Eigen AI-systemen, een eigen cloud – de Nederlandse ambities voor meer strategische autonomie en weerbaarheid zijn er. Datacenters zijn daarin onmisbaar, maar de sector mist een visie voor de lange termijn, ook als het om duurzaamheid gaat.
‘De restwarmte uit een datacenter zouden we kunnen transporteren naar een duurzaam warmtenet voor woonwijken’
De datacentersector is een van de meest dynamische en snelgroeiende sectoren in Europa. En een sector die antwoorden moet vinden op enorme uitdagingen. ‘We staan met datacenters aan de basis van toekomstige ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie, van quantumtechnologie en van een eigen Europese cloud,’ zegt Stijn Grove, directeur bij Dutch Datacenter Association, de brancheorganisatie van datacenters in Nederland. Het is, benadrukt hij, een sector die moet anticiperen op continue ontwikkelingen. Grove: ‘De groei van AI gaat nu zo hard… Daarvoor is digitale infrastructuur nodig en daarin vormen datacenters een heel belangrijk onderdeel. Digitaal knooppunt Nederland lijkt daarin de boot te missen. Ten opzichte van de landen om ons heen – de investeringen die daar nu gedaan worden – moet je eigenlijk concluderen dat we in Nederland stilstaan.’
Duurzaam model
Naast stijgende bouwkosten en hoge energieprijzen vormt het overbelaste energienet misschien wel het grootste probleem. Grove: ‘De grootste uitdaging is zoeken naar een ander model, meer integreren in de grid, flexibel worden met de stroomvraag.’ Eerder al wees Grove op het belang van strategische plaatsing van datacenters: in de buurt van energiebronnen, dichtbij elkaar zodat ze efficiënter gebruik kunnen maken van infrastructuur en nabij bedrijven die de restwarmte kunnen hergebruiken: ‘Dit bespaart energie, vermindert CO2-uitstoot en maakt het energiesysteem efficiënter.’ Het zijn, naast de uitdagingen, duurzame kansen die ook Carlo Brouwer, managing director van STULZ Benelux, signaleert. Stulz is specialist in klimaatoplossingen en speelt een vooraanstaande rol op het gebied van duurzame ontwikkelingen binnen de sector. Brouwer: ‘Datacenters zijn voor ons een natuurlijke partner, elk datacenter heeft koeling nodig. Meer dan ooit zelfs, met de opkomst van AI. Onder andere door de toepassing van AI is het vermogen per rack in een datacenter tien tot zelfs twintig keer hoger geworden.
Met lucht haal je dan de warmte er niet meer uit. Er is dus een ander koelmedium nodig. En dat is liquid cooling.’ De eerste systemen met liquid cooling worden nu geïnstalleerd. Stulz loopt voorop in deze ontwikkelingen: ‘Met liquid cooling gaat de warmte in de vloeistof zitten. Dat zou je kunnen transporteren naar een duurzaam warmtenet voor woonwijken. In tegenstelling tot luchtkoeling is bij liquid cooling de vertaalslag van warmte naar water niet nodig. Dat maakt ontkoppeling en toepassing van warmte uit datacenters makkelijker. Er zijn nu wat initiatieven op dat vlak, onder andere in Eindhoven.’ Maar, zegt Brouwer, soepel gaat het niet: ‘Het gaat natuurlijk om heel veel warmte en onze infrastructuur is daar niet op ingesteld. Bovendien krijg je te maken met heel veel betrokken partijen.’ Ook Brouwer mist een heldere visie bij de overheid: ‘Men weet soms echt niet waarover men het heeft. Dat vind ik verontrustend. Europese wetgeving is er ook nog steeds niet. Als ze het daar niet weten, kom je hier ook niet verder.’