De elektrificatie van zwaar bouwmaterieel is in een versnelling gekomen door de stikstofcrisis die in 2019 losbarstte. SMT Netherlands levert als exclusief distributeur van Volvo bouwmachines en Sennebogen machines een belangrijke bijdrage aan de oplossing van dit probleem.
‘Er is een enorme noodzaak om klanten te helpen om de stap naar elektrisch te zetten’
‘In 2019 werden we met de neus op de feiten gedrukt omdat het werk kwam stil te liggen,’ vertelt Ben Möhlmann, commercieel manager bij SMT. De markt kwam vrijwel direct met een aantal initiatieven om de verduurzaming te versnellen en in Nederland dieselmachines om te bouwen naar elektrische varianten. Een daarvan was de stichting ENI (Emissieloos Netwerk Infra), die tot doel heeft om in 2026 de eerste emissieloze bouwplaats te realiseren. ‘Er zijn meer van dit soort initiatieven. Ik denk dat er inmiddels een paar honderd omgebouwde rups- en banden graafmachines actief zijn. Daarmee laten we als Nederland zien dat we in staat zijn om snel en innovatief te acteren.’
SSEB-subsidieregeling
SMT Netherlands vertegenwoordigt het merk Volvo. ‘Zij hebben altijd al ambitieuze doelstellingen gehad als het gaat om het terugdringen van CO2.’ Inmiddels heeft zeven elektrische machinetypes op de markt gebracht: een 20 tons-wiellader, de Volvo L120 Electric Conversion, en een 23 tons-rupsgraafmachine, de Volvo EC230 Electric en vijf elektrische compact machines, EC18, ECR18, ECR25, L20 en L25. Daarmee is Volvo de eerste fabrikant die deze categorie bouwmaterieel heeft gelanceerd.’ Möhlmann vertelt dat zijn grote vraag was hoe de markt kon elektrificeren. ‘Dat bleek helemaal niet het probleem te zijn. De grootste uitdaging zit nu in het krijgen van voldoende stroom op de bouwplaats. Als je een dijkverzwaringsproject hebt, heb je niet zomaar een stopcontact voorhanden. En daarnaast is de netcongestie een uitdaging.’ Ook hierin zet de markt snel stappen. SMT zelf biedt laadcontainers en snelladers om de klant volledig te kunnen voorzien in de stroombehoefte, zodat je het machinepark op de bouwlocatie aan de gang houdt.
De investeringen in nieuw, elektrisch materieel zijn hoog. ‘Er zit een ander prijskaartje aan dan een dieselmachine. Ondernemers zijn bereid om te investeren, maar met name de onderaannemers willen dan graag ook de zekerheid hebben dat ze het materieel voor een langere periode betaald krijgen,’ constateert Möhlmann. ‘Die garanties komen langzaam een beetje op, alleen nog onvoldoende om grootschalig over te schakelen van diesel naar elektrisch.’ Hij is blij dat de overheid met de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) investeringen stimuleert. Tegelijkertijd is het jammer dat de subsidiepot ook weer snel leeg is. ‘Daar kan de overheid over nadenken. Het is belangrijk voor de branche dat we niet alleen de grote bouwers, maar ook de onderaannemers aan boord krijgen, zodat ze kunnen overstappen op emissieloos bouwmaterieel. Daarbij kun je nadenken over een andere manier van subsidiëren, waarbij de opdrachtgever verplicht is om emissieloos in te kopen. En de aannemer de prijs kan door factureren die het materieel kost. Anders zijn we terug bij af als de SSEB-subsidie over 4, 5 jaar verdwijnt.’
Betrouwbare partner
Het opladen van de bouwmachines levert nu nog emotie op, stelt Möhlmann. ‘Het gaat prima als je je werkzaamheden erop inricht. Het kan dat werken met elektrisch iets langer duurt omdat elektrische machines niet de productiviteit halen van dieselmachines.’ Hij vindt dat je de vraag mag stellen: hoe erg is dat? ‘We proberen oude regels met nieuwe techniek te verenigen. Kunnen we dat gewoon in de contracten regelen, zodat er niet allerlei boeteregelingen komen als een project iets langer duurt als je het emissieloos uitvoert. Je kunt elektrisch bouwen breder omarmen door het betaalbaar te maken en als opdrachtgever te accepteren dat elektrisch werken nog in de kinderschoenen staat. We werken al 100 jaar met diesel en nog maar een paar jaar met elektrisch. En toch vinden we dat elektrisch net zo snel en goedkoop moet zijn als diesel. Dat kan natuurlijk niet. Dat gaat nog wel even duren.’ De overheid is een van de ondertekenaars van het SEB-convenant. ‘Dat is een mooi convenant, maar ik denk dat het belangrijk is dat de overheid uit dat convenant haar verantwoordelijkheden en plichten gaat pakken. Zodat het een werkdocument wordt, waarmee de overheid laat zien dat het een betrouwbare partner is en schouder-aan-schouder naar de emissieloze bouwplaats toewerkt. Dat gaat soms over geld, maar heel vaak over dingen mogelijk maken. Het hoeft niet gelijk in de vorm van subsidies. Waarom zou je een boeteclausule instellen dat een project op een bepaalde datum moet worden opgeleverd, als je dat volledig elektrisch gaat uitvoeren. Geef wat extra speling. Ga als RWS en de overheid oplossingsgericht met de aannemer om tafel zitten: hoe gaan we het fixen? Dat is mijn oproep.’
Machineoplossing
SMT Netherlands ziet een verschuiving van bezit naar gebruik. ‘Een klant gaat een machine niet per se nog een machine kopen. We investeren fors in onze verhuurvloot, waarbij we tegen een aannemer kunnen zeggen: je kunt bij een project van 14 maanden gewoon een machine bij mij huren voor 14 maanden. Daarna verhuren we ’m wel weer aan een ander. We kijken als SMT heel sterk hoe we de klant op een andere, minder risicovolle manier kunnen bedienen, zodat deze emissieloos kan gaan werken.’ Onderaannemers kunnen op deze manier machines projectmatig inzetten. ‘Ze hebben een bezetting van 100% voor de periode dat ze met de machine werken.’ De traditionele verkoper gaat op een andere manier adviseren, vertelt Möhlmann. ‘Natuurlijk gaat dat over een machineoplossing, maar dat kan koop zijn, operational lease, shortlease of korte termijn verhuur. Er zijn steeds meer varianten mogelijk, die specifiek bij die ene klantcase past. We adviseren klanten ook bij het zo efficiënt mogelijk inrichten van hun site. Bij emissieloos werken praten we over batterijen die moeten worden opgeladen. Als je dat moment kunt uitstellen door efficiënter en effectiever te werken, dan komt dat de werkindeling ten goede.’ Hij vergelijkt de overstap naar emissieloos werken met de transitie van paard-en-wagen naar automotive. ‘De eerste auto’s zagen eruit als een koets, alleen het paard was weg. De eerste elektrische machines zien er ook nog uit als traditionele machines, maar de komende 10, 15 jaar wordt alles ander. Dat is een ongelofelijk interessante ontwikkeling.’
Europese fabrikant
Het grote voordeel van de samenwerking van SMT met Volvo, is dat het een Europese fabrikant is. ‘Toen ik in 2019 tegen Volvo zei: we moeten naar een oplossing met elektrische machines, hadden we gelijk een luisterend oor. Het partnership tussen Volvo en SMT Netherlands is heel goed. Ze hebben er zelf iets aan, maar hebben ons ook enorm goed geholpen. Ze zien dat Nederland een gidsland is en beseffen dat er een enorme noodzaak is om klanten te helpen om die transitie te maken. Volvo geeft aan: we gaan het samen doen. Dat maakt de combinatie Volvo-SMT zo sterk.’