Op 13 en 14 mei is de 50ste VriendenLoterij Nationale Molendag. Meer dan 800 molens openen hun deuren voor het publiek. En op veel plekken worden extra feestelijke activiteiten georganiseerd. ‘Je vindt hier alles voor een machtige belevenis.’
‘De geuren, de geluiden, de oude techniek: een molen prikkelt al je zintuigen’
Molens bekijken? Voor het leeuwendeel van de buitenlandse toeristen geldt het als een van de hoogtepunten van een bezoek aan ons land. Wat voor hen een feest van verwondering is, lijkt voor ons een vanzelfsprekendheid waaraan we te weinig aandacht besteden. En dat is jammer, zegt Luuk van Term van De Hollandsche Molen, de belangenvereniging van alle nog werkende wind- en watermolens in Nederland: ‘Vaak zie je door de ogen van buitenlanders hoe bijzonder je eigen land eigenlijk is. En molens zijn écht bijzonder. Niet alleen omdat ze het verhaal vertellen hoe Nederland groot is geworden, denk alleen al aan het gebruik van molens bij het inpolderen van nieuw land. Maar ook omdat het plekken zijn waar al je zintuigen worden geprikkeld.’ Wie ooit in een werkende molen is geweest, zegt Van Term, weet precies wat hij bedoelt: ‘De geuren, de geluiden, de oude techniek… Hoe je de molen voelt schudden als hij draait… Dat is telkens weer enorm indrukwekkend. Voeg daar de enthousiaste verhalen van de molenaar aan toe en je hebt alle ingrediënten voor een machtige belevenis.’
Extra feestelijk
Voor wie het zelf wil meemaken: deze maand is weer het belangrijkste molenevenement van Nederland. Tijdens de VriendenLoterij Nationale Molendag, op 13 en 14 mei, zijn honderden oude wind- en watermolens open voor bezoek. Van Term: ‘Het is de 50ste Nationale Molendag. De Hollandsche Molen organiseerde het evenement voor het eerst in 1973, toen de vereniging vijftig jaar bestond. Dit jaar vieren we onze 100ste verjaardag. Wat dus reden is voor een extra groot feest, samen met Het Gilde van Molenaars.’ Ruim 800 molens zullen open zijn voor het publiek. En veel molenaars organiseren extra feestelijke activiteiten (zie kader). Er zijn volgens Van Term nog ongeveer 1.200 molens in Nederland, in allerlei soorten en maten én functies. Van kleine ‘spinnenkoppen’ tot grote stellingmolens, van houten standerd- en wipmolens tot achtkante grondzeilers en ronde stenen molens. Van Term: ‘Dat molens graan kunnen malen en water kunnen verplaatsen is iets wat veel mensen wel weten. Maar molens malen ook mosterd, pigment en zelfs krijt, kunnen olie slaan en hout zagen. Elke molen is uniek en heeft zijn eigen verhaal.’
Molenaars met passie
De 1200 molens zijn oer-Hollandse monumenten die ook echt in beweging moeten zijn om ze te bewaren voor de toekomst. ‘Veel mensen realiseren zich niet wat er voor nodig is om ze te laten draaien,’ zegt Van Term. ‘Er zijn zo’n tweeduizend vrijwillige molenaars die een opleiding hebben gevolgd om ze te mogen bedienen.’ Wie hun passie deelt, kan zich aanmelden bij Het Gilde van Molenaars. Van Term: ‘Een beperkt aantal molens is geschikt als opleidingsmolen. Bij Het Gilde kijken ze welke molen bij jou in de directe omgeving in aanmerking komt.’ Geen zin in een opleiding en toch een steentje willen bijdragen? ‘Er zijn altijd enthousiastelingen nodig,’ zegt Van Term. ‘Als molengids, als vrijwilliger in educatieteams of in molenwinkels waar meel, mosterd, olie en meer molenproducten worden verkocht.’ Dankbaar werk noemt Van Term het: ‘Je draagt eraan bij dat molens een integraal onderdeel blijven van onze samenleving. Ze zijn dan geen Nederlandse vinding, maar ze zijn wel een deel van onze identiteit. Zelfs onze taal zit vol met spreekwoorden en gezegden die ernaar verwijzen.’
Het Nederlands Openluchtmuseum heeft ze al eens op een rijtje gezet. Misschien wel de mooiste: ‘Wie het eerst komt, het eerst maalt’, met als uitleg: ‘Vroeger stond je bij de molen in de rij op je beurt te wachten tot het graan door de molenaar gemalen kon worden. Was je als eerste, dan werd jouw graan als eerste gemalen. Betaalde je de molenaar vervolgens met graan, dan had deze koren op zijn molen. Hij had klandizie, het zat ’m mee, het was in zijn voordeel.’
Kom naar de molen – Hier moet je zijn !