling ernstig onderuit, door simpele (verkoudheids)virussen. “Senna is veel te vroeg geboren, na net 25 weken”, vertellen ouders Sabina en Simon. “Elke winter zitten we vanwege ernstige longschade, ontstaan na die vroeggeboorte, wel een aantal keer met haar op de Eerste Hulp. Ze heeft een permanente zuurstofneusbril en twee voedingssondes, maar zoveel energie en levenskracht. Als je naar haar kijkt, zie je niet dat ze zo ziek is.”
Volledig ingestort
Vlak voor de spoedopname is Sabina al een paar keer met Senna naar het ziekenhuis geweest. “Ze was niet zo lekker, ik vertrouwde het niet. Maar haar saturatiewaarden waren nog in orde, de artsen stuurden ons weer naar huis. Even leek het beter te gaan. Tot die dinsdagavond, net voor de feestmaand. Ze stortte ineens volledig in. Met een noodgang reden we zelf naar het ziekenhuis.”
In het streekziekenhuis wordt snel duidelijk dat Senna zo snel mogelijk naar het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam moet voor specialistische IC-hulp. Senna hapt tijdens de ambulancerit in paniek naar lucht. “Ieder ander zou aan de beademing zijn gelegd. Maar Senna’s longconditie is te slecht, haar lichaam kan dat niet aan. En ik kon niets doen, ik kon alleen haar hand vasthouden.”
Op de IC vertellen de artsen dat Senna erg verzwakt is. Alleen met een ECMO-machine, die de hart- en longfunctie buiten het lichaam overneemt, heeft ze een kans om aan te sterken. Sabina: “Het was alsof we in een slechte film beland waren.” Na een spannende operatie om de ECMO-machine aan te koppelen, laat Senna opnieuw haar energie zien. “Na nauwelijks twee uur deed ze haar ogen weer open. Twee dikke, rode slangen staken uit haar hals. Vreselijk. Maar voor we het wisten zat Senna al op de bedrand: ‘Lekker warm in je nek, die buizen.’”
Zonder woorden
Simon en Sabina willen dicht bij Senna zijn, elk uur kan anders zijn. Ook willen ze haar 11-jarige broer Sem dicht bij zich hebben. Net voor Sinterklaas checkt de familie daarom in bij Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam, een van de elf logeerhuizen van het Kinderfonds. Daar zijn ouders op loopafstand van hun kind in het ziekenhuis.
Simon: “Na Senna’s vroeggeboorte verbleven we al een tijd in Ronald McDonald Huizen. Het voelde nu als thuiskomen. We vonden er geborgenheid – ook zonder woorden. De knipoog van een vrijwilliger bij de balie hielp al. We konden een wasje doen, snel een maaltijd bereiden. Sem was er kind aan huis: hij hielp de vrijwilligers en maakte zijn huiswerk in het kantoor van de manager. En als Senna sliep, konden wij even weg van de IC. Even weg van alle toeters en bellen.”
Kerstsfeer
Vijf lange weken ligt Senna op de IC. Simon: “De zorgen voor Senna bleven, dag en nacht. Soms krabbelde ze op, om daarna zo hard onderuit te gaan dat het leek alsof we afscheid moesten nemen.” In alle zorgen vergeet de familie bijna de feestdagen. Gelukkig zorgt het Huis voor een kerstsfeer. “Kerstversieringen, prachtige bomen, kerstcadeautjes. Dat was fantastisch, zeker voor Sem. Zelf zouden we er niet aan hebben gedacht. Dankzij het Huis was het voor Sem niet alleen een periode van zorgen, maar ook van samen zijn. Het Huis gaf ons verlichting.”
Stabiel houden
Langzaam knapt Senna op. “Net voor de feestdagen mocht ze van de IC af. Dat was het mooiste kerstcadeau. Nu bekijken we per dag hoe het gaat. We volgen Senna’s ritme. Zo wilde ze leren fietsen en dan denken wij: maar je zuurstof dan, en je sonde? ‘Doe die zuurstof maar in mijn rugzak, mama. En papa rent mee om me stabiel te houden.’ We weten niet waar het naartoe gaat. Maar samen komen we er wel.”
Geef ook een overnachting