Om economische groei te bevorderen en ons welvaartsniveau te behouden, moet de arbeidsproductiviteit omhoog. ‘En nee: hiermee wordt niet harder werken bedoeld, maar efficiënter werken,’ stelt Eefje Brul, senior beleidsadviseur bij werkgeversvereniging AWVN.
‘Naast de inzet van technologie kan dit door het anders organiseren van het werk, een skillsgerichte aanpak en aandacht voor vitaliteit. Je moet als organisatie een leercultuur creëren, waarin leren en ontwikkelen een vanzelfsprekend onderdeel vormen van het werk,’ adviseert Brul. ‘Als je gericht blijft op cv’s en diploma’s, blijf je hangen bij wat iemand doet of heeft geleerd. Kijk je meer naar skills, dan richt je je veel meer op de talenten. En is je focus veel meer naar wat je nog aan vaardigheden kan ontwikkelen. Functies veranderen steeds sneller van inhoud. Het is fijn als je breder inzetbaar bent.’
Onzichtbaar talent
Juist nú, met de krapte op de arbeidsmarkt en de snelle opkomst van AI en robotisering, is investeren in leren en ontwikkelen belangrijk. Door skills centraal te zetten, verbreed je je blik, stelt Brul. Ze gebruikt een voorbeeld uit de coronatijd. ‘Een groep stewardessen besloot in de tijd dat de luchtvaart stillag om bij te springen in de zorg. Je kunt denken: dat is toch een heel andere sector? Maar kijk je naar de rol en kwaliteiten, dan zie je dat een stewardess gastvrij en stressbestendig is. Natuurlijk kan ze niet alle zorghandelingen verrichten, maar er is genoeg ander werk. Door te kijken naar vaardigheden in plaats van functietitels of diploma’s worden talenten beter zichtbaar. Veel mensen hebben van zichzelf vaak niet door wat ze allemaal kunnen. Iemand die zich in vrije tijd inzet voor vrijwilligerswerk of voetbalcoach is, heeft soms veel meer kwaliteiten dan hij of zij op het werk kan laat zien.’ Met de krapte op de arbeidsmarkt staan bedrijven meer open om mensen die niet in het functieprofiel passen een kans te bieden. ‘Je kunt mensen gericht opleiden voor wat ze gaan doen. Sectoren als de bouw en metaalelektro, maar ook de energiesector zijn hier al ver in.’ De meeste werkgevers bieden scholings- en ontwikkelbudgetten, maar niet altijd wordt daarvan gebruikgemaakt, vertelt Brul. ‘Het is aan jou als organisatie om je mensen te stimuleren om dat wel te doen. Daar kun je loopbaanpaden voor inzetten. Dat maakt inzichtelijk wat iemand kan doen om binnen de organisatie door te groeien. Al is het natuurlijk uiteindelijk de werknemer zelf die daarmee aan de slag moet gaan.’ Voor vitaliteitsvragen en duurzame inzetbaarheid geldt dezelfde wisselwerking: ‘Van iemand die fysiek zwaar werk doet, is het de vraag of hij of zij dat tot het pensioen volhoudt. Dus is het goed dat je samen nadenkt of je of op termijn toch iets anders moet gaan doen en wat daar voor nodig is.’
Onvoldoende basisvaardigheden
Ongeveer een miljoen werkenden heeft moeite met basisvaardigheden zoals rekenen en schrijven. Deze groep is extra kwetsbaar doordat digitale vaardigheden steeds belangrijker zijn. ‘Mensen schamen zich ervoor en proberen het voor anderen te verbergen. Daar zijn ze heel slim in. Als werkgever moet je daar alert op zijn en proberen om medewerkers daarin mee te krijgen en te ondersteunen. Het levert veel op om in deze groep te investeren. Bijvoorbeeld door een (taal)cursus aan te bieden. De stichting Lezen en Schrijven verzorgt voor verschillende bedrijven en sectoren trainingen. Voor werknemers vergroot het hun kansen op de arbeidsmarkt en ze krijgen meer zelfvertrouwen en werkplezier.’






