Het netwerk aan gaspijpleidingen in de Noordzee, ten noorden van Den Helder en de Waddenzee, biedt de ideale infrastructuur om offshore geproduceerde groene waterstof naar het vasteland te transporteren. De twee eigenaren, NGT en NOGAT hebben een studie gedaan hoe ze een deel van hun netwerk hiervoor kunnen vrijmaken.
Qua investeringskosten, tijdspad en milieu-impact is voor windparken ver van de kust offshore dit veruit de beste oplossing, vertellen de CEO’s van NGT en NOGAT, Ron Hagen en Hans Janssen. De twee bedrijven beheren twee van de drie hoofdleidingsystemen die het aardgas aan land brengen, dat in het continentale plat van de Noordzee wordt gewonnen. Beide bedrijven kunnen en willen een rol spelen in de energietransitie en de daarvoor benodigde overstap naar waterstof. Ze hebben de handen ineengeslagen om een deel van hun gezamenlijke gasinfrastructuur vrij te maken voor het transport van waterstof. De leidingen van NOGAT lopen van Den Helder naar het noordelijke deel van de Noordzee, in het Nederlands continentale plat. Het netwerk van NOGAT heeft vertakkingen naar het Deense continentaal plat. Het netwerk van NGT loopt daar weer dwars op, van het westen, tegen de Engelse grens naar het oosten, richting Duitsland. ‘We hebben een leiding door de Waddenzee die bij het mooie Groningse plaatsje Uithuizen aan land komt, waar een gasbehandelingsinstallatie is. De leiding ligt er zo’n 50 jaar,’ vertelt NGT-ceo Ron Hagen.
Morele plicht
‘We zien dat we we elkaar nu nodig hebben om de energietransitie te versnellen,’ aldus NOGAT-CEO Hans Janssen. ‘Als we een van de pijpen vrijspelen, hebben we de andere leidingen nog beschikbaar om het gas te transporteren. Dat is het mooie van deze samenwerking. We trekken samen op.’ Hagen: ‘We hebben contractuele verplichtingen met de operators van de nog actieve gasvelden. Die komen we vanzelfsprekend na. Maar we voelen ook de morele plicht om de toekomstige energiedragers naar land te transporteren. Ook om de Nederlandse energiebehoefte te dekken, tijdens de energie transitie zal er namelijk nog steeds een belangrijke rol voor Nederlands aardgas zijn.’ Vanwege de overcapaciteit in de leidingsystemen is in principe één pijpleiding voldoende om al het gas aan land te brengen. In combinatie met de ambities van NGT en NOGAT om een rol te spelen in de energietransitie, heeft dit ertoe geleid dat wij gezamenlijk onderzoek doen naar waterstoftransport door onze leiding., ook in de fase dat er nog aardgas wordt getransporteerd. NGT-Business Developer Menno Ros vertelt dat er allereerst is gekeken naar de mogelijkheden van het bijmengen van waterstof bij het aardgas. ‘Er zijn echter beperkingen aan de hoeveelheid waarmee dat kan, waarschijnlijk slechts tot ca 2%, zodat we gezamenlijk zijn gaan kijken hoe we aardgas leidingen van een van beide systemen kunnen omleiden zodat alle gasvelden door deze ene leiding kunnen produceren. Vervolgens kunnen we dan de andere hoofdleiding vrijspelen voor puur waterstoftransport! Op deze manier waarbij we tegelijkertijd het huidige en toekomstige aardgas dat nog wordt geproduceerd netjes aan land kunnen afleveren.’
Economische haalbaarheid
De Noordzee is een belangrijke asset voor Nederland om in de toekomstige, duurzame energiebehoefte te voorzien. De Noordelijke windmolenlocaties zijn uitermate geschikt voor offshore waterstofproductie, meent Hagen. Ook gezien de afstand. Met name ver op zee, waar het hard waait en veel potentieel is, praat je over afstanden van 250 km tot de kust. Waardoor het leggen van stroomkabels verschrikkelijk duur wordt, ook qua vermogens die daarvoor nodig zijn. Het is veel logischer om waterstof direct aan de bron, op zee, te maken.’ Hij maakt een rekensom om zijn punt kracht bij te zetten. ‘Eén pijpleiding is het equivalent van zeker zes elektriciteitskabels. Voor het vermogen dat wij per pijpleiding kunnen transporteren, moet je dus zes kabels naar de kust aanleggen. En vervolgens moet je aan de kust een enorme installatie aanleggen om van de elektriciteit de waterstof te maken.’ Het is de reden waarom NGT en NOGAT zich in de plannen concentreren op de Noordelijke windzoekgebieden die ver van de kust af liggen. ‘Die zijn het meest logisch om met waterstof en pijpleidingen te ontwikkelen.’
Op basis van de huidige plannen van offshore wind op de Noordzee hebben NGT en NOGAT drie scenario’s ontwikkeld voor de productie van groene waterstof per windgebied. ‘Aan de hand daarvan hebben we onderzocht hoe en of we het transport daarvan kunnen accommoderen.’ Het startpunt vormen twee demonstratieprojecten die de Nederlandse overheid heeft aangekondigd. Demo 1 en 2. De laatste, ter grootte van 500 MW, komt vermoedelijk ten Noorden van het Waddengebied. Onder meer TNO en TU Delft hebben studies verricht naar de economische haalbaarheid, vertelt Janssen. ‘Op een bepaald moment wordt het voordeliger om de elektriciteit offshore om te zetten naar waterstof. Die grens ligt om en nabij de 100 km van de kust. Die berekening geldt voor de aanleg van nieuwe leidingen, dus het is nog veel gunstiger om het reeds aanwezige potentieel aan leidingen te hergebruiken voor waterstof. Dat is waar wij op inzetten.’ Er zijn verschillende scenario’s mogelijk, vertelt hij. ‘Eén waarbij de waterstof in Den Helder aan land gaat en één met Uithuizen als bestemming. De leidingen van de gasvelden die nog in gebruik zijn moeten hiervoor worden omgeleid. ‘Dat kost geld, maar is veel goedkoper en planningsmatig veel eenvoudiger dan de aanleg van nieuwe leidingen.’
Impact op de natuur
‘Ons idee is een van de twee leidingen avan NOGAT-NGT aan te laten sluiten op het landelijke backbone systeem,’ vertelt Janssen. Op land is de aanleg van het waterstofnet aan Gasunie-dochter Hydrogen Hynetwork Services toegewezen, waarbij bestaande leidingen van Gasunie worden hergebruikt. ‘De infrastructuur op land is een gereguleerd systeem. Op zee is het transport historisch gezien in handen van private partijen.’ ‘Hergebruik van de beschikbare bestaande capaciteit betekent minder impact op de natuur en emissies tijdens de aanleg. En dan heb je het niet eens over de tijd die je verliest aan vergunningen en inspraakprocedures bij een nieuw netwerk of de onzekere kosten.’
Versnellen energietransitie
NGT en NOGAT hebben samen onderzocht welk deel van hun gezamenlijke netwerken ze kunnen samenvoegen en vrijmaken voor waterstoftransport. Ros: ‘Er zijn twee elementen belangrijk: a) wanneer kunnen we de leidingen beschikbaar maken, en b) zijn de leidingen geschikt voor waterstoftransport? Dat zijn twee aparte onderzoekstrajecten die we de afgelopen twee jaar hebben uitgevoerd. De leiding is oorspronkelijk aangelegd voor aardgas, dus er is onderzoek nodig om aan te tonen dat deze ook waterstof kan transporteren.’ Op basis van onderzoek heeft de officiële certificeringsautoriteit Bureau Veritas is een Certificate of Fitness afgegeven.,. ‘Volgens onze planning moet het mogelijk zijn om kort na 2030 de eerste pijpleidingen vrij te maken van aardgas en beschikbaar te maken voor waterstof, op tijd voor de Demo 2.’