Succesvol beginnen met beleggen, begint bij een eerste inzicht in de manieren waarop u dat kunt doen. Passief of actief? Of kies je liever voor dividend in plaats van te focussen op koerswinsten? En natuurlijk de vraag: ga je zelf aan de slag of laat je een professional de beleggingsportefeuille beheren?
Vaak aangehaald als misschien wel de bekendste beleggingsstrategie is het zogenaamde buy-and-hold beleggen. Dit is een passieve beleggingsmethode voor de lange termijn: de beleggingen die je koopt, houd je zo lang mogelijk vast (denk in elk geval aan periode van minimaal tien jaar). Idee erachter is dat koersen op de korte termijn bijna altijd tussentijdse schommelingen vertonen, maar over een langere periode vrijwel altijd stijgen. Zaak is dan wel om niet af te wijken van de strategie. En dat betekent: niet in paniek raken als de koersen dalen, maar ook niet te snel uw winst willen pakken. En voorkomen dat je met tussentijdse onttrekkingen rendement misloopt.
Actief beleggen
Een actieve vorm van beleggen is de strategie van ‘buy low, sell high’, ook wel groeibeleggen. In een markt die je actief volgt, koop je aandelen die naar jouw inzicht ondergewaardeerd zijn. Als de koers stijgt, verkoop je weer. Tegenover de hoge rendementen die je daarmee kunt halen, staan evengoed hoge risico’s. Want zijn die aandelen nou werkelijk ondergewaardeerd en gaat de koers niet toch nog verder naar beneden?
Bij beleggen hoeft niet alle aandacht gericht te zijn op koerswinsten. Je kunt ook kiezen voor dividendbeleggen. Bij dit minst risicovolle beleggingsinstrument haal je als aandeelhouder je rendement uit de winstuitkering van bedrijven. Aandelen met een hoog dividend kunnen zorgen voor een telkens terugkerend maandelijks inkomen uit dividend. Het uitgekeerde dividend kun je herinvesteren met een oplopend rendement (rente op rente) als inzet. Bij deze strategie wordt aangeraden om te kiezen voor een gespreide beleggingsportefeuille. Als het ene bedrijf op zeker moment geen dividend uitkeert omdat winst is uitgebleven, herstel je dat met de aandelen uit een ander bedrijf dat wel dividend uitkeert.
Belangrijkste vuistregel
Verdiep je je verder in beleggingsstrategieën, dan zul je talrijke variaties op de actieve en passieve methoden tegenkomen, vaak ook onder andere namen. De belangrijkste vuistregels moet je in elk geval niet uit het oog verliezen: beleg alleen met geld dat je nu niet nodig hebt én houd vast aan een vooraf opgestelde limiet. Beleggen kun je zelf doen, maar je kunt er ook voor kiezen om een ander het voor je te laten doen. Actief onderzoek, het volgen van de bedrijven waarin je investeert en begrip van de markten kost tijd. De fondsbeheerders van vermogensbeheerders zitten er bovenop. Het is minder spannend dan zelf een portfolio samenstellen, maar geeft aan de andere kant ook weer rust en ruimte voor andere je hobby’s.
Beleggen kost tijd, actief onderzoek en begrip van de markten.
Actief onderzoek, het volgen van de bedrijven waarin je investeert, kost tijd.
Vermogen in box 3
Vanaf 2026 komt er een nieuw stelsel voor box 3, waarbij het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de tussenliggende jaren werkt het kabinet met een tijdelijke oplossing. Deze gaat uit van het vermogen dat iemand echt heeft. De aanslag is gebaseerd op de werkelijke verdeling van het spaargeld, de beleggingen en de schulden die iemand heeft.
Bij de belastingheffing hanteert de Belastingdienst de rendementspercentages die dicht bij de echte percentages voor sparen en beleggen liggen. Voor spaargeld is dit in 2023 0,01%; voor beleggingen (aandelen, tweede huis e.d.) 5,53%; voor schulden 2,46%. Voor de aftrekbare schuld geldt een drempel van € 3200. Het heffingsvrije vermogen voor 2023 bedraagt € 50.650 (€ 101.300 bij een fiscale partner). De hoogte van de uiteindelijke aanslag is dus afhankelijk van de mix tussen spaargeld en beleggingen.