De Nederlandse bouwbranche staat voor een uitdagende opgave. De bouw van betaalbare woningen stagneert door knellende overheidsregels, stijgende bouwkosten, milieuaspecten en energievraagstukken. Tegelijkertijd verandert de woningvraag door een veranderende bevolkingssamenstelling. Ontwikkelende bouwer Bouwonderneming Stout uit Sliedrecht heeft met conceptueel bouwen één van de oplossingen.
‘We vinden het mooi om aan projecten met toegevoegde maatschappelijke waarde te werken’
Het motto van Stout luidt: Mensen voor Gebouwen. Het is de uitkomst van een brainstorm met een marketingbureau, vertelt Stout-directeur Arno Hokke. ‘Ze zeiden: dat is echt iets dat ik door jullie hele verhaal heen proef. Over hoe jullie denken over het bouwen en de mensen die de gebouwen gaan gebruiken. Maar ook de mensen die bij jullie werken en het daadwerkelijk maken.’ Hij vervolgt: ‘In z’n algemeenheid komt het erop neer dat mensen vóór gebouwen gaan. We zijn oprecht van mening dat, als je de mens centraal stelt, het resultaat en de kwaliteit van hetgeen je bouwt beter voldoet aan de wensen van de gebruiker.’ Hij vertelt over de wijze waarop het motto is doordrenkt in het hele denken en handelen binnen Stout. ‘Je hoort medewerkers enthousiast zeggen: dat is écht Mensen voor Gebouwen. Of als ze dat niet vinden: dat is toch geen Mensen voor Gebouwen! Dat maakt mij trots. Dat mensen dat DNA beleven en overnemen.’
Woonvorm voor gelijkgestemden
Hokke vertelt over typische projecten die bij dat Stout-DNA passen. ‘Naast onze bouwactiviteiten zijn we met ons zusterbedrijf Herkon ook actief in projectontwikkeling. Een van die projecten is een seniorenhofje geïnspireerd op een zogenoemd knarrenhof. Een woonvorm waarbij gelijkgestemde senioren, die oog voor elkaar hebben en elkaar willen helpen, met elkaar gaan wonen. De kopers gaan een ‘sociaal contract’ met elkaar aan om dit voornemen te bezegelen. Je ziet dat zo’n woonvorm aansluit bij de behoefte die er leeft bij mensen. Dat ze de geborgenheid terug willen. Mensen verlangen terug naar het echte samenzijn. Zo’n project is een mooi voorbeeld van Mensen voor Gebouwen. We hebben onze voelsprieten in de maatschappij en stemmen onze producten daarop af.’ Hij vertelt trots over het hospice dat Stout op Goeree-Overflakkee heeft gebouwd. ‘We vinden het mooi om te werken aan projecten die van toegevoegde maatschappelijke waarde zijn. Je merkt dat de mensen die aan zo’n project werken een stapje extra zetten.’
Bouwopgave
De Nederlandse bouwbranche staat voor een enorm uitdagende opgave. Er is een gebrek aan betaalbare woningen, onder andere als gevolg van een gebrek aan bouwlocaties. ‘Als we een inhaalslag willen maken, zal de overheid de omstandigheden en randvoorwaarden moeten scheppen om te gaan bouwen. Het is soms lastig een nieuw project te starten. Er is geen éénduidigheid in het beleid en de wensen van de landelijke overheid en de provincies en gemeenten. Dat frustreert de woningbouw.’ Een ander issue is de stijgende bouwkosten. ‘Die zijn dusdanig hoog, dat er een prijs voor de woning ontstaat die de mensen niet meer kunnen betalen. Het effect is dat de koper minder vierkante meters krijgt om maar onder een bepaald prijsplafond te blijven. Je kunt je afvragen of dat een goede ontwikkeling is.’ En het wordt nog erger: ‘Door de Wet Kwaliteit Bouwen en aangescherpte milieueisen worden de woningen alleen nog maar duurder.’ Hokke zou graag zien dat de landelijke overheid de regie neemt en met beleid komt waarbij bouwlocaties worden aangewezen en procedures worden bekort. ‘We lopen regelmatig aan tegen een woud van regels en tegengestelde belangen tussen de overheid, provincie, gemeenten en belanghebbenden. Waardoor het heel lastig is om op korte termijn te gaan bouwen. We hebben als bouwsector echt behoefte aan een daadkrachtige minister van Wonen.’
Draagvlak
Er is veel vraag naar verschillende, nieuwe woontypen, onder meer door de vergrijzing en het groeiend aantal eenpersoonshuishoudens. ‘Als ontwikkelaars en bouwers moeten we meer rekening houden met die veranderende vraag en typologieën. Het makkelijkste wat er is, is rijwoningen bouwen. Maar daar los je de problemen op de woningmarkt niet mee op. Als Stout proberen we bij onze bouw- en ontwikkelprojecten aansluiting te houden met de ontwikkelingen in de maatschappij. Om te zorgen dat doorstroming op gang komt, en mensen waarvan de kinderen bijvoorbeeld uit huis zijn ook kunnen verhuizen naar een woning die past bij hun nieuwe levensfase.’ Hokke heeft een kritische noot richting de politiek. ‘Onlangs was er een discussie tussen de gedeputeerde van een provincie en minister Hugo de Jonge, die op tv werd uitgevochten. Dan denk ik: dat helpt niet mee om de woningschaarste op te lossen. Het zou fijn zijn als er draagvlak en éénduidigheid is en we allemaal hetzelfde vinden en doen. Waardoor het voor ontwikkelaars en bouwers helder is waar we aan toe zijn.’ Hij is kritisch op de nieuwe Omgevingswet. ‘Je moet wel zorgen dat de snelheid in de besluitvorming blijft. Van inspraak worden plannen vaak beter. Omwonenden komen vaak met goede suggesties. Maar uiteindelijk kun je het niet iedereen naar z’n zin maken. In mijn beleving gaat het bezwaar soms wel te ver.’
Conceptueel bouwen
Acht jaar geleden heeft Stout de eerste stappen gezet op het gebied van conceptueel bouwen, met het Stout HUISmerk. ‘Dat had tot doel om een betaalbare woning te bouwen. De plattegrond van de woning is uitgedacht en staat vast. De buitenkant, de architectuur en uiterlijke verschijning, is wél flexibel. Dat het een Stout HUISmerk is, zie je alleen aan de binnenkant,’ vertelt Hokke. Het is allemaal kostenefficiënt geëngineerd. Iedereen weet precies wanneer hij op de bouwplaats nodig is. Dat maakt het efficiënt in zowel de kosten als het bouwproces.’ Het concept biedt alle ruimte voor de eigen identiteit van de woning en dat willen opdrachtgevers graag. Dat maakt het uniek ten opzichte van andere aanbieders. Het Stout HUISmerk is beschikbaar in alle woontypen, van tweekapper en vrijstaand tot senioren- of starterswoningen en appartementen. ‘Voor elke doelgroep hebben we een concept.’Inmiddels is het concept doorontwikkeld en hebben we een houten variant en één speciaal voor de corporatiesector. Bij het Stout HOUTmerk is het betonnen casco vervangen door een houten casco en kunnen biobased en circulaire materialen worden ingezet. Conceptueel bouwen versnelt de voorbereiding en besluitvorming die nodig is voor de bouwopgave, vertelt Hokke. ‘Corporaties hebben prestatieafspraken met de overheid gemaakt. Met ons Stout HUURmerk kunnen we ze daarbij helpen. De corporaties hebben zogenoemde PMC’s (product markt combinaties), waarbij ze voor de verschillende doelgroepen de wooneisen omschrijven. Daar laten we ons Stout HUURmerk op aansluiten. We hebben de verschillende woningtypen klaarliggen, ín ons betaalbare concept. Met alle eisen qua indeling, installaties en duurzaamheid afgestemd op de corporaties, waardoor het bouwproces en de bouwtijd aanzienlijk sneller gaan dan bij een traditioneel bouwproject.