De technologie om op afstand aan een project te werken en online te vergaderen is niet nieuw. Maar er was een pandemie voor nodig om de technologie ook echt te omarmen. Wat zeker helpt is dat drie kwart van de werknemers positief is om vanuit huis te werken én dat de productiviteit bij thuiswerken hoger is.
Naar verwachting wordt er na de coronacrisis twee keer zoveel thuisgewerkt als voor de coronacrisis, blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Gemiddeld blijven werknemers één dag in de week vanuit huis werken, nu we weer terug naar kantoor mogen. Veel werknemers willen ook niet anders meer, blijkt uit onderzoek van Nationale Vacaturebank en Intermediair.
Vertrouwensrelatie
Door de coronapandemie hebben organisaties de voordelen van hybride werken – een mix van thuis en op kantoor werken – ontdekt. Werkgevers hebben doorgaans te winnen bij het faciliteren van thuiswerken. Een werknemer wordt niet afgeleid door de drukte van de kantooromgeving, waardoor hij of zij zich maximaal kan concentreren en de productiviteit (en daarmee de bedrijfsomzet) stijgt. Volgens het CPB-rapport ‘Thuiswerken vóór, tijdens en ná de coronacrisis’ leidt thuiswerken meestal tot een hogere productiviteit. Deze productiviteitswinst ontstaat voor 9% door een toename van het aantal effectieve werkuren. Voorwaarden zijn een goede IT-infrastructuur en een goed ingerichte thuiswerkplek. Daarnaast speelt een goede vertrouwensrelatie een rol. Een meer traditionele stijl van leidinggeven komt de productiviteit niet ten goede.
Minder woon-werkverkeer
Het hybride werken biedt meer. Het verbetert de werk-privébalans, waardoor het ziekteverzuim daalt en werknemers met kinderen zijn flexibeler om met een ziek kind vanuit huis te werken. Het is ook goed voor het klimaat. Minder woon-werkverkeer betekent minder filedruk. Dat is prettig nu voor organisaties met 100 werknemers een maximumnorm geldt qua CO2-uitstoot van zakelijke kilometers en woon-werkverkeer. Toch blijft de hang naar kantoor. Het is de plek van de toevallige ontmoetingen en het informeel overleg. Online vergaderingen zijn efficiënt, maar missen ten opzichte van de fysieke vorm de smalltalk vooraf. Iedereen logt stipt op tijd in voor de vergadering. Iedereen klikt ook op het einde weg, waardoor je de losse napraat mist. Je hebt fysieke ontmoetingen nodig voor het wij-gevoel, de bedrijfscultuur, dat het cement is van iedere organisatie.
Kantoren worden steeds meer ingericht op laagdrempelige sociale interactie: huiskamerachtige, offline plekken. ‘Het kantoor als clubhuis’, kopte juristenblad Mr. over deze trend. Organisaties grijpen het hybride werken ook aan voor een efficiencyslag. Minder mensen op kantoor wordt aangegrepen voor het besparen op het aantal werkplekken.
Slim werken
Het is kortom niet voor niets dat bijna drie op de tien ondernemers, bij een enquête van de KvK, aangeven blijvend in te zetten op hybride werken. Deze trend geldt overigens niet alleen voor Nederland. Twitter-baas Jack Dorsey heeft al eens laten weten dat de Twitter-werknemers ‘forever’ kunnen thuiswerken. Hybride werken is een blijvertje. Vanwege de flexibiliteit die het werknemers én werkgevers biedt, maar zeker ook vanwege de vele ondersteunende technologieën en services (zoals device-as-a-service), die organisaties in staat stelt om slim te werken.