EEW Energy from Waste Delfzijl b.v. levert de omliggende industrie warmte uit afval om de productie te vergroenen. Onlangs is de site uitgebreid met een installatie die waterzuiveringsslib verbrandt, Er zijn concrete plannen om tot 2030 nog 350 miljoen euro te investeren in onder meer CO2- afvang en hergebruik.
‘De omgeving heeft veel baat bij ons en vindt dat we moeten blijven’
EEW Energy from Waste Delfzijl b.v. is onderdeel van een groot Duits afvalenergiebedrijf. De installatie in Nederland is gebouwd vanwege de energietransitie, vertelt directeur Wilfred de Jager. ‘Het omliggende industriegebied is op zoek naar alternatieven ter vervanging van fossiele energiebronnen. Een daarvan is onze afvalenergiecentrale (AEC). We kunnen direct energie leveren, met name in de vorm van warmte. De warmte die niet wordt afgenomen, wordt omgezet in elektriciteit. Die elektriciteit benutten we voor een deel om perslucht te maken, wat ook weer aan dezelfde industrie wordt geleverd.’ De EEW-centrale is niet alleen maar gebouwd om afval te verwerken, maar juist om van afval energie te maken. ‘Er is in Delfzijl echt een nieuwe standaard neergezet. We zijn de modernste, op een na meest energie-efficiënte afvalenergiecentrale in Nederland en we hebben de schoonste rookgasreiniging van alle AEC’s.’ In 2010 zijn de eerste twee lijnen gebouwd. Op verzoek van de industrie is daar in 2019 nog een derde bijgekomen. Een vierde verwerkingslijn is dit jaar in gebruik genomen. De nieuwe, vierde lijn verwerkt slib van zuiveringsinstallaties van de noordelijke waterschappen. ‘Slibverbranding is 100% groene energie. Die stroom leveren we aan de nieuwe bioplastics installatie van Avantium,’ zegt De Jager. ‘We bouwen op dit moment ook een grote scheidingshal om eerst kunststoffen en andere producten uit de afvalstroom te halen.’
Afvang en hergebruik van CO2
De discussie in de Tweede Kamer en op het ministerie van Klimaat en Groene Groei om de capaciteit van afvalverbranders af te bouwen, om de CO2-doelen te halen – ‘wat ik snap’ – pareert De Jager met een argumenten over de energiezekerheid en grondstofterugwinning. Zijn boodschap is kort maar krachtig: ‘De omgeving heeft veel baat bij ons en vindt ook dat we moeten blijven. Alternatieve energiebronnen als de onze zijn van harte welkom, niet alleen vanuit duurzaamheid, maar ook geredeneerd vanuit de prijs en energiezekerheid. Het mooie is dat we onze warmte direct aan de afnemer leveren. We hebben amper energieverlies.’ Hij vindt het onbegrijpelijk dat afvalverbranding wordt gediskwalificeerd, met het argument dat je het recyclebaar afval verbrandt. ‘Het zou jammer zijn als de overheid alleen maar kijkt naar de korte termijn CO2-winst richting 2030.Natuurlijk hebben we in Nederland doelstellingen die we moeten halen. Maar dan nog. Als je er nu voor kiest om de capaciteit af te bouwen, room je daarmee het verdienmodel af om op verduurzamingsinvesteringen voor de langere termijn te doen. En het afval is daarmee niet verdwenen. Dat wordt verwerkt bij slechtere alternatieven in Europa.’ EEW is medeondertekenaar van een open brief, waarin toonaangevende Europese industriële bedrijven EC-voorzitter Ursula von der Leyen oproepen om met een CCS- en CCU-actieplan (CO2-afvang, -opslag en hergebruik) te komen: ‘De industrie heeft baat bij een betrouwbare overheid die CO2 afvangt en afzet stimuleert. Waar wij voor pleiten is om de problematiek Europees op te lossen.
Paradepaardje
De Jager: ‘We zijn er om goed te doen. Door zo groen mogelijke energie te leveren en steeds meer grondstoffen te winnen uit het afval. We hebben al zo’n 200 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe installaties. Uit de as van de slibverbranding gaan we fosfaten terugwinnen.’ Met proeffabrieken gaat EEW onderzoeken hoe CO2 en NOx kan worden afgevangen en hergebruikt en bicarbonaat uit de rookgasreiniging kan worden gerecycled. Het voornemen is om de diverse installaties voor 2030 te realiseren. Bij elkaar opgeteld heeft EEW hiervoor nog eens 300 à 350 miljoen euro gereserveerd, vertelt hij. ‘Daarmee maakt EEW van Delfzijl hun paradepaardje. Dat heeft allemaal te maken met de ligging. We hebben afzet in de buurt, met bedrijven in het nabijgelegen industriegebied die de CO2 heel goed kunnen hergebruiken.’