Johnson & Johnson (J&J) is organisch gegroeid tot een van de grootste farmaceutische en MedTech bedrijven van Nederland. Het bedrijf is actief in twee sectoren: Johnson & Johnson Innovative Medicine ontwikkelt nieuwe therapieën en vaccins; Johnson & Johnson MedTech innoveert in medische technologie, op het snijvlak van biologie en technologie.
‘We hebben alles in huis wat nodig is om een innovatie – “from lab to life” – vanaf de tekentafel naar de markt te brengen’
‘Het mooie van onze organisatie is dat we in Nederland het hele spectrum aan activiteiten beslaan dat nodig is om tot medische innovatie te komen, en om de nieuwe behandelingen daadwerkelijk succesvol bij de patiënt te kunnen brengen. Alles wat nodig is om een innovatie – “from lab to life” – vanaf de tekentafel naar de markt te brengen, is aanwezig,’ vertelt Michel van Agthoven, hoofd van de Johnson & Johnson Campus Nederland. ‘Met het brede spectrum aan activiteiten zijn we een belangrijke aanjager van nieuwe medicijnen, therapieën, vaccins en baanbrekende innovaties in medische technologie.’
Groei door acquisities
Johnson & Johnson heeft in Nederland ruim 4600 medewerkers in dienst. Het is het grootste gezondheidszorgbedrijf van de wereld met meer dan 130.000 medewerkers. De prominente aanwezigheid van Johnson & Johnson in Nederland is historisch gegroeid, verklaart hij. ‘Johnson & Johnson Nederland bestaat uit zeven verschillende onderdelen. De grootste is onze Biologics organisatie in Leiden, Sassenheim en Schiphol-Rijk. Deze is voortgekomen uit het voormalige Centocor, dat zich in 1984 als een van de eerste partijen vestigde op het in datzelfde jaar opgerichte Leiden Bio Science Park. Hier vindt eveneens de ontwikkeling van “Advanced Therapies” plaats, dat is ontstaan vanuit het Nederlandse bedrijf Crucell, dat in 2010 is overgenomen.’ Op het Leiden Bio Science Park is ook Mentor gevestigd, een van J&J’s productielocaties voor borstimplantaten. Verschillende J&J MedTech-activiteiten zijn ook voortgekomen vanuit Nederlandse startups. ‘J&J MedTech Vision gaat helemaal terug tot 1957. Dat is oorspronkelijk als Medical Workshop BV opgericht door twee oogartsen en een instrumentmaker uit Groningen, die zich toelegden op verbetering van het zicht van mensen met oogaandoeningen. Dat is uitgegroeid tot de divisie die zich richt op Research & Development, productie en distributie van intra-oculaire lenzen.’ Sinds december 2023 is GATT Technologies uit Nijmegen, dat zich toelegt op producten voor effectieve bloedstelping en orgaanlekkage, toegevoegd aan de activiteiten. Johnson & Johnson MedTech innoveert op het snijvlak van biologie en technologie, met slimme, minder invasieve behandelingen. De focus ligt op chirurgie, orthopedie, cardiovasculaire behandelingen en oogzorg. ‘We maken de operaties draaglijker voor de patiënt en werken ook aan betaalbaarheid van zorg, door bijvoorbeeld innovaties te ontwikkelen die minder beroep op de capaciteit van de zorg doen.’
Focus
De focus van Johnson & Johnson Innovative Medicine ligt op dit moment op oncologie, immunologie, neurowetenschappen, cardiopulmonale aandoeningen, besmettelijke ziekten en oogaandoeningen. ‘We innoveren elke dag om voorop te blijven lopen in de preventie, behandeling en genezing. We zien een belangrijke toekomst in biotechnologie en geavanceerde therapieën .’ ‘We steken bijvoorbeeld veel energie in het onderzoek naar nieuwe therapieën voor multipel myeloom (ook bekend als de ziekte van Kahler).’ ‘Het is belangrijk om te beseffen hoe onze aandachtgebieden ten opzichte van jaren geleden zijn veranderd. De relatief “gemakkelijke” oplossingen voor de ‘minder complexe’ ziektes zijn inmiddels wel uitgevonden. In de zoektocht naar het oplossen van ziektes zijn steeds specialistischer benaderingen nodig. We investeren volop in samenwerkingen om te kijken hoe onze behandelingen zo goed mogelijk toegepast kunnen worden,’ stelt Van Agthoven. ‘Een voorbeeld hiervan is onze Health Monitor, ontwikkeld door collega prof. Sjaak Bloem die ook een aanstelling heeft op de Nyenrode universiteit en hier al twintig jaar onderzoek naar doet. Dit is een eenvoudige vragenlijst waarmee de behandelaar kan bepalen in hoeverre een patiënt z’n ziekte accepteert en onder controle heeft. ‘Dat is per patiënt verschillend en de uitkomst van die vragenlijst bepaalt in belangrijke mate hoeveel ondersteunende zorg die patiënt nodig heeft om de behandeling succesvol te doorlopen. Dat komt het resultaat voor de patiënt ten goede en uiteindelijk ook de doelmatigheid van zorg.’
Economisch effect
‘De basis voor onze R&D is altijd het gezondheidsprobleem,’ verklaart Van Agthoven. ‘Dat is leidend. Onze missie is het verbeteren van de gezondheid, de kwaliteit van leven en het oplossen van ziektes. We streven ernaar om eerder in de ziekte van patiënten in te grijpen. Daarmee voorkom je niet alleen heel veel last voor de patiënt, maar ook voor de maatschappij.’ Hij reflecteert daarbij ook op de discussie over de kosten. ‘Vaak wordt bij de betaalbaarheid gekeken naar de prijs van een geneesmiddel of behandeling. Maar er zit een veel breder kader omheen. We hebben te maken met een gezondheidssysteem dat steeds meer onder druk staat. Door primair te focussen op wat de innovatie kost, doet Nederland zichzelf ernstig tekort. Je moet ook kijken wat een nieuw medicijn of een nieuwe behandeling in bredere zin oplevert, of aan vermindering van zorgcapaciteit bijdraagt. Denk aan een sneller herstel van een ingreep, waardoor iemand weer sneller aan het werk kan of minder nazorg of volgende behandelingen nodig heeft. Dat wordt vaak vergeten. Het succesvol kunnen behandelen van patiënten heeft een enorm economisch effect.’ Hij eindigt met een getal: ‘Farma wordt vaak in een zin met dure geneesmiddelen geassocieerd. Maar kijk je naar de cijfers, dan vormen de totale uitgaven aan geneesmiddelen in de medische zorg in Nederland slechts 6% van het totaal, waarmee we in de achterhoede lopen in Europa. Daar krijgen we ongelofelijk veel voor terug.’
Kruisbestuiving
De discussie overschaduwt het belang van Lifescience & Health en de MedTech sector in brede zin voor Nederland, meent Van Agthoven. ‘Uiteindelijk wil je een oplossing naar de markt brengen. Innovaties in de medische sector realiseer je niet in je eentje. Dat doe je in een ecosysteem, door middel van samenwerking. Met ziekenhuizen, onderzoekers, laboratoria, startups en andere bedrijven. Soms wordt in Nederland een zwart/wit-verhaal verteld van academie versus farma. Dat is veel te simpel. Een deel van de innovaties vindt hun oorsprong op de universiteit. Maar ze kunnen verder worden ontwikkeld door samen te werken.’ De waarde van plekken als het Leiden Bio Science Park en de andere science parken is enorm. De vliegwielwerking in innovatie is belangrijk. Als je een innovatie na langdurige ontwikkeling beschikbaar weet te maken voor patiënten, dan ontstaat door de toepassing ook weer nieuwe kennis en ervaring. Er worden nieuwe onderzoeken bedacht die vervolgens weer tot nieuwe innovatie en, niet te vergeten, werkgelegenheid leiden. Van Agthoven is trots op het Nederlandse ecosysteem waar Johnson & Johnson aan bijdraagt, samen met onder andere artsen, ziekenhuizen, universiteiten, start-ups en partners als TNO. Dit willen we graag verder uitbouwen, om Nederland nog aantrekkelijker te maken voor Lifescience & Health. Hij roemt Biotech Booster, dat kennisinstellingen en bedrijven in gezamenlijkheid faciliteert om biotechnologische kennis sneller en efficiënter om te zetten in relevante innovaties, maar waarschuwt voor zelfgenoegzaamheid. ‘Je moet ervoor zorgen dat je voortbouwt op elkaars sterktes om als Nederland de sterke uitgangspositie in biotechnologie te behouden. De sector is een geweldige groeidiamant voor Nederland, met een enorme potentie. Maar we zijn niet het enige land dat de potentie van biotech heeft gezien, dus we kunnen niet stilzitten’. De uitgangspositie is goed met zeven universitair medische centra, 27 topklinische ziekenhuizen, startups, scale-ups, andere onderzoeksinstituten en dat allemaal op een beperkte geografische schaal met nabijheid van de partners, op een aantrekkelijke plaats in Europa. Dit vraagt om proactief beleid voor deze bedrijfstak, die door de overheid is aangewezen als een van de sleuteltechnologieën voor Nederland. En dat is goed nieuws. Maar bedenk je: andere landen zitten ook niet stil!’