Om het grondstofgebruik terug te dringen, moeten we slimmer ontwerpen, beter samenwerken en zo veel mogelijk bouwmateriaal hergebruiken.
Samenwerken
Ik denk dat maar weinig mensen zich er een voorstelling van kunnen maken hoe circulair bouwen eruitziet, stelt Edwin van der Wel, voorzitter van Platform Circulair Bouwen 2023 (Platform CB’23) en expert duurzame ontwikkeling bij Rijkswaterstaat. Het is precies waar de bouwsector, leveranciers en kennisinstituten als NEN en de overheid met elkaar een beeld van proberen te vormen. “Het vraagt om een andere manier van werken en samenwerken. En dus om een andere manier van afspraken maken met elkaar,” stelt Boukje van Reijn, programmamanager circulaire economie bij NEN.
Hoogwaardig hergebruik
Circulariteit gaat verder dan hergebruik, benadrukt Van der Wel. “De uitdaging is zo te bouwen, dat je de afzonderlijke elementen zo maakt, dat je de materialen opnieuw kunt gebruiken ín gebouwen. Nederland is qua hergebruik van bouw al vergevorderd, maar het is tot nog toe vooral ‘downrecycling’. Als voorvoorbeeld noemt hij de fundering van wegen met metselpuin.”
“Je streeft naar zo hoogwaardig mogelijk hergebruik. Het liefst op het niveau van complete producten of elementen,” vult Van Reijn aan. Een van de uitdagingen, of moeilijkheden, het is maar hoe je het benadert, is dat bij het ontwerp al rekening moet worden houden met het hergebruik. “Je moet nadenken over de strategieën die kunt inzetten om te voorkomen dat materialen alleen laagwaardig kunnen worden hergebruikt. Het ontwerp moet goed zijn, wil je de onderdelen aan het eind van de levensduur weer kunnen gebruiken.”
Actiepunten
Uiteindelijk moet er een eenduidige methode komen waarmee je de circulariteit van een bouwwerk kunt bepalen, vertelt Van Reijn. “Bij het hergebruik moet je bepalen wat de technische kwaliteit van een element is, voor de functie die wordt beoogd. Net zoals nu op het gebied van energieprestatie moet er voor gebouwen uiteindelijk een meetbare prestatie zijn op het gebied van circulariteit. Dan kom je uit bij een norm.” Het is een van de actiepunten van Platform CB’23, aldus Van der Wel. “Het is van belang dat je vastlegt wat je verstaat onder circulariteit. Hoe je het meet. Een hele belangrijke is het vastleggen van alles in het materialenpaspoort.”
“Op dit moment moet je elk element afzonderlijk testen op de kwaliteit en sterkte. Wil je grootschalig hergebruiken, dan moet dat op een efficiënter manier”
Materiaalcyclus
Van Reijn: “Houtconstructies kun je vaak makkelijker hoogwaardig hergebruiken dan beton. De meetmethode die we ontwikkelen heeft milieuprestatie als indicator, maar ook materiaalstromen en het behoud van waarde. Niet alleen het materiaal zelf, maar ook de waarde van het product waarin het materiaal zit wil je zo veel mogelijk behouden.”
Een van de handvatten die uitkomst biedt voor het begrijpen van het concept circulariteit is het vlindermodel van de Ellen MacArthur Foundation, een autoriteit op circulair gebied, vertelt Van der Wel. MacArthur onderscheidt een technische cyclus en een biologische cyclus, vertelt hij. “Bij hout dat uiteindelijk wordt verbrand, is er in de tussentijd nieuw hout gegroeid. In de technische cyclus, zoals beton, kent het materiaal hoe dan ook een eindpunt.” Van Reijn: “Met de meetmethode die we aan het ontwikkelen zijn, willen we de verschillende strategieën beter met elkaar kunnen vergelijken.”
Nieuwe generatie
“Er wordt behoorlijk geëxperimenteerd. Er staat een nieuwe generatie architecten en bouwers op, die het leuk vinden om de puzzel te leggen,” constateert Van Reijn. “Wat wij proberen, is de kennis beter toepasbaar te maken en handvatten aan te reiken voor een brede groep. Het uiteindelijke doel is dat circulair bouwen mainstream wordt.” Van der Wel maakt een vergelijking met het wielrennen: “Nu is het een kleine kopgroep. Door de krachten en kennis bouw-breed te bundelen, kan straks het grote peloton aansluiten.”
In het grondstofakkoord uit 2013 is vastgelegd dat de bouw in 2050 volledig circulair moet zijn. Bij circulair bouwen worden de elementen en materialen uit oude gebouwen, als grondstof voor nieuwe gebouwen. Pas als elementen echt niet meer kunnen worden gebruikt volgt bijvoorbeeld een nieuwe bestemming als fundering van wegen en recycling tot nieuwe producten.
NEN, de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut, verbindt partijen en belanghebbenden om te komen tot afspraken over bijvoorbeeld innovatie, veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid. NEN is medeoprichter van Platform CB’23, Circulair Bouwen 2023, waarin partijen uit de bouwsector samenwerken aan afspraken voor circulair bouwen. Rijkswaterstaat vervult in dit platform de rol van voorzitter van de regieraad.