Zo’n 14 gemeentes hebben op 1 januari zero-emissiezones ingevoerd. Nog eens 16 gemeentes volgen later. Thomas Reitsma van ondernemersvereniging evofenedex verdedigt de stap: ‘Het is om de steden leefbaarder te maken. Niet om ondernemers te pesten.’
'Veel ondernemers hebben wél de stappen gezet en zijn intrinsiek gemotiveerd'
‘We weten al sinds 2018 dat het eraan zit te komen,’ vertelt Reitsma. In het najaar van 2020 hebben de overheid, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven waaronder evofenedex, gemeentes en de natuur en milieufederaties een akkoord gesloten over de randvoorwaarden voor het realiseren van zero-emissiezones. ‘We zijn er altijd voorstander van geweest, met de kanttekening dat het haalbaar en betaalbaar moet zijn voor de ondernemer. Dat zie je terug in de overgangs-en ontheffingsregelingen en subsidiemogelijkheden. Dat is voor ons altijd een belangrijk punt geweest.’ Gevraagd naar de kritiek op gemeentes, antwoordt hij: ‘De Zero Emissiezones zorgen voor een gelijk speelveld. Iedereen die de binnenstad in wil, moet aan dezelfde eisen voldoen.’
Intrinsiek gemotiveerd
‘Heel veel ondernemers hebben wél de stappen gezet en zijn intrinsiek gemotiveerd om met duurzaamheid aan de slag te gaan,’ constateert Reitsma. Evofenedex heeft meerdere programma’s opgezet om de eigen leden te ondersteunen in de transitie. ‘De eerste stap is de vraag: kan ik het anders organiseren? Waarom vervoer ik goederen van A naar B? Waarom doe ik dat op deze manier? Misschien kan het slimmer of efficiënter en kun je samenwerken met andere partijen.’ Hij noemt Goederenhubs.nl als voorbeeld, dat verzendingen aan de rand van de stad bundelt om vervolgens uitstootvrij op de plaats van bestemming te krijgen. ‘Het ultieme doel is het aantal vervoersbewegingen en overlast in de stad te verminderen.’ Een transitie doe je gezamenlijk, benadrukt hij. ‘Ga het gesprek met je opdrachtgevers aan, voordat je grote investeringen doet. Hoe kun je de initiële investering met elkaar afdekken?’ Schoonmaakbedrijf CWS dat het wagenpark heeft geëlektrificeerd is een mooi voorbeeld. ‘Hun vertrekpunt was: we willen onze bedrijfsvoering verduurzamen. Vandaaruit hebben ze de stap gezet om de 300 vracht- en bestelwagens te vervangen. Het gaat erom hoe je je presenteert bij je klant. Met hun ev-vloot laat CWS zien dat ze serieus aan de slag zijn met duurzaamheid en dat niet beperken tot de schoonmaakmiddelen zelf.’
Open blik
Kleine ondernemers hikken vaak tegen de initiële kosten aan; de aanschaf van de elektrische bestelbus. ‘Daar zit vaak het sentiment van de kleine ondernemer,’ weet Reitsma. ‘Ik voel die pijn wel, als ik zaterdags langs het voetbalveld sta, en een installateur me vertelt “ik kan dat niet betalen”.’ Gevraagd wat hij in dat geval zegt, antwoordt hij: ‘Ik vraag hem om eens met een open blik kijken naar wat er wél kan en wanneer de tijd voor hem dan wel rijp is om de stap te zetten. Wat vindt hij zelf belangrijk als we spreken over verduurzaming? En waar zit de motivatie om de stap te zetten? Kijk je naar de “total costs of ownership”, en neem je de laad- of brandstofkosten en het onderhoud mee, dan ben je nu onderaan de streep ongeveer evenveel kwijt.’