De Nederlandse afvalenergiecentrales spelen een belangrijke rol bij de Europese duurzaamheidsagenda, stelt AVR-directeur Jasper de Jong. “De centrales wekken niet alleen elektriciteit op, maar leveren stadswarmte aan wijken en stoom aan de industrie, die een belangrijke opgave heeft om minder fossiele energiebronnen te gebruiken.” “Maar,” zo vult hij aan, “alles begint met het afval dat we met z’n allen weggooien.”
De coalitie van afvalenergiecentrales zet zich in om een zo goed mogelijke (her)bestemming van het afval te vinden, vertelt AVR-directeur Jasper de Jong. “Je kunt niet vóór afval zijn, maar het ís er. Voor ons is het belangrijk dat je goed kijkt naar de keten en zo min mogelijk weggooit. Nog voordat het afval wordt verwerkt, worden kunststoffen, drankpakken, metalen en andere grondstoffen uit de afvalstroom gehaald. Én met het afval dat overblijft, vervangen we de inzet van fossiele bronnen.”
Veilige bestemming
De oorspronkelijke reden voor de bouw van afvalenergiecentrales is het niet meer willen storten van afval. “Daarin lopen we samen met Scandinavië voorop, door de beperkte ruimte die we in Nederland hebben.” AVR verzet zich samen met ARN, ATTERO & EEW tegen het hardnekkige sentiment dat afvalverbranding de circulaire economie niet dichterbij zou brengen. “Zo’n 97% van het afval krijgt een nieuwe, veilige bestemming als grondstof of energie. Alles wat kan worden gerecycled, krijgt een nieuw leven. Wat overblijft wordt in onze installaties op een schone en veilige manier verbrand. Zelfs de as die uiteindelijk overblijft, wordt verwerkt tot bouwmaterialen.”
De meeste zuidelijke landen binnen Europa storten hun afval nog, vertelt De Jong. “We vinden dat je de afval- en klimaatproblematiek als een Europees vraagstuk moet zien. De importheffing op afval uit het buitenland, die dit jaar is geïntroduceerd, werkt volgens ons niet. Het is gek dat we in Europa aan de binnengrenzen drempels opwerpen, door middel van heffingen voor afval uit het buitenland. Het houdt de grondstof- en afvaltransitie juist tegen.” Het beleid van de Nederlandse overheid, ingezet onder invloed van de Urgenda-maatregelen, mist het langetermijnperspectief, meent hij.
Sectoroverstijgende visie
Een kritiekpunt van De Jong is dat de afvalenergiebedrijven de opbrengst qua CO2-reductie, die de importheffing beoogt, tot nu toe nog niet terugzien in de Klimaat Energie Verkenning. Het is voor De Jong aanleiding om op te roepen om opnieuw na te denken over de industriepolitiek. “We snappen de CO2-heffing en andere maatregelen, maar zouden ook graag een sectoroverstijgende visie willen zien over de samenwerking tussen duurzaam productontwerp, recycling en verbranding. Als de importheffing wordt ingetrokken, kunnen we doorinvesteren in de energietransitie en circulaire keten, waarbij het restafval op een klimaatneutrale manier wordt verwerkt.”
Nederland kan hierin een belangrijke rol spelen, benadrukt De Jong. “In plaats van dat landen als Spanje, Frankrijk en IJsland nieuwe verbrandingsinstallaties bouwen, kunnen ze het restafval beter naar Nederland brengen, waar we het goed voor elkaar hebben qua restafval dat wordt omgezet in energie en grondstof en de CO2-uitstoot wordt afgevangen.”
De Ladder van Lansink
Werner Schouten is voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging. Zijn organisatie – nummer 1 van de Duurzame 100 van Trouw – heeft als belangrijkste doelstelling de 1,5°C samenleving in 2050. “Het uitgangspunt van jongeren is dat we lokaal zo waardevol mogelijk al onze grondstoffen hergebruiken en terugwinnen. Uiteindelijk willen we in 2050 honderd procent circulair zijn.”
Schouten haalt de Ladder van Lansink aan. Dit is een hiërarchie op het gebied van afvalbeheer, met onderaan storten en bovenaan recycling, hergebruik en preventie. Energiewinning uit afval staat in het midden. “We moeten afval echt gaan herwaarderen. Het is belangrijk dat we inzetten op een circulaire keten. We moeten meer en meer naar recycling, nieuwe industriële toepassingen (re-manufacturing) en idealiter hergebruik. In veel Europese landen wordt het overgrote deel van het afval nog gestort. Daar komt methaan bij vrij, wat een nog agressiever broeikasgas is dan CO2.”