Wie nadenkt over zijn nalatenschap, denkt al lang niet meer alleen aan familie of naasten. Een groeiend aantal mensen kiest er bewust voor om ook een goed doel op te nemen in hun testament. Niet uit luxe, maar uit overtuiging: om ook na het leven bij te dragen aan een betere wereld.
Zeker in een tijd waarin maatschappelijke uitdagingen steeds groter worden, groeit het besef dat steun aan goede doelen van structurele waarde is. Thema’s als klimaat, gezondheid, armoedebestrijding en gelijke kansen houden velen bezig ook bij het maken van testamentaire keuzes.
Twee vormen van nalaten
Nalaten aan een goed doel kan op twee manieren: via een erfstelling of via een legaat. Bij een erfstelling wordt het goede doel mede-erfgenaam en ontvangt het een percentage van de nalatenschap. Vaak wordt daarbij gekozen voor een ‘beneficiaire aanvaarding’, waarbij het goede doel niet aansprakelijk is voor schulden uit de erfenis. Een legaat is concreter: daarbij laat iemand een vastgesteld bedrag of bijvoorbeeld een woning, kunstwerk of aandelenpakket na. Beide vormen vereisen een testament dat is opgesteld door een notaris; een handgeschreven codicil is niet voldoende.
Zichtbaar verschil, ook na overlijden
Wat mensen drijft om een goed doel op te nemen in hun testament, is vaak persoonlijk. Het gaat om idealen, om levenslange betrokkenheid bij een thema, of om het gevoel iets structureels te kunnen nalaten. Door een deel van je nalatenschap te schenken, geef je richting aan wat blijft. De impact is tastbaar. Voor veel maatschappelijke organisaties is nalatenschap inmiddels een onmisbare bron van steun. En voor donateurs is het een manier om idealen niet te laten eindigen bij het leven, maar juist daarná te laten voortbestaan.






