De bouwsector heeft een driedubbele opgave. De komende jaren moeten een miljoen nieuwe woningen worden gebouwd, de bestaande woningen moeten worden verduurzaamd en in 2050 moet sprake zijn van een volledig circulaire bouweconomie.
De overgang van lineair naar circulair bouwen gaat niet vanzelf. Het is een puzzel waarvan de afzonderlijke stukken in elkaar moeten vallen. Het vraagt om nieuwe vormen van samenwerking in de hele bouwkolom, van uitvragende partij en bouwer tot producent en verwerker van de afstromen. Bouwbedrijven zijn afhankelijk van het aanbod van circulaire bouwmaterialen. Fabrikanten van prefab bouwelementen en -concepten hebben bouwpartners nodig die innovaties omarmen. En opdrachtgevers moeten circulair materiaalgebruik vaker en zwaarder meewegen bij een aanbesteding en gunning. Zodat de focus in toenemende mate komt te liggen bij hergebruik van materialen, reductie van de afvalstroom.
Circulaire doelstellingen
De wil is er. Zo trekt gemeenten uit de regio Arnhem-Nijmegen gezamenlijk op, met als doel het stimuleren van circulair bouwen. Projectontwikkelaars en bouwers hebben er baat bij om te weten waar ze aan toe zijn. “We hebben als 18 gemeenten een vergelijkbaar eisenpakket bij de uitvraag, zodat de markt makkelijker kan inspelen op de ontwikkeling. De bouwsector krijgt het signaal dat je circulariteit als instrument moeten toepassen, willen je in aanmerking te komen voor een gunning. Het geeft duidelijk een koers aan, in de veronderstelling dat we zo makkelijker de markt meekrijgen. Daar hebben we eerder goede ervaringen mee opgedaan bij de gezamenlijke inkoop van energie,” vertelt circulaire regiomanager Michiel Hustinx.
Ook woningbouwcorporaties kunnen en willen een belangrijke bijdrage leveren aan de circulaire doelstellingen door circulair te (ver)bouwen. In een pamflet verwoorden de Groene Huisvesters de noodzaak om te kiezen voor circulaire bouw: ‘Je kunt het maar een keer doen. Doe het dan goed!’. Het pamflet laat zien dat met opschaling van circulaire strategieën, zoals gebruik van biobased isolatiemateriaal en hergebruik van dakpannen en dakbedekking een forse reductie van de CO2-uitstoot betekent. Het zijn voorzichtige, maar veelbetekenende stappen.
Industrieel-conceptueel
De uitbreiding van de woningvoorraad betekent een enorme vraag aan grondstoffen en materialen. Elke transitie begint met pionieren. Nadenken en doen wat binnen de mogelijkheden ligt. Creatief zijn, zonder op de markt of regelgeving te wachten. En vooral ook met nieuwe wegen bewandelen. Nadenken over het bouwafval, energieverbruik en de CO2-voetafdruk. Anders ontwerpen, waarbij de materialen losmaakbaar zijn en bij sloop weer uit elkaar kunnen worden gehaald om opnieuw te worden ingezet. Het materialenpaspoort voor gebouwen is een goed voorbeeld van de manier waarop de sector circulariteit onderdeel maakt van de bouw, net als de marktplaatsen voor bouwmaterialen uit sloop- en renovatiepanden. De snelheid van de woningbouwopgave is een aanjager conceptuele oplossingen. Industrieel-conceptueel en circulair is goed te combineren. Met name omdat in de fabriek minder afvalstromen zijn dan op de bouwplaats en het aantal transportbewegingen van en naar de bouwplaats vermindert.
De focus verschuift naar biobased, hergebruik en reductie van de afvalstroom.
Definitie circulair bouwen
De Bouwagenda en het Transitieteam Circulaire Bouweconomie definiëren circulair bouwen als: ‘Het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Bouwen op een wijze die economisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier. Hier en daar, nu en later.’