“Toen ik eenmaal één hiv-project had gedaan, wilde ik niets anders meer.” Aan het woord is wetenschappelijk onderzoeker Shringar Rao (30) uit Utrecht. Jong, slim en volhardend. Het boegbeeld van een nieuwe generatie hiv-onderzoekers.
“Ik ben geïnteresseerd geraakt in hiv-onderzoek, omdat ik ontzettend van microbiologie hou. Ik vind het fascinerend dat zo’n klein virusje je hele wereld kan beheersen. Daarnaast wil ik graag iets doen wat impact heeft. Iets doen waarmee ik daadwerkelijk de mensheid kan helpen,” vertelt Shringar. “Ik wil dat mensen met hiv een beter leven krijgen. We hebben tegenwoordig manieren om hiv te voorkomen en te behandelen. In theorie zou hiv daardoor uiteindelijk kunnen verdwijnen. Maar veel mensen hebben nog altijd geen toegang tot die levensreddende medicijnen.”
Onvoorspelbare wereld
“We leven in een onvoorspelbare wereld. Kijk maar naar de situatie met Covid-19. Nu de medicijnaanvoer is verhinderd, is het leven van mensen met hiv in sommige delen van de wereld totaal overhoopgegooid. Dat raakt me. Ik werk aan hiv-genezing, zodat mensen dat in de toekomst niet meer hoeven mee te maken. De oorlog is nog lang niet gewonnen. Genezing is de enige manier om hiv voorgoed uit te schakelen.”
Veertien scholen
In het hiv-genezingsonderzoek is het vaak twee stappen naar voren, een stap terug. Je moet dus doorzetten en flexibel zijn. Geen probleem voor Shringar. “Ik heb op veertien verschillende scholen gezeten toen ik opgroeide. Mijn vader werd steeds overgeplaatst of kreeg een nieuwe baan. Ik leerde dus op jonge leeftijd al om me aan te passen. Later studeerde ik in Mumbai, deed mijn master in Engeland, mijn doctoraal in Canada en nu mijn postdoctoraal hier. Ik hou ervan nieuwe culturen, plekken en mensen te leren kennen. Dat past ook bij de onderzoeker die ik ben: het is de nieuwsgierigheid die mij drijft.”
Ontzettend blij
“Dat flexibel kunnen zijn, helpt me nu. Als onderzoeker moet je echt houden van wat je doet, want negentig procent van de tijd werken dingen niet zoals je had verwacht. Hiv is een extreem moeilijk virus. Veel van het werk is aanpassen, optimaliseren, problemen oplossen en proberen erachter te komen waarom iets niet werkt. Dat hoort bij het proces. Je moet je voortdurend aanpassen aan nieuwe technieken, nieuwe manieren van onderzoek of nieuwe benaderingen en strategieën. Er is een wereld van verschil tussen het genezingsonderzoek van toen ik begon in 2014 en dat van nu.”
Alles geven
Tussen het harde werken door, laadt Shringar zichzelf zoveel mogelijk op. “Ik breng veel tijd door in het lab, maar heb gelukkig ook een leven daarbuiten. In mijn vrije tijd lees ik veel, ik heb een sociaal leven, doe aan zwemmen en yoga en ik speel theater met vrienden. Het is belangrijk een goede werk-privé balans te hebben. Als je niet gelukkig bent buiten het lab, kun je niet alles geven op je werk.”