Voortrekker en uitblinker in de circulaire economie: in Friesland werken alle partijen op een unieke manier samen aan een circulaire toekomst. “Maar de grote stappen zullen toch echt landelijk gezet moeten worden.”
In 2017 werd Friesland uitgeroepen tot Beste circulaire regio van Nederland. “Inmiddels,” zegt gedeputeerde Sander de Rouwe, “zijn we misschien al twee keer ingehaald door Limburg en Gelderland.” De Rouwe noemt het vooral een opsteker: “In 2015 kwam het woord ‘circulair’ nog in geen enkel coalitieakkoord van de twaalf provincies voor. In 2019 stond de circulaire economie in elk akkoord centraal.” De Friese ambities zijn nu Europees. Zijn provincie moet, zegt De Rouwe, in 2025 tot de top-3 van meest circulaire regio’s in Europa behoren.
Virus
De Rouwe zet in op het grote verhaal. “De allergrootste fout die we kunnen maken, is na de coronacrisis willen terugkeren naar het oude normaal. Dan zijn we blind voor de wijdverbreide problemen die in dat oude normaal de economie hebben verziekt. De stikstofproblematiek, pfas, ik noem het de uitlaat van de lineaire economie. Je kunt ze niet langer ad hoc analyseren en oplossen, er is een brede visie nodig. Waar staan we nu, waar moeten we naartoe? Hoe maken we de transitie mogelijk naar een circulaire economie? Net als in de coronacrisis, helpt alleen een integraal beleid ons verder.” Kern daarvan is volgens de Rouwe het loslaten van een beleid dat volledig gericht is op grotere export en hogere inkomens. Brede welvaart is het sleutelbegrip. De Rouwe: “Dat betekent dat we veel breder moeten gaan kijken naar economische ontwikkeling in combinatie met welzijn, met het milieu en met bijvoorbeeld de impact van economische handelingen hier op plekken elders in de wereld. Om ervaringen en expertise uit te wisselen, onderzoeken we de mogelijkheid om ons aan te sluiten bij de WEGo, de ‘Wellbeing Economy Governments’-alliantie.”
Samenwerking
Friesland blinkt volgens De Rouwe uit in intensieve en integrale samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen. “In al het onderwijs,” zegt de gedeputeerde, “tot hbo en universiteiten, wordt een doorgaande leerlijn aangeboden. Van peuter tot promovendus wordt de gedachte achter de circulaire economie uitgelegd, hoe je niet zozeer incidentele producten circulair maakt, maar de hele keten.”
Bert Wassink, wethouder van Leeuwarden voor onder andere duurzaamheid en omgevingsvisie, wijst op het grote voordeel van die intensieve samenwerking. “We hebben hier korte lijntjes,” zegt Wassink, “we kunnen elkaar makkelijk vinden.” De Vereniging Circulair Friesland is een schakel van grote betekenis. Wassink: “Bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden vinden elkaar daarin.” Zijn gemeente probeert de innovatie aan te jagen door de eigen inkoop circulair te maken en in aanbestedingen eisen te stellen aan duurzaamheid en circulariteit. In de openbare ruimte ligt de nadruk op het hergebruik van materialen. Maar, zegt Wassink, de grote stappen zullen toch echt landelijk gezet moeten worden. De bal ligt bij dit en het nieuwe kabinet, daar moet de regelgeving uiteindelijk vandaan komen. In de Week van de Ciculaire Economie biedt gedeputeerde Sander de Rouwe namens de twaalf provincies in Den Haag een manifest aan dat de weg moet wijzen naar een circulaire toekomst. “Een stevig document,” zegt De Rouwe, “met een heldere boodschap: we moeten het virus van het de lineaire economie verslaan, er is geen tijd meer te verliezen, we moeten nú een enorme schaalsprong maken.”