Alledaagse melding voor KAC-operator voelt aan boord vaak heel anders
Bij het KNRM Helpt Assistentie Centrum (KAC) werken vrijwillige KNRM’ers met jarenlange ervaring in hulpverleningen op het water. Bij niet-spoedeisende hulpvragen van watersporters zijn zij het eerste aanspreekpunt. Bert Fleming is een van hen. Hij draaide 15 operationele dienst bij reddingstation Elburg, voordat hij zich vorig jaar aansloot bij het KAC. “Als KAC-operator ben je operationeel, maar dan thuis. Je komt in dezelfde situaties terecht, alleen je ziet het niet.”
De ervaren operators kennen de kneepjes van de maritieme wereld, het redderswerk én de organisatie. Hierdoor kunnen zij melders met niet-spoedeisende meldingen vaak op weg helpen zonder dat zij een reddingstation hoeven te alarmeren. Telefonisch beoordelen zij de situatie, geven adviezen en schakelen een reddingstation in als de situatie erom vraagt.
Bert benadrukt dat watersporters niet beschaamd moeten zijn om tijdig om hulp te vragen. “Zes op de tien hulpvragers in paniek als ze uiteindelijk bellen. Vaak door onkunde of omdat ze zelf alles al hebben geprobeerd. Dit gevoel probeer ik weg te nemen. Ik probeer een stuk rust te brengen. Dat kan door ze simpelweg te laten weten dat ik weet waar ze varen en hen vervolgens instructies te geven. Veel mensen proberen te lang om het probleem zelf op te lossen. Dat begrijp ik, maar het is belangrijk om de situatie goed te overzien. Sommige situaties kunnen heel verraderlijk zijn en dan verandert niet-spoed uiteindelijk toch in spoed.”
Weeromstandigheden
De operators werken thuis met systemen waarmee zij direct kunnen zien wat de weersomstandigheden, de golfhoogte en de windrichting in een bepaald gebied zijn. Als iemand vastligt bij de Wadden kan het zijn dat ze direct hulp nodig hebben, maar het kan ook dat de operator ziet dat ze weer kunnen varen bij hoogwater als ze een uurtje wachten. Zo kan voorkomen worden dat een reddingboot onnodig uitvaart. Hierbij is kennis en kunde van groot belang. “Als KAC-operator moet je een inschatting maken op basis van wat je hoort”, zegt Bert. “Uitvragen is dan heel belangrijk, soms van levensbelang. Het hebben van gebiedskennis is dan ook onmisbaar. Operators krijgen daarom verschillende trainingen van de KNRM om de diverse gebieden te leren kennen. Als je dan hoort dat een zeilboot met een gezin aan boord stilligt in het Hollands Diep, dan weet je meteen dat dit een drukke aanvoerroute is met zeeschepen. Dan is daar wel spoed bij.”
Stuurloos
Een vergelijkbare situatie heeft Bert vorig jaar zomer meegemaakt. De situatie van Lars Eerenstein en zijn vrouw Caroline Reinders begon als een niet-spoedeisende hulpvraag via de KNRM Helpt app op zijn telefoon. Zij dobberden met hun Contest van ruim 12 meter met een kapotte motor stuurloos rond in het Oostgat, een smalle vaargeul in de mond van de Westerschelde met veel beroepsvaart. Na via de marifoon de verkeerscentrale Vlissingen te hebben gevraagd om de zeeschepen te waarschuwen over hun situatie, belt Lars via de app de KNRM. “De rust en vakkundigheid die operator Bert uitstraalde, hielp ontzettend om de rust op onze boot te bewaren”, vertelt Lars. “Omdat er weer wat wind kwam opzetten, spraken Bert en ik af dat ik verder zou zeilen naar Breskens en dat Bert stand-by zou blijven. Als we in de buurt van Vlissingen waren, zou hij de reddingboot uit Breskens naar ons toesturen. Maar de wind viel opnieuw weg en er voeren een aantal zeeschepen recht op ons af. Dit keer waarschuwde ik deze schepen via de marifoon. Daarna belde ik opnieuw naar Bert en hij stuurde meteen de reddingboot die hij al had ingeseind. Na zo’n 20 minuten stapte één bemanningslid over op onze boot en heeft vakkundig de sleeplijn aangelegd. Zo zijn we veilig in de haven van Breskens aangekomen. Het is een geruststellende gedachte dat de KNRM er is. Anders waren we een stuk zenuwachtiger geweest.”