Als uitkomst van het voorjaarsoverleg heeft het kabinet aangekondigd met een hervorming van de autobelasting te komen. ‘Daar zitten bijzondere dingen bij waar wij als Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) wel iets van vinden,’ zegt VZR- directeurvoorzitter Anton Pluim met een gevoel voor understatement.
‘De pseudo-eindheffing in de loonbelasting is een nieuw soort strafbelasting’
Het kabinet komt met een pseudo-eindheffing in de loonbelasting als een werkgever een fossiele of hybride leaseauto verstrekt. ‘Wat er gebeurt, is dat er een extra belasting van 52% over de cataloguswaarde wordt ingevoerd bij een auto van de zaak die ook privé wordt gebruikt. Dat is een nieuw soort strafbelasting, naast en dus boven op de bijtelling, waarmee het kabinet de aanschaf van elektrische zakenauto’s wil versnellen. In plaats van elektrisch fiscaal belonen wordt het nu straffen. Het is een straf voor de werkgever, een enorme boete, waar de werknemer alleen in theorie niet mee krijgt te maken.’ Het is een bijzondere breuk in het beleid, stelt Pluim. ‘De korting op de bijtelling heeft altijd goed gewerkt. Een substantieel deel van de zakenauto’s is EV. Wat wij bepleiten is de korting te verlengen. Je maakt nu een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde tot speelbal van het klimaatbeleid. Wij geloven veel meer in het stimuleren.’ Hij wijst ook op de neveneffecten van de maatregel. ‘Het is een maatregel waar naar ons idee onvoldoende over is nagedacht. Ten eerste heb je te maken met de lopende leasecontracten van mensen die bewust gekozen hebben voor 22% bijtelling voor een brandstofmotor. Wij vinden het niet eerlijk om tijdens de wedstrijd de spelregels te veranderen. Daar zal sowieso een uitzondering voor moeten komen.’ Een tweede neveneffect is het feit dat een privélaadpaal niet vanzelfsprekend is en EV-auto’s gemiddeld gezien een hogere catalogusprijs hebben. Pluim: ‘We verwachten dat veel mensen ervoor zullen kiezen om voor het privégebruik niet de zakenauto te gebruiken en een eigen auto aan te schaffen. Dat zal in de meeste gevallen dan een oudere (meer CO2 uitstotende) auto zijn, waardoor de milieuwinst in één keer tenietgedaan wordt.’ Bovendien is volgens hem het niet uit te leggen dat schone hybrides die kort geleden nog fiscaal gestimuleerd werden nu ineens bestraft worden.
Flexibele leasecontracten
In de autoregeling, waarin de afspraken tussen de werkgever en berijder zijn vastgelegd, staat steeds vaker een afkoopsom als de berijder uit dienst gaat. Pluim: ‘Veel werkgevers vervullen hun rol vanuit goed werkgeverschap niet goed, door de afkoopsom van de leasemaatschappij volledig op het bord van de werknemer te schuiven. Dat vinden we niet goed en hebben we in enkele gevallen zelfs tot aan de rechter aangevochten.’ VZR heeft met experts uit de leasebranche een contraberekening ontwikkeld, waarbij de afkoopsom op basis van de resterende looptijd van het leasecontract en autokeuze boven de functienorm wordt bepaald. ‘Dat een leaseauto anders moet worden ingezet, is primair een werkgeversprobleem. Het is prima dat je daarover iets wilt opnemen, maar dan wel in alle de realiteit. Als we op verzoek van een VZR-lid een contraberekening maken, komt die altijd veel lager uit dan het bedrag dat de werkgever claimt.’ Steeds meer bedrijven kiezen ervoor om werknemers verplicht in een (duurdere) elektrische leaseauto te laten rijden. ‘Dat is een prima zaak, maar het mag niet zo zijn dat dit tot een nog hogere afkoopsom leidt. Het kan niet zo zijn dat je het probleem zomaar bij de werknemer legt. We zien regelmatig bedragen langskomen die zes keer zo hoog zijn dan onze contraberekening. Dan leg je het ondernemersrisico bij de werknemer neer.’
Mobiliteitsbudget
VZR houdt jaarlijks een groot onderzoek onder zakelijke rijders. Een van de vragen betreft het mobiliteitsbudget, dat een werknemer in staat stelt zijn of haar eigen mobiliteitskeuze te maken bij zakelijke reizen. Zo’n 29% van de zakelijke rijders heeft de mogelijkheid hiervoor te kiezen, maar slechts 2% gebruikt het daadwerkelijk. Er zijn verschillende oorzaken waarom het niet aantrekkelijk genoeg is, vertelt Pluim: ‘Als je voor een mobiliteitsbudget kiest, betaal je loonbelasting over dat budget. Afhankelijk van jouw IB-schijf kan dat oplopen tot 49,5%. Wij geloven in de vrije keuze. Als je de flexibiliteit van het mobiliteitsbudget en groter maakt, ben ik er van overtuigd dat er meer mensen voor gaan kiezen, Maar het is nu financieel onaantrekkelijk, doordat je eerst over het volledige budget loonbelasting betaalt.’






