Door de digitale revolutie en technologische innovaties verandert de rol van de accountant naar financieel procesmanager en adviseur. Dankzij de tools die hij heeft, kan hij naast adviseren en acteren, ook voorspellingen doen. Met de doorbraak van AI is sprake van een volgende versnelling.
‘Met de tools die we hebben, zijn we in staat naast adviseren en acteren ook voorspellingen te doen’
De werkzaamheden van de accountant 2.0 verschuiven meer en meer naar data-analyse, procesoptimalisatie en proactief toekomstgericht advies. ‘Klanten hebben een bepaalde verwachting bij hun accountantskantoor of dienstverlener. Voor ons betekent dit dat we data digitaal ontvangen vanuit de bronsystemen en deze vervolgens verwerken tot digitale verslaglegging en rapportages, die direct aansluiten op de bedrijfsprocessen,’ vertelt Ton van Loon, partner bij accountants- en adviesorganisatie de Jong & Laan en directeur van Marshoek, specialist in financiële dienstverlening voor retailers. Een van de outputvarianten is het dashboard, waarmee klanten meer en beter inzicht hebben in de organisatiedata, zoals de operationele verdieping in de loonkosten, waarbij het inzicht ook met niet financiële data wordt gecombineerd. Marshoek is gewend per week te rapporteren via deze dashboards. Van Loon: ‘Dat is een heel ander stuurmiddel dan een jaarrekening. Je zit veel dichter op de bal.’
Onderliggende data
De backbone van de accountancy is het vergaren van informatie voor de jaarrekening en de winst-en-verliesrekening. Dankzij de digitalisering is het verwerken van datastromen uit diverse bronnen steeds makkelijker, zegt Jaap Witteveen, COO van de Jong &Laan: Na het verzamelen volgt de stap van het samenstellen. ‘Dit doen we steeds meer met tools die ondersteunen en duidelijkheid geven: hier moet je naar kijken; dit is anders dan anders, et cetera. Onze adviseurs maken gebruik van meerdere data om de eigen bevindingen te valideren. Je gaat van boekhouder meer naar financieel procesoperator, zeg ik wel. Door deze ontwikkeling kun je veel dieper inzoomen op de details van de winst-en-verliesrekening en duiding aan de cijfers geven.’ Van Loon noemt de loonkosten als voorbeeld. ‘Als die omhoog zijn gegaan, kun je meteen doorklikken naar de onderliggende data om te kijken wat de oorzaak is. Zijn de salarissen gestegen? Is de productiviteit verlaagd? Cijfers presenteren is één, maar daarna moet je ze duiden. Traditioneel gebeurde dat met het jaarverslag bij de hand. Door de toegenomen kennis en beschikbaarheid van de data kun je nu dieper rapporteren, en ook veel inhoudelijker.’ Vanuit de data creëren de Jong & Laan en Marshoek waarde voor de klant, ‘de acteerfase’. ‘Een laptop heeft geen handjes,’ aldus van Loon. ‘Iemand moet aan de slag met de data. Daar komt onze toegevoegde waarde om de hoek kijken. Dankzij de digitalisering is er tijd gecreëerd om niet alleen te acteren voor de klant, maar om ook te anticiperen. Met de tools die we hebben, zijn we in staat naast adviseren en acteren ook voorspellingen te doen.’ En de volgende stap dient zich alweer aan: ‘Met AI kun je scenarioanalyses bieden, die je weer kunt evalueren.’
Digitale werkelijkheid
Binnen de Nederlandse accountancy is nog niet iedereen even ver gevorderd in de nieuwe, digitale werkelijkheid, stellen Witteveen en Van Loon. Naast de groep die vasthoudt aan de primaire verslagleggingstaak, is er een groep die op basis van business intelligence en data het goede gesprek aangaan. De derde groep – waar de Jong & Laan en Marshoek zich toe rekenen – probeert door specialisatie nog dieper in de haarvaten van de organisatie kennis te vergaren voor proactief advies. Van Loon: ‘In ons geval is dat food/retail. We halen de data zelfs uit de primaire bron, bij de supermarktketens. Vervolgens gebruiken we die data in een geoptimaliseerd proces om te rapporteren wat relevant is voor de klant. We verzamelen niet alleen financiële gegevens, maar integreren ook inkoop-, kassa-, tijdregistratie- en planningsdata om klanten strategisch inzicht te geven in hun bedrijfsvoering.’ Deze werkwijze vraagt om een intensieve samenwerking met de klant, benadrukt Van Loon. ‘We kennen de sector, we kennen de onderneming en we kennen de vestigingen. Zeker bij de steeds groter wordende franchiseondernemers proberen we in het proces de digitalisering ook bij hen te laten plaatsvinden. Dat houdt in dat je op basis van een ERP- systeem – van Afas in het geval van Marshoek – je organisatie inricht. Iets wat wij geheel kunnen verzorgen.’ Het verhaal is illustratief voor de gedaanteverwisseling die de accountancysector doormaakt, meent Witteveen. ‘De Accountant 2.0 moet niet alleen adviseren, maar komt in zijn begeleiding en verbondenheid naar de toekomst ook dieper in de haarvaten van de onderneming.’
Democratisering van AI
Een opvallende trend is de democratisering van AI, stelt Witteveen vast. ‘Nog geen twee jaar geleden had je vooral te maken met data scientists die met ingewikkeld AI-modellen werkten. Met tools als ChatGPT en Copilot is AI toegankelijk geworden voor de gewone burger. Die ontwikkeling gaat razendsnel. Dat betekent voor ons als accountants dat we daarop moeten inspelen. Intern vergelijk ik AI met de komst van Microsoft Excel in de jaren ’90, waardoor je opeens kon gebruikmaken van spreadsheets om je werk sneller en beter te doen. Onze taak is om te zorgen dat onze collega’s en onze klanten de AI-middelen optimaal kunnen inzetten in de dagelijkse praktijk. Ik denk dat het niet heel lang zal duren voordat AI op de hoofdlijnen een analyse geeft en via een gevalideerde structuur proactief aangeeft wat er opvalt in de cijfers.’ Van Loon vult aan: ‘Mensen kennen AI nu vooral als vraag-en-antwoordtool. Bij accountants strekt de toepassing van AI zich echt uit over de hele keten. Die wordt steeds langer en steeds meer beheerst door technologie. De markt vraagt ons om naar dit soort stappen te kijken.’ Uitgangspunt daarbij zijn twee woorden die cruciaal zijn in het werk van accountants. De informatie moet ‘volledig’ en ‘betrouwbaar’ zijn. Daar ligt ook de begrenzing van de mogelijkheden die AI biedt voor de sector: ‘Sommige mensen verwachten dat de informatie helemaal kant-en-klaar uit AI rolt. Maar als accountantsorganisatie en ook als sector zal er, vanuit onze maatschappelijke rol, nog altijd een validatieslag nodig zijn. Uiteindelijk moeten onze medewerkers een beeld vormen van wat ze van de aanwezige informatie vinden.’ AI is een goede hulpbron, maar die moet wel zo consistent zijn dat je altijd een juist antwoord krijgt, zegt Witteveen. ‘De eisen die wij als accountantskantoor stellen aan AI, liggen op grond van onze maatschappelijke positie hoog. Naarmate het risico van een verkeerde beslissing groter is, moet de kwaliteit van AI hoger liggen. Bij ons zal er altijd een sterke menselijke interactie plaatsvinden, waarbij onze mensen het verschil maken door te beslissen: kan ik iets met deze uitkomst?’ Van Loon maakt zijn punt met een sprekend voorbeeld: ‘De rekenmachine is overgenomen door Excel. Daar zit een systematiek en controleerbaarheid achter en een gegarandeerde uitkomst. Artificiële Intelligentie, het woord zegt het al, heeft ook interpretatie in zich. Dat maakt het stukken spannender. Waar Excel gewoon 2+2=4 doet, is dat bij AI-toepassingen anders. Daarvan hangt de uitkomst af van de validatie die je hebt ingevoerd.’