Botsende belangen, conflicterende onderwerpen. Met de druk op de ruimte en de groeiende zorg om de natuur, het klimaat, de leefomgeving en het dierenwelzijn, staan melkveehouders voor nogal wat uitdagingen. Innovatie en transparantie zijn van groot belang.
Extra uitdaging voor de melkveehouderij: de consument lijkt steeds verder van de boerderij af te komen staan
Melkveehouderij in een land waar de druk op de ruimte groeit? Ook door de zorg om de natuur, het klimaat, de leefomgeving en het dierenwelzijn, botsen steeds vaker de belangen en conflicteren de onderwerpen. Een puzzel en dan eentje van de steeds complexere soort, noemt vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland het in een notitie, niet in het minst door een voortdurende stapeling van beleid: ‘De sleutel om deze opgaven op te lossen is ondernemerschap, een verdienmodel en betrouwbaar overheidsbeleid. Ondernemende melkveehouders zijn als geen ander in staat om lokaal altijd de beste oplossing te kiezen bij de vraag van markt en maatschappij. Ruimte voor ondernemerschap is daarom cruciaal.’
Uitdagingen oppakken
Niet minder van belang is innovatie. Dat benadrukte André Troost, topman van Lely, vorige maand tijdens de finale van de Dutch Dairy Challenge, een jaarlijks evenement waarin melkveehouders aan de slag gaan met hun innovatie (een heel aantal dit jaar over mest, mestbenutting en mestverwerking). Familiebedrijf Lely is bouwer van agrarische robots, maar Troost erkent dat het bij het oppakken van de uitdagingen niet enkel meer gaat om de melkrobot met de grootste capaciteit of de robot die het snelste het voer aanschuift. Tegenover maximalisering van de melkproductie staan ook diergezondheid, een beter milieu, duurzame en voedzame zuivelproducten, draagvlak bij de consument en welzijn van de boer.
Volledige transparantie
De andere kijk op dierenwelzijn heeft een krachtige stem bij organisaties als Wakker Dier en het Wereld Natuurfonds. Zo voert Wakker Dier de campagne ‘Op naar een diervriendelijker zuivelschap’ onder de slogan ‘Stop met sloopmelk’, gericht tegen het slachten van een melkkoe op gemiddeld rond het zesde levensjaar ‘terwijl een melkkoe van nature wel twintig jaar kan worden’. Zoetjesaan dringt het tot de sector door dat met een verwijzing naar het buitenland de druk niet van de ketel gaat. Een koe in China geeft gemiddeld veel minder melk dan een Nederlandse, een koe in Polen komt eigenlijk nooit buiten en bij bedrijven die in Nederland gelden als intensief, wordt buiten Europa de wenkbrauwen gefronst, met landen waar een gemiddelde boerderij tot soms wel tienduizend koeien telt. De gemiddelde koe buiten Europa heeft over het algemeen ook nog een hogere uitstoot dan de Nederlandse. Het zijn feiten waarmee je kunt schermen, maar waaraan veel partijen geen boodschap hebben. De uitdaging voor de sector ligt in wat de maatschappij verwacht: meer vooruitgang boeken op het thema dierenwelzijn. Net als de impact van de melkveehouderij, met toekomstige innovaties, op het milieu verkleinen. Ondertussen moet de kritische consument ook bediend worden met kwaliteit goede traceerbare en duurzame zuivelproducten. De vraag naar zuivel zal de komende jaren blijven toenemen, net als de roep van consumenten om transparantie van de keten. Extra uitdaging voor de melkveehouderij: diezelfde consument lijkt steeds verder van de boerderij af te komen staan. Ook daar zal de sector iets op moeten verzinnen.