Na twee jaar onzekerheid door corona staan alle seinen op groen voor ondernemers en zzp’ers. De economie draait op volle toeren. Met de aangifte inkomstenbelasting voor de deur, is er fiscaal misschien nog wat te halen. Tegelijkertijd zijn er ontwikkelingen die extra aandacht vragen.
Eerst het positieve verhaal. Ja, zzp’ers en ondernemers hebben twee zware jaren achter de rug, maar bleken vooral ondernemend en veerkrachtig. Vier op de vijf zzp’ers is zonder overheidssteun de crisis doorgekomen. Vanaf de eerste lockdown zijn ze in de overlevingshouding gesprongen en zijn ze op zoek gegaan naar nieuwe omzet en business. Innovatief en creatief, zoals de sterrenchefs die al heel snel begonnen met drie gangen maaltijdboxen. In die zin was de coronapandemie ook een snelkookpancursus ondernemen en anticiperen.
Vrijheid en afwisseling
De coronatijd heeft de groei van het aantal zzp’ers en zelfstandigen niet kunnen afremmen. Zzp’ers vinden de vrijheid en afwisseling belangrijker dan de zekerheid van een vaste baan. De coronacrisis heeft tegelijkertijd de kwetsbaarheid van veel zzp’ers blootgelegd. Het nieuwe kabinet Rutte IV ziet daarom vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt zzp’ers liever terugkeren in loondienst en gaat strenger handhaven op schijnzelfstandigheid.
In het regeerakkoord staan een aantal maatregelen die alle zelfstandige ondernemers raken. De belangrijkste, er komt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen. Dit moet te grote inkomensrisico’s voor individuen voorkomen. De verzekering moet in 2024 van kracht zijn. De premie wordt naar verwachting tussen de € 120 tot maximaal € 220 bruto per maand, afhankelijk van het inkomen.
Het kabinet wil het liefst af van het verschil in fiscale behandeling tussen zzp’ers en werknemers en komt daarom met een versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek. De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2023 met stappen van 650 euro teruggebracht tot 1200 euro in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting, dus de eerste jaren heeft het niet direct grote gevolgen voor de hoogte van de belastingaanslag.
Middeling
Als zelfstandige zijn er een paar belangrijke aftrekposten. Hiermee kun je zorgen dat je aanslag lager wordt. Naast de zelfstandigenaftrek heb je recht op de mkb-winstvrijstelling. Deze is 14% van de winst, verminderd met de ondernemersaftrek. Twee andere belangrijke aftrekposten zijn de (kleinschaligheids)investeringsaftrek en de premies voor je pensioenvoorziening. Als zelfstandig ondernemer of zzp’er moet je zelf je pensioenvoorziening regelen. Daarbij leveren de fiscale oudedagsreserve (for) en stortingen voor een lijfrenteverzekering belastingaftrek op. Vanaf 2022 zijn aftrekposten bij een inkomen boven € 68.507 nog maximaal 40% aftrekbaar.
Een minder bekende regeling is middeling. Hiervoor kom je mogelijk in aanmerking als je in 2020 en/of 2021 door corona een lagere omzet had. Bij middeling (her)berekent de Belastingdienst de aanslag over het gemiddelde inkomen over drie aaneengesloten kalenderjaren. Is het totaal hiervan meer dan € 545 lager dan de oude belastingbedragen, dan kun je belasting terugvragen.
Onderhandelen
Een kwetsbaar punt van veel zzp’ers is het (uur)tarief. Begin dit jaar presenteerde budgetinstituut Nibud de koopkrachtcijfers. Voor zzp’ers en mkb’ers zagen die er niet zo goed uit. Zelfstandigen gaan er in de hele breedte op achteruit qua koopkracht, zelfs bij 2,4 procent hogere tarieven. Dat was nog vóór de hoge inflatiecijfers van januari. Als zelfstandige ontkom je er dan ook niet aan om je tarieven te verhogen. Met dezelfde tarieven ga je er nog harder op achteruit qua koopkracht. Het is een mooie uitdaging om de lente mee in te gaan.