Op 20 november is het Wereld COPD dag. In Nederland lijden 800.000 mensen aan deze chronische longziekte. Een tijdige diagnose voorkomt extra schade aan de longen. Voor huisarts Dr Jiska Snoeck-Stroband en longarts Dr Hans in ’t Veen goede reden om namens de Long Alliantie Nederland te pleiten voor een grotere bewustwording.
‘Het probleem van COPD is dat je het niet aan iemand ziet’
COPD is wereldwijd de vierde doodsoorzaak. Het ontstaat door het inademen van schadelijke stoffen. De longaandoening heeft enorme impact op het leven van de mensen die het treft, vertellen beide artsen. ‘Het beperkt je qua bewegen, qua ademhaling, maar ook in het sociaal domein. Je relatie verandert. Een van de taboes is de seksuele beperking door kortademigheid.’
Luchtweg- en hoestklachten
Het misplaatste beeld is dat een COPD-patiënt mannelijk, oud en een verstokte roker is, terwijl er genoeg vrouwen en mannen rond hun vijftigste al de eerste COPD-klachten hebben. ‘Het probleem van COPD is dat je het niet aan iemand ziet,’ aldus Snoeck-Stroband. ‘Veel huisartsen denken er te weinig aan om de diagnose te stellen met een longtest, een zogenoemde spirometrie,’ constateert ze. ‘Terwijl je daarmee het verschil kan maken. We zien als huisarts in deze maanden veel mensen met luchtweg- en hoestklachten. Als je een jonge vrouw die al langere tijd aan het hoesten is en wellicht langere tijd heeft gerookt op je spreekuur krijgt, denk je er niet zo gauw aan. Dat is zonde, want daarmee verlies je veel jaren waarin je de patiënt goed kunt begeleiden qua leefstijl. Op het moment dat de longarts in beeld komt, is er al heel veel meer longschade. Iemand met een longfunctie van 60% is vaak gemotiveerd om te gaan bewegen en anders te gaan leven.’ Dat is belangrijk, benadrukt In ’t Veen: ‘Ook al worden je longen niet beter, je leven wordt wel beter. Als je je chassis goed houdt, ben je minder kortademig en weerbaarder tegen infecties en gaat het ophoesten beter.’
Longaanval
‘COPD manifesteert zich bij vrouwen ook anders dan mannen. Dat is een reden waarom je er misschien niet direct aan denkt,’ stelt Hans in ’t Veen. ‘We zijn ons mede hierdoor bewuster van dat je al op een jonge leeftijd de longfunctie moeten meten om meer en eerder mensen te vinden.’ Hij trekt de vergelijking met iemand die een hartaanval heeft gehad om de impact van COPD te duiden. ‘Je ziet het niet aan de buitenkant, maar patiënten met COPD zijn vaak veel meer beperkt in het dagelijkse leven.’ Een op de vijf COPD-patiënten krijgt een longaanval, vertelt hij. ‘Het herstel duurt tot zes weken en een relevant aantal mensen overlijdt na een longaanval. De prognose na een hartaanval is beter.’ Beide artsen besluiten: ‘Onder mensen van 55-plus is het heel normaal is om je hart te laten controleren. De impact van functieverlies van de longen wordt minder gevoeld, totdat er heel veel kapot is. Dat is waar we met z’n allen alerter op moeten worden. Je kunt echt invloed hebben op de COPD die aan het ontstaan is.’