Het gesprek met de patiënt. Dat is waar het om draait bij Tommie Niessen, de vloggende verpleger. En dan niet over het weer, maar over de echte zaken des levens. “Gesprekken van mens tot mens. Oudere mensen zijn ook gewoon mensen, toch?”
“Er wordt al genoeg gemopperd in de zorg en over de zorg, ik vind het niet mijn taak om dat ook te gaan doen.”
“Ga het eerst nou eens ervaren, en heb dan een oordeel.” Dat is de boodschap van Tommie Niessen, de vloggende verpleger. Niessen laat met zijn vlogs en blogs zien hoe hij zijn werk als verpleger ervaart en dat het meer is dan alleen billenwassen. En met succes. Hij is een hit op facebook en Instagram, schreef een boek, was te gast bij praatprogramma’s, en merkt ook dat mensen oprecht geïnteresseerd raken in de zorg door zijn ‘verslaggeving’. Maar naast alle positieve reacties worden er ook negatieve dingen gezegd. Mensen vinden hem naïef omdat hij de zorg positief onder de aandacht wilt brengen, terwijl er ook veel mis is. Niessen begrijpt dat wel, maar ondanks dat hij vervelende onderwerpen zoals de dood niet mijdt, wil hij het wel positief blijven benaderen. “Er wordt al genoeg gemopperd in de zorg en over de zorg. Ik vind het niet mijn taak om dat ook te gaan doen. Ik heb zeker een mening, maar die probeer ik zo min mogelijk te geven.”
Maak eens een uitzondering. Stel: je mag één dag minister van Volksgezondheid zijn. En stel daarbij: wat jij beslist die dag wordt ook daadwerkelijk uitgevoerd. Wat zijn de eerste drie dingen die je zou veranderen in de zorg?
“Ik zou mensen een beetje meer salaris geven. Een beetje meer waardering, daar is niks mis mee. Maar tegelijkertijd weet ik dat het daar niet om gaat, dus ik zou ook zorgen voor meer tijd. Minder tijd naar onzin, meer ruimte voor een sociaal praatje. Ik kwam ooit bij iemand thuis en daar had ik letterlijk tien minuten de tijd om zijn ogen te druppelen, zijn kousen uit te doen en zijn benen in te smeren. Nou haal je dat makkelijk in tien minuten hoor, alleen die man was eenzaam, en die wilde gewoon vertellen hoe het met hem ging en wat hij die dag had gedaan. Maar daar was geen tijd voor. Die tijd zou ik dus creëren.”
En als derde?
“Vrijheid voor zorgverleners. Ik zou ervoor zorgen dat zorgverleners niet meer alles hoeven te registreren. Niet meer: ik ben vijf minuten bij meneer Pieters geweest, tien minuten bij mevrouw Janssen en zeven minuten bij meneer Klaassen. Ik zou zorgverleners verantwoordelijk maken voor een aantal cliënten, en ze zelf laten beslissen hoe ze dat op een ochtend indelen. Die registratie kost alleen maar tijd en dan kom ik weer bij mijn tweede punt. Gelukkig gebeurt er op dit vlak al veel, de vijfminutenregistratie vervalt in 2020, er zijn schrapsessies waar men kijkt naar wat je wel en niet hoeft te registreren…”
Maar er moet nog meer gebeuren?
“Ja. Begrijp me niet verkeerd, sommige dingen zijn belangrijk om te registeren, maar veel zorginstellingen hebben zelf ook opgelegde regels. Mijn moeder werkte ergens waar ze moest aftekenen dat ze de aftekenlijsten had uitgeprint. Dat is echt gebeurd hè. Zoiets wordt opgelegd, maar je hoeft dat niet te accepteren. De mensen aan het bed kunnen heel veel zelf bepalen, zonder dat ze het zelf weten. Zorgverleners moeten veel meer voor zichzelf opkomen.”
‘Zorg is meer dan billenwassen’, is je credo. Wat vind je nou het allerleukste aan je baan?
“Het contact met de mensen. De manier waarop je dat doet is het allerbelangrijkste. Je hebt als verpleegkundige natuurlijk handelingen, maar dat kan iedereen doen. Hetzelfde geldt voor een spuit zetten of dialyseren. Je moet die handeling natuurlijk goed kunnen, maar hoe je die persoon daarbij begeleidt, is waar het om gaat. Mezelf telkens weer verplaatsen in de persoon, dat is het leukste. Iemand op zijn gemak stellen, een band opbouwen.”
Hoe doe je dat, een band opbouwen?
“Heel veel vragen stellen, daar krijg ik soms ook commentaar op, haha. Maar ik ben gewoon echt heel erg geïnteresseerd. Hoe zijn ze op dit punt in hun leven gekomen, daar wil ik achter komen. Maar ik wil ook weten hoe ze nu in het leven staan. Je kunt praten over het weer, maar je kunt ook praten over de eerste keer dat ze verkering kregen. Gesprekken van mens tot mens. Oudere mensen zijn ook gewoon mensen, toch?”
Zouden alle verpleegkundigen dat moeten doen?
“Zeker. Iedereen moet tijd vrijmaken om door te vragen, dat vinden mensen echt belangrijk. Ik denk dat het voor 70 procent draait om hoe je met de persoon omgaat en maar 30 procent over de handelingen die je verricht. Stel je hebt zuster A en zuster B. Zuster A weet perfect hoe ze moet spuiten, maar kan niet zo goed met mevrouw Janssen omgaan. Zuster B kan het technische gedeelte allemaal net wat minder, het spuiten doet een beetje pijn bij mevrouw Janssen, maar ze gaat wel supergoed met mevrouw Janssen om. Dan zal mevrouw Janssen altijd zeggen dat zuster B het beter heeft gedaan.”
Moet je dat leren of zit dat in je?
“Het moet zeker wel een beetje in je zitten, je moet geïnteresseerd zijn in mensen, maar je kunt het ook leren. Helaas zit het te weinig in de opleiding, maar je ziet gelukkig wel dat er tegenwoordig opleidingen gecombineerd worden. Medewerker Maatschappelijke Zorg en Verzorgende Individuele Gezondheidszorg bijvoorbeeld. Dat is goed, want het stukje welzijn moet je niet los zien van zorg. Tijdens de zorg moet je ook zorgen voor dat welzijn.”
Welk gesprek zal je nooit vergeten?
“Ik heb heel veel mooie gesprekken op mijn werk, telkens weer. Op de hospice bijvoorbeeld. Die mensen gaan sterven, en dan denk je dat er een hele duistere sfeer hangt, maar mensen praten daar juist volop over het leven. Over hoe het vroeger was, over dingen die ze hebben ervaren. Wat me daarbij altijd opvalt is dat ze het nooit hebben over de bezittingen die ze hebben gehad, maar alleen over hun ervaringen. Een mooie les voor mij, het helpt me om te relativeren en om te realiseren waar het om gaat in het leven.”
Tot slot: wat is voor jou optimale zorg?
“Dat je echt de ruimte hebt genomen voor een patiënt, zodat je weg kan weg zonder dat je je zorgen hoeft te maken om die persoon. Ik ga vaak weg terwijl ik weet dat die persoon nog behoefte heeft aan een praatje, de sociale zorg, maar ik moet verder, want de volgende patiënt heeft ook hulp nodig. Dat trekt aan je ziel, ik kan daar niet goed tegen. Optimale zorg is dat je kunt weggaan met een goed gevoel.”
Feit
Hoewel Tommie Niessen laat zien dat de zorg meer is dan billenwassen, hoort dit er ook voor Niessen toch echt bij. In het begin dacht hij echt dat hij dat niet zou kunnen. Hij weet zijn eerste keer nog heel goed. “Die mevrouw zei: ‘Je moet ook mijn tieten wassen’, Brabants hè, en toen voelde ik wel schaamte. Maar na twee weken keek ik er heel anders tegenaan. Het went snel.”