De Nederlandse levensmiddelenindustrie, verenigd in de FNLI, zet zich in voor het verminderen van de milieubelasting van voedselverpakkingen. Dat lukt alleen met een gezamenlijke inspanning met onder meer de gemeenten, sorteerders en recyclers benadrukt manager duurzaam verpakken Hylke Brunt van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie.
“Voedselverpakkingen zijn grofweg verantwoordelijk voor tien procent van de integrale CO2-uitstoot van een voedingsproduct dat in het winkelschap ligt,” vertelt Hylke Brunt. “Maar als je het hebt over de circulaire economie, waarop we aansturen, dan is de voedselverpakking uiteraard heel belangrijk en bovendien zichtbaar. Dat is ook waar wij hard op koersen. Om voedselverpakkingen zodanig te ontwerpen, dat ze na inzameling en bewerking een nieuwe toepassing kunnen krijgen.” Er gelden ook wettelijke targets voor, benadrukt Brunt. “En die targets zijn onlangs aangescherpt. Dit betekent dat Nederland, maar ook andere Europese lidstaten een stap extra moeten zetten waardoor er nu een gelijk speelveld binnen de EU ontstaat.”
Afvalfonds Verpakkingen
De FNLI-leden zijn als producent en importeur verantwoordelijk voor het inzamelen, sorteren en recyclen van het voedselverpakkingsafval. Hiervoor heeft het totale verpakkende bedrijfsleven de stichting Afvalfonds Verpakkingen opgericht. Papier en karton vormt qua volume de grootste verpakkingsstroom. Kunststof is de belangrijkste uitdaging, vertelt Brunt. “Dat is nog lastig te recyclen, hoewel dat steeds beter gebeurt. Daarnaast speelt ook een financieel argument. De kosten in de keten om kunststof te sorteren en recyclen zijn substantieel.” Bij het sluiten van de keten stuurt het Afvalfonds Verpakkingen op zo hoog mogelijke recycling tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
“Er zijn meerdere knoppen waaraan je kunt draaien om meer circulaire voedselverpakkingen te realiseren,” stelt Brunt. Hij vertelt over de uitdaging en dilemma’s. “Je kunt niet oneindig in de functionele eisen snijden. Kies je er uit oogpunt van materiaalreductie bijvoorbeeld voor om hard plastic in verpakkingsmateriaal te vervangen door folies, dan verschuif je het probleem mogelijk naar de afvalstromen. Want folies zijn veel moeilijker te recyclen. Daarnaast moet folie ook nog eens dezelfde functionele eigenschappen hebben als een hard bakje, zoals rechtop blijven staan.”
Lappendeken
De levensmiddelenindustrie heeft een beperkte grip op de inzameling van verpakkingen, constateert Brunt. “Voor het inzamelen zijn we afhankelijk van de gemeenten. Er zijn ruim 350 gemeenten, die allemaal een eigen opinie over afval hebben. Dat leidt tot een lappendeken aan systemen, wat de efficiëntie en effectiviteit van de keten niet altijd bespoedigt. Gemeenten bepalen zelf hoe ze inzamelen, maar wij moeten als verpakkende bedrijfsleven wel de kosten dragen. Daar ligt een spanningsveld.”
Tegelijkertijd steekt hij ook de hand in eigen boezem. “Wij moeten zelf het initiatief nemen om de stroom verpakkingsmaterialen, waar dat mogelijk is, homogener te maken.” Dat is de opdracht aan de voorkant van de keten, de designkant. “Het klinkt makkelijk, maar is best ingewikkeld,” benadrukt Brunt. “Je hebt ook met de functionaliteit te maken. Je wilt een product niet na één dag weggooien als gevolg van circulaire designkeuzes. Daarmee span je het paard achter de wagen.
Er worden steeds vernuftigere technologieën geïntroduceerd. Als voorbeeld noemt Brunt ‘magnetic density separation’ – waarbij afval met behulp van zwaartekracht wordt gescheiden – en chemische recycling. Hierbij blijven polymeren over die als granulaat kunnen worden hergebruikt als grondstof. “In beide gevallen betekent het dat er grootschalige investeringen moeten worden gedaan om de bouw van de installaties van de grond te tillen.” Voor het sluiten van de keten is ook hergebruik van recyclaat nodig. “Dat is nu nog lastig voor levensmiddelenproducenten,” stelt Brunt. “Er wordt toegewerkt naar hergebruik van recyclaat, maar levensmiddelenverpakkingen moeten terecht aan de strengste voedselveiligheidseisen voldoen. Bij het verpakken van non-food maakt dat minder uit en daar liggen vandaag de dag dan ook meer kansen”
“Het nieuwe EU-recyclingdoel voor alle verpakkingen samen is 70 procent voor 2030, zelfs voor een koploper als Nederland is dat fors.”