TNO, internationaal toonaangevend op het gebied van de circulaire economie en de grondstoffentransitie zet op het gebied van plastics grote stappen. ‘Voor 2050 moet juist dat veel beter zijn.’
‘De grondstoffentransitie is bij uitstek een team-effort’
‘Ons moonshot is dat 50% van de plastics circulair zijn in 2030, en 100% in 2050, om aldus de Nederlandse en Europese doelstelling te verwezenlijken’, zegt Esther van den Beuken, scheikundige, Principal Consultant Circulaire Plastics bij TNO en internationaal een van de specialisten op dit gebied.
Soepzakken
De nieuwe plastics zullen bestaan uit gerecyclede plastics, biobased grondstoffen (afkomstig uit de levende natuur) en CO2, legt Van den Beuken uit. ‘En technologische innovatie is een belangrijke motor van de transitie. Denk daarbij ook aan heel praktische zaken als soepzakken die dan dus wel van een enkel en herbruikbaar materiaal zijn gemaakt. Denk aan het recyclen van elektronica-plastics door middel van een oplostechnologie. Of, plastics met vezels ter vervanging van metaal in de automotive en luchvaartindustrie. Daarmee wordt meer dan zeventig procent gewicht en dus veel uitstoot bespaard. We innoveren daar waar het maar kan.’
Teamprestatie
Daarbij is TNO, juist als wetenschappelijk adviseur van de overheid en het bedrijfsleven, bij uitstek geoutilleerd om de transitie te bespoedigen. Hetgeen wordt onderschreven door het feit dat zeven van de marktleidende chemiebedrijven uit de hele wereld met TNO samenwerken in onderzoek naar versnelde ontwikkeling van uit afval gewonnen circulaire kunststoffen. Van den Beuken: ‘We zijn als het ware onderzoekers, uitvinders, maar zeker ook orkestrators, een uniek espin-in-het-webpositie. Dus we ontwikkelen scenario’s voor beleidsbesluiten en we adviseren het bedrijfsleven; praten met plastic producenten, verwerkers, sorteerders, recyclers, eindgebruikers en brengen de partijen bij elkaar. Dat aspect blijft wel eens onderbelicht, maar het is volkomen logisch. We kunnen het proces van verduurzaming niet tot stand brengen als we er niet alle stakeholders bij betrekken en laten samenwerken. De grondstoffentransitie is bij uitstek een teamprestatie. We moeten dit met z’n allen doen.’