De urgentie is groot. Willen we de opwarming en uitputting van de aarde een halt toe roepen, dan moeten we versneld de stap zetten naar duurzame energie en een circulaire economie. De doelen uit het Klimaatakkoord en het Grondstoffenakkoord zijn helder, 2030 is alweer een jaar dichterbij. Iedereen moet mee in de transitie, van consument en huiseigenaar tot retail en industrie.
In 2050 moet de energievoorziening bijna helemaal duurzaam en CO2-neutraal zijn. Bovendien wil Nederland niet afhankelijk zijn van energie uit andere landen. Het streven is dat in 2030 het aandeel hernieuwbare elektriciteit in de totale elektriciteitsproductie 70% is. Minimaal 32% van de energie (elektriciteit, gas en warmte) moet duurzaam zijn opgewekt.
Circulaire economie
De vraag naar grondstoffen neemt wereldwijd toe, wat ten koste gaat van de natuur en het milieu. Om slimmer en zuiniger met grondstoffen om te gaan, heeft het kabinet drie doelstellingen geformuleerd om de Nederlandse economie zo snel mogelijk circulair te maken. Om te beginnen efficiënter gebruik van grondstoffen en de inzet van duurzaam geproduceerde, hernieuwbare (onuitputtelijke) en algemeen beschikbare grondstoffen. In de derde doelstelling ligt de grootste uitdaging: nieuwe productiemethodes ontwikkelen en nieuwe producten circulair ontwerpen.
Circulair ondernemen vraagt om een ander businessmodel. De hele keten moet opnieuw worden ingericht, van inkoop en gebruik van duurzame materialen tot het hergebruik. In de circulaire economie moet je van tevoren nadenken over de minimale inzet van materialen, hergebruik, reparatie en als laatste stap recycling. Plastics zijn een mooi voorbeeld van de obstakels die er nu nog liggen op het pad richting de circulaire economie. Inkopers houden vaak nog vast aan virgin plastics, terwijl er plastic recyclaat voorhanden is. Ook bij de consument is er een slag te slaan. De hoeveelheid wegwerpplastic en zwerfafval in het milieu neemt jaarlijks toe. Sinds dit jaar gelden nieuwe regels rondom producten van wegwerpplastics, zoals wattenstaafjes en rietjes en wordt ook voor kleine plastic flesjes statiegeld geheven.
Warmtenet
De urgentie is hoog, wil Nederland de klimaatdoelen van 2030 en 2050 halen. In de gebouwde omgeving gaan de energietransitie en het vergroenen en verduurzamen hand in hand. Voor de bouw zelf spelen opgaven op het gebied van het verminderen van de CO2-uitstoot en het terugdringen van het primaire grondstofgebruik en verspilling op de bouwplaats. De focus in het ontwerp ligt op energieneutraal bouwen, circulaire bouw en het gebruik van duurzame materialen, onder meer door de inzet van het materialenpaspoort. Hierdoor kun je gebouwen uit elkaar halen en materialen hergebruiken.
De Nederlandse woningvoorraad moet in 2050 klimaatneutraal zijn én van het aardgas. Particulieren die hun huis duurzaam willen verwarmen met een warmtepomp of zonneboiler kunnen een subsidie krijgen voor de aankoop. De verwachting is dat in 2050 de helft van alle woonwijken is aangesloten op een warmtenet, waarbij de woningen worden verwarmd met aardwarmte of restwarmte, bijvoorbeeld van een afvalenergiecentrale, de industrie of een datacenter of met hulp van aardwarmte. Eigenaren van bestaande woningen zijn niet verplicht om aan te sluiten op het warmtenet, als deze wordt aangelegd. Bij nieuwbouwprojecten geldt wel een verplichte aansluiting op het warmtenet.
Positieve benadering
Uiteindelijk gaat het er ook om dat mensen (en bedrijven) in beweging komen. Een positieve benadering werkt het beste, benadrukt omgevingspsycholoog Prof. Linda Steg van de Rijksuniversiteit Groningen in een interview voor Het Groene Brein. “Als de overheid duidelijk neerzet: dit is het duurzame doel dat we nastreven, is het ook waarschijnlijker dat mensen dat zelf ook gaan nastreven.’’