Uniper Benelux N.V. (Uniper) heeft plannen om te investeren in de productie van duurzaam koolstofgas voor de bedrijven op het Chemelot chemiecluster. Het productieproces is CO2-neutraal en een essentiële stap in de groene ambities van het complex. De bouw van de installatie, die eind 2028 in gebruik moet zijn, is cruciaal voor de verduurzaming van de chemische sector, vertelt Dyonne Rietveld, Country Chair Uniper Benelux.
De verduurzaming van de chemie is belangrijk voor de concurrentiepositie van Nederland en Europa
Als de chemische sector voor Europa en Nederland behouden wil blijven, dan moet de industrie verduurzamen. Dat is ook hoe Chemelot in Limburg de toekomst ziet. Om hun doelstelling in 2050 of eerder te halen, heeft het complex van kleine en grote chemische bedrijven een toekomstvisie vastgelegd. Het industriecomplex wil afscheid nemen van nafta, aardgas en grijze elektriciteit. Daarvoor in de plaats komt het gebruik van duurzame elektriciteit, hergebruik van grondstoffen en biomassa. ‘Je kunt niet alles recyclen, dus je hebt biomassa als aanvullende grondstof nodig voor de kunststoffen en chemie. Het project dat we ontwikkelen sluit daar naadloos op aan’, vertelt Rietveld. Met de bouw van een nieuwe fabriek, waarbij biomassa wordt vergast tot duurzaam syngas, helpt Uniper het chemische industriecomplex Chemelot om afscheid te nemen van nafta en aardgas. De totale investering in de nieuwe biogasinstallatie wordt geschat op een half miljard euro. Deze moet in de tweede helft van 2028 operationeel zijn. Eind van het jaar vindt een strategisch besluit plaats. ‘Dat betekent dat we de engineering hebben gedaan en toezeggingen van klanten hebben. Het aantal bedrijven op het terrein dat ons product kan gebruiken is groot. En het past in de duurzame visie die Chemelot zelf heeft uitgesproken.’ Er is echter één belangrijk voorbehoud op de investeringsbeslissing’, benadrukt ze. ‘Zonder subsidie is er geen rendabele businesscase mogelijk.’
Enig alternatief
Netcongestie is een actueel groot probleem in Nederland. Het industriecomplex van Chemelot ligt in een regio waar de uitdaging rondom de netcongestie extra groot is, waardoor elektrificatie van de chemische processen geen oplossing is. De aanleg van de nieuwe syngasfabriek, voor het vergassen van biomassa tot syngas – een duurzaam koolstofgas – is hét alternatief. ‘Bedrijven die syngas gaan gebruiken, hoeven voor dat deel van hun vergroening niet meer te leunen op elektrificatie’, vertelt Rietveld. Ook bij de aansluiting op het groene waterstof en CO2-netwerk staat Chemelot achteraan op de wachtlijst. De lokale productie
van duurzaam koolstofgas is daarom essentieel om de vergroeningsambities waar te maken. ‘De beoogde Uniper- installatie maakt van de biomassa een gas, syngas, waar groene waterstof en koolstof in zit. Bij chemische processen heb je alle twee nodig’, aldus Rietveld. Zo’n 85% van alle chemie bestaat uit koolstofverbindingen. ‘Als je de fossiele brandstof weghaalt, heb je geen koolstof meer. Dus dat moet uit een andere bron komen. Daarvoor heb je twee alternatieven: je haalt het uit de lucht – direct air capture, een energie-intensief en duur proces – of je haalt het uit volledig gecertificeerde biomassa. Dat is een goede en biogene bron.’ De grondstoffentransitie heeft te weinig aandacht van beleidsmakers maar is van onmisbaar belang voor de vergroening van de (chemische) industrie. Het gebruik van biomassa voor deze beoogde toepassing in chemische processen (duurzaam koolstofgas met biowaterstof als bijproduct) moet worden ondersteund en gestimuleerd, door middel van wetgeving, subsidies en fiscale regels, benadrukt Rietveld. Ze hekelt de traagheid om de beleidskaders aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. ‘Energiestromen en grondstofstromen gaan door elkaar heen lopen bij de energietransitie. Je kunt ze niet strikt meer van elkaar scheiden. Aardgas kun je gebruiken als grondstof en als brandstof. Datzelfde geldt ook voor bijvoorbeeld groene waterstof uit wind. Die kun je gebruiken voor de energieproductie, maar ook als grondstof voor de chemie. Maar in de regelgeving geldt nog een hele strikte scheiding.’ Dit geldt ook voor duurzaam koolstofgas, zoals syngas. Deze valt momenteel buiten het toepassingsgebied van bestaande verordeningen en richtlijnen. ‘De energietransitie heeft een eigen, gunstig regelgevend kader nodig in EU- en nationale wetgeving.’ Rietveld geeft een concreet voorbeeld van de obstakels waar de industrie tegenaan loopt bij de productie van syngas. ‘Het(bio)waterstof dat een bijproduct is bij de vergassing van de biomassa tot syngas is niet opgenomen in de RED III-richtlijn voor het gebruik van hernieuwbare energie.’
Gelijk speelveld
De verduurzaming van de chemie is belangrijk voor de concurrentiepositie van Nederland en Europa, constateert Rietveld. ‘Nederland, en Chemelot al helemaal, loopt voorop op het gebied van duurzame kunststoffen. De sector is heel innovatief. De chemie levert een behoorlijke bijdrage aan het BBP en
de werkgelegenheid.’ Vanuit politiek oogpunt zijn er voldoende argumenten om de sector en de investering in de nieuwe syngas-installatie te ondersteunen. ‘De chemische markt is een wereldmarkt. Binnen Europa ben je gedwongen om te verduurzamen en moet je je houden aan strenge regelgeving. Dat betekent dat er
niet altijd een gelijk speelveld is. Je verplaatst de klimaatproblemen als de productie wordt verplaatst naar buiten Europa. Het is belangrijk dat daar rekening mee wordt gehouden, ofwel in de vorm van subsidiestromen, ofwel dat je door middel van regelgeving een gelijk speelveld creëert.’ Het is noodzaak om grip te houden op je grondstoffenstromen, benadrukt Rietveld. In het recente verleden hebben we gezien dat het steeds belangrijker wordt dat je minder afhankelijk wordt van de geopolitiek.’ Ze eindigt haar verhaal met een optimistisch vergezicht. ‘We hebben de kans om de chemische industrie voor Nederland te behouden en op een kostenefficiënte manier te verduurzamen. Dat draagt dat niet alleen bij aan klimaatdoelstellingen en werkgelegenheid, maar ook aan de internationale concurrentiepositie van Nederland. Innovatieve oplossingen die bedrijven helpen verduurzamen kunnen het Nederlandse exportproduct van de komende decennia worden.’