Sinds 1 januari van dit jaar controleert de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid. Het zorgt ervoor dat opdrachtgevers zenuwachtig worden, ook al raakt het uiteindelijk slechts een klein aantal zzp’ers, stelt Vereniging ZZP Nederland-voorzitter Frank Alfrink.
ZZP'ers bieden een niet te onderschatten toegevoegde waarde voor de economie
Exacte cijfers over het aantal schijn zelfstandigen zijn er niet. De schattingen variëren tussen de 100 tot 250 duizend. ‘Dan heb je nog altijd bijna één miljoen zzp’ers die dat niet zijn,’ benadrukt Alfrink. Uit vragen aan de helpdesk merkt de zzp-belangenbehartiger dat de controles zijn begonnen. ‘We hebben meldingen van leden die te horen hebben gekregen: “Je kan bij ons blijven werken, maar niet meer als zzp’er”.’ ZZP Nederland heeft een raadpleging onder haar leden gehouden ‘Van alle respondenten die het gesprek zijn aangegaan met hun opdrachtgever, laat ruim 85% weten dat hun opdracht een ondernemersopdracht was of is geworden. Daar roepen we zzp’ers ook toe op. Er is genoeg ruimte voor ondernemerschap. ‘Het is niet zo dat er niks meer kan. De meerderheid van de zzp’ers wil gewoon ondernemen.’
Vlucht uit loondienst
Zzp’ers bieden een niet te onderschatten toegevoegde waarde voor de economie, aldus Alfrink: ‘Je hebt zzp’ers die als interim in heel veel verschillende keukens tegelijk kunnen kijken. Die zijn voor opdrachtgevers interessant vanwege een ruime blik. Een andere groep is ondernemer omdat ze hun passie volgen, bijvoorbeeld in de cultuursector en bij ambachtelijke beroepen.’ Regelmatig is het echter ook een – al dan niet vrijwillige – vlucht uit loondienst, ziet Alfrink. ‘Je merkt dat veel van die zzp’ers – en dat zeg ik met enige voorzichtigheid – geen echte ondernemers zijn. Dat ze zich eigenlijk nauwelijks bewust zijn van de risico’s die ze aangaan. We hebben maatschappelijk de plicht om die groep bescherming te bieden en de redenen voor de vlucht of voor het gedwongen zelfstandig worden eruit te halen.’ ‘Als Vereniging ZZP Nederland hebben we ervoor gekozen om niet een militante partij te zijn, maar te zoeken naar oplossingen die ook voor vakbonden, opdrachtgevers en grote werkgevers van belang zijn,’ zegt Alfrink. ‘We willen een goede, inhoudelijke discussie aangaan: hoe komen we gezamenlijk tot een totaaloplossing voor de arbeidsmarkt?’ De discussie rondom (schijn) zelfstandigheid en de Wet DBA volgens Alfrink is veelal fiscaal gedreven: ‘In box 1 van de inkomstenbelasting zitten aftrekposten voor IB-ondernemers. Daarmee zet je het gelijke speelveld onder druk. In feite heb je gunstigere voorwaarden voor zzp’ers dan voor werknemers. Het is een perverse prikkel die leidt tot schijnzelfstandigheid, want als zzp’er ben je goedkoper voor organisaties.’ Als oplossing bepleit ZZP Nederland een herdefiniëring van het begrip zelfstandig ondernemerschap. Alfrink: ‘We moeten streven naar een contractsonafhankelijk stelsel voor álle werkenden, waarbij iedereen bijdraagt aan de sociale zekerheid en een sociaal vangnet heeft. Daarmee haal je in één klap de angel uit de hele zzp-discussie.’