Kritiek op trage voortgang van de energietransitie is dagelijks te horen. Dat het wél goed kan gaan, blijft onderbelicht. In het westen van het land werpt de aanpak van grondstoffen- en duurzaam energiebedrijf HVC zijn vruchten af. Wat is de sleutel voor dat succes?
“Je kunt klagen dat het niet goed of te traag gaat,” zegt Dion van Steensel, algemeen directeur van publiek grondstoffen- en duurzaam energiebedrijf HVC. “Maar je kunt ook gewoon doen wat je moet doen. Samen werken aan een duurzaam Nederland. Energie schoon opwekken en afval hergebruiken.” Wat elders niet van de grond lijkt te komen, krijgt HVC voor elkaar. Hoe kán dat?
Vertrouwen
Van Steensel: “We zijn nu in zestien gemeenten daadwerkelijk bezig om woningen van het aardgas te halen en op duurzame bronnen te zetten. Natuurlijk willen we nog sneller, maar al met al hebben we dat nu met 25.000 woningen (equivalenten) gedaan en zijn we op weg naar 70.000.” De HVC-directeur schetst enthousiast de contouren van een bedrijf waarvan er geen enkel ander is in Nederland. “We zijn een nutsbedrijf met een milieu-opgave als doel en we werken alleen voor aangesloten gemeenten en waterschappen. Woning- en gebouweigenaren laten het aan ons over om hun pand aardgasvrij te maken en dat doen en durven ze alleen omdat ze vertrouwen hebben. Gemeenten en waterschappen zijn partners in de transitieprojecten, dat trekt mensen over de streep. En voor gemeenten is samenwerking met een publiek warmtebedrijf een goede manier om zeggenschap en grip te hebben en te houden.”
Milieu-opgave voorop
Grote kracht van HVC is daarnaast de lange ervaring en technische knowhow, het lef om in ambitieuze transitieprojecten te stappen en beslist ook wat Van Steensel ‘de vereenzelviging met de maatschappelijke opgave’ noemt: “Sinds de oprichting in 1991 is dat wat ons drijft. Het gaat niet om financiële winstmaximalisatie, maar om maximale milieuwinst, dat is ook waar gemeenten, waterschappen en eigenaren ons op afrekenen. We doen alles wel op een bedrijfsmatige manier, financieel moet het uitkunnen.” Die aanpak werpt zijn vruchten af. Van Steensel: “De publieke sector kan echt een cruciale bijdrage leveren aan het aardgasvrij maken van Nederland. En eerlijk gezegd: ik zou niet goed weten hoe je bebouwde omgeving op een andere manier voor 2050 van het aardgas moet halen. Zo’n grote verandering lukt alleen wanneer vertrouwen en vakmanschap stevig verankerd zijn en dus wanneer overheid en bedrijf voor lange tijd samengaan.”