In de Beemster begint de revolutie. CONO Kaasmakers wil dat haar kaas, waaronder Beemster kaas, in 2030 klimaatpositief is. Van het gras dat de koe eet, tot de kaas in het schap; de hele keten moet straks per saldo CO2 uit de lucht halen. Die ambitie ligt in het verlengde van de bestaansgrond van de coöperatie van melkveehouders: de landerijen en boerderijen zo goed mogelijk doorgeven aan volgende generaties. Goed rentmeesterschap kortom, zit in het CONO-DNA.
Een eerlijke melkprijs
De 425 CONO-melkveehouders verdienen daarom om te beginnen een eerlijke prijs voor hun melk. Zodat ze goed voor hun land en hun dieren kunnen zorgen. Daarbovenop ontvangen melkveehouders een premie voor het weiden van hun koeien. CONO-koeien graasden in 2020 gemiddeld 185 dagen in de wei, geen andere koe in Nederland komt zo vaak buiten. Dat is goed voor de koe en voor de kaas: hoe meer vers gras een koe eet, hoe smaakvoller de kaas.
De lekkerste kaas
En de lekkerste kaas is weer de basis voor de eerlijke melkprijs. Lekkere kaas, dat is tegenwoordig natuurlijk ook duurzame kaas. Kaas die is gemaakt met aandacht voor mens, dier en milieu. Beemster kaas, een van de bekendste merken van CONO, is onlangs voor het derde jaar op rij door consumenten verkozen tot duurzaamste kaasmerk. En dat is niet voor niets.
Toonaangevend vakmanschap CONO verandert niet om het veranderen. Bij het kaasmaken wordt de wrongel na 120 jaar nog altijd met de hand geroerd, omdat dat nu eenmaal de lekkerste kaas oplevert. Net als het boerenland gaan ook vakmanschap en kennis van de kaasmakers over van generatie op generatie.
Wim Betten, Algemeen Directeur van CONO, vult aan: “Wel verandert en vernieuwt CONO als wij vinden dat het moet; daarom is onze kaas bijvoorbeeld vegetarisch, het voer dat onze koeien krijgen vrij van genetisch gemodificeerde organismen, en maken we geen gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat. CONO is daarin toonaangevend in de zuivelsector.”
Klimaatneutrale kaasmakerij
De opwarming van de aarde is hét probleem van deze tijd en dus wil CONO, dat van oudsher midden in de maatschappij staat, onderdeel zijn van de oplossing. En ook daarin toonaangevend zijn. “Onze klimaatneutrale kaasmakerij – de eerste in Nederland – is daar een voorbeeld van. Net als het Caring Dairy-programma, gericht op dierwelzijn en duurzaamheid, waarmee de veehouders werken”, vertelt Grietsje Hoekstra, duurzaamheidsmanager bij CONO.
Kringlooplandbouw
Caring Dairy, bedacht door de duurzame ijsmaker Ben & Jerry’s en in Nederland opgezet en uitgebouwd door CONO, mikt naast dierwelzijn op het sluiten van de natuurlijke kringloop bodem-voer-koe-mest, oftewel op kringlooplandbouw. Het programma beloont melkveehouders die voortdurend proberen de uitstoot van broeikasgassen verder te beperken. En dat werkt: de CO2-uitstoot per 100 kilogram melk daalt al jaren. Dierwelzijn staat daarbij altijd voorop. Als de koeien niet in de wei staan, kunnen ze onder meer rekenen op een eigen zachte ligplek en een massage – koeborstels – in de stal.
Uitwisseling van kennis
De jaarlijkse reductie van de CO2-uitstoot laat CONO meten door een onafhankelijke, externe partij. Betten vervolgt: “We willen de successen graag delen om zo een voorbeeld zijn voor anderen. Want we zijn ervan overtuigd dat we alleen samen het tij kunnen keren. Zo kan een drup een flinke bui worden.” Om de hele keten klimaatpositief te maken, is samenwerking nodig, en uitwisseling van kennis. Op het land, in de kaasmakerij, maar ook bij het melk- en kaastransport, de rijping en het verpakken van kaas. Op veel plekken kan de uitstoot nog omlaag. Zo rijden nieuwe tankwagens voor het melktransport op vloeibaar aardgas, waardoor ze twintig procent minder CO2 uitstoten.
Denken in oplossingen
“In de kaasmakerij studeren we op alternatieven voor gas. Een van de grootste uitdagingen”, vervolgt Hoekstra. “En voor het transport van de kaas onderzoeken we samen met onze partners de meest energie-efficiënte mogelijkheden. De CO2-uitstoot die we (nog) niet kunnen voorkomen, gaan we compenseren. Lokaal als het kan. Daarom gaat CONO nog meer inzetten op zoveel mogelijk koolstof (lees CO2) vastleggen middels de graslanden van onze melkveehouders. Veehouders in veenweidegebieden bijvoorbeeld, kunnen door het waterpeil in het weiland iets te verhogen de CO2-uitstoot beperken.”
Landschap, dier en mens
De samenwerking tussen landschap, dier en mens gaat een positieve bijdrage leveren aan het klimaat, daarvan zijn we overtuigd”, stelt Betten. “Het voornemen om in 2030 klimaatpositieve kaas te maken, is niettemin heel ambitieus. Maar het is een ambitie die we durven uitspreken, omdat we geloven in onze 120 jaar kennis en ervaring. En in de eensgezindheid onder kaasmakers en melkveehouders om een betere wereld achter te laten voor volgende generaties.”