Noord-Nederland heeft een sterk ecosysteem dat zich richt op de vergroening van de chemie. Samenwerking in de keten staat hierin centraal. Het chemiecluster in Delfzijl richt zich op intermediate chemicals en het cluster in Emmen op polymeren. Samen met het kenniscluster op Campus Groningen met de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool zijn ze de kartrekkers. Voeg hier het in Heerenveen gevestigde Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics toe en de cirkel is rond. Dat allemaal in het ecosysteem Chemport Europe.
De chemische industrie vormt een belangrijke pijler van de economie in Noord-Nederland. De klimaatdoelen en roep om vergroening vragen om een nieuwe koers, met ruim baan voor biomaterialen en -grondstof en hergebruik. Het ecosysteem Chemport Europe ontwikkelt zich hierin snel. Een van de ketens waar op ingezet wordt, is de circulaire kunststofketen. Circulariteit begint waar plastic eindigt en in Noord-Nederland vormt zich een cirkel rondom kunststoffen.
Ketensamenwerking
Mark-Olof Dirksen van Philips Drachten vertelt dat zes jaar geleden het idee ontstond om recycled plastic in te zetten bij de productie van huishoudelijke apparaten. “Voor ons is het belangrijk dat de grondstof heel zuiver is en dat we kleurvrijheid hebben. Dat waren de twee insteken: beschikbaarheid en kleur. Daar hebben we regionale partners bij gezocht.”
Afvalverwerkers staan aan het begin van een nieuwe cyclus. Een consortium van Philips, afvalverwerker Omrin, plasticproducent Morssinkhof en NHL/Stenden Hogeschool heeft de handen ineengeslagen voor het hergebruik van polypropyleen (PP) als hoogwaardige grondstof voor recycled plastic.
“Het ‘target’-product was een Senseo,” vervolgt Dirksen. “De eerste twee jaar is gewerkt aan de specificaties en een inventarisatie van wat nodig is om afval om te zetten naar een polypropyleen dat geschikt is om onderdelen van te maken die voldoen aan deze kwalificaties.” Het project was zo succesvol, dat Morssinkhof in de nabijheid van Omrin een plastic-recylinginstallatie heeft gebouwd, waardoor we wat we in het klein hebben getest nu ook in het groot kunnen maken. In 2025 wil Philips dat 20% van alle huishoudelijke productonderdelen van recycled plastic is gemaakt.”
“Als bedrijf kun je dit soort systemen niet in je eentje opzetten,” benadrukt Dirksen. “Je hebt subsidie nodig voor het onderzoek en de ketensamenwerking. Zo heeft de provincie Friesland heeft een cradle-to-cradle-aanpak (‘van wieg tot wieg’) in het beleidsmilieuplan. Samen met de provincie en het Afvalfonds Nederland hebben we het project kunnen opstarten.”
Twee werelden
Errit Bekkering is vanuit NOM, de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland, betrokken bij de ontwikkeling van projecten. “Technisch is heel veel mogelijk, maar de overstap naar de circulaire economie is een uitdaging, omdat het een ketengebeuren is. Je moet afspreken wie wat doet en daarbovenop ook nog afspraken maken over het verdelen van de markt. Eérst moet je gezamenlijk kijken óf er voldoende te verdelen is. Pas later kun je je druk maken hóe die verdeling is. Dat is anders dan dat je een producent opbelt en zijn prijs vraagt.”
“Afvalverwerking en maakindustrie zijn twee werelden die ver uit elkaar liggen. Het kost tijd voordat je die bij elkaar hebt. Samenwerking, nabijheid en vertrouwen hebben ons geholpen om zulke processen van de grond te krijgen. We hebben in Noord-Nederland daarin echt een voorsprong opgebouwd. De komst van het Nationaal Testcentrum Circulaire Plastics is uniek,” constateert Bekkering. Hij vervolgt: “Met top-downmaatregelen kun je veranderingen versnellen. Het ontwikkelen van circulaire bestanddelen kost tijd. De aanloop is lang. Het zijn individuele bedrijven die dat moeten doen.”
Een belangrijke reden voor de NOM om initiatieven als de bouw van de nieuwe fabriek voor polypropyleen van Morssinkhof op het terrein van afvalverwerker Omrin te steunen, is dat de chemische industrie in 2050 CO2-neutraal moet zijn, vertelt Bekkering. “Daar heb je een aantal dingen voor nodig, zoals groene grondstoffen, maar ook hergebruik van grondstoffen.”
Sterke sector
“Chemie is een sterke sector in Noord-Nederland. Die willen we behouden. Daarom zorgen we dat op dat vlak een voorsprong behouden. Voor Noord-Nederland is de procesindustrie een belangrijke tak van sport,” aldus Bekkering. Een andere belangrijke motivatie om de circulaire economie te ondersteunen is dat het speelt bij bedrijven. “Bedrijven willen inzetten op verduurzaming en groen.
“De zoektocht en uitdaging is om tot de beste combinaties van grondstofstromen en bruikbare toepassingen te komen. Daar zijn nu de eerste resultaten van te zien
Ontmoeten en samenwerken
Hoewel we in een digitale eeuw leven en samenwerking tussen onderzoekers en bedrijven op mondiale schaal plaatsvindt, blijkt uit onderzoek dat fysieke nabijheid van talent, onderzoeksinstituten en bedrijven bijdraagt aan het delen van kennis. Ontmoetingen leiden tot innovatie en het naar de markt brengen van fundamenteel en toegepast onderzoek. De juiste faciliteiten stimuleren bedrijven om kennis te delen en te innoveren, ook als het aankomt op verduurzaming. “Het innovatiecentrum Chemistry en Engineering op Campus Groningen is zo’n faciliteit waar ontmoeting centraal staat. Een plek waar startups samenwerken met bedrijven aan nieuwe producten. Bedrijven zoals MercachemSyncom, Ducom, Demcon en Cliqswiss zullen zich om die reden vestigen in deze ontmoetingsplek. En die ontmoeting is zo belangrijk, samen vinden we de oplossingen op maatschappelijke uitdagingen waar iedereen beter van wordt.”, aldus Edward van der Meer van Campus Groningen.
Onderdeel van het ecosysteem
“Het werken aan grote maatschappelijke problemen past in de ambitie en strategie van de Universiteit Groningen,” meent Erik Heeres, hoogleraar toegepaste chemie aan de Universiteit Groningen. “We willen niet alleen kennisinstellingen bundelen, maar ook onderdeel zijn van het ecosysteem Chemport Europe door samen te werken met bedrijven en overheden in Noord-Nederland. Kijk je bijvoorbeeld naar de kunststofketen en recycling, die keten hebben we in Noord-Nederland mooi bij elkaar. Daarnaast hebben we in het Noorden een overheid die heel actief inzet op vergroening en het circulair maken van de economie. Er liggen enorm veel kansen.”
Bekkering beaamt dit: “We staan aan de vooravond van een doorbraak. Er is een beweging gaande om de grondstoffen in het systeem te houden. De komende jaren gaan we met elkaar fors investeren om die circulaire kunststofketen in Noord-Nederland te realiseren.