Fossielvrije verpakkingen zijn essentieel voor een volledig circulaire economie, die in 2050 een feit moet zijn. TNO heeft aangetoond dat dit doel met verschillende circulaire strategieën kan worden gehaald.
De Nederlandse overheid wil in 2050 de hele economie laten draaien op herbruikbare grondstoffen. En al in 2030 moet de economie voor 50 procent circulair zijn. Deze doelstellingen zijn glashelder. Toch moet er heel wat gebeuren om deze ambitieuze mijlpalen te halen. Dat geldt alleen al op het gebied van verpakkingen. Sterker nog, uit onderzoek van TNO blijkt dat de vraag naar plastic consumentenverpakkingen zonder actie zal stijgen, met 17 procent.
62 procent minder CO2, 67 procent minder nieuw materiaal
Nu zijn er verschillende circulaire strategieën die een economie met fossielvrije verpakkingen dichterbij moeten brengen. TNO heeft onderzoek gedaan naar de impact van vier van deze strategieën, zegt Esther van den Beuken, principal consultant Circulaire Plastics van TNO. ‘Dat zijn hoogwaardige verwerking, vermindering, verlenging van de levensduur en materiaalvervanging. Uit ons onderzoek komt dat het inzetten van deze strategieën leidt tot veel winst. Zo kunnen broeikasgasemissies met 62 procent worden verminderd. Daarnaast kunnen 67 procent minder nieuwe materialen nodig zijn.’
Aanvullend beleid noodzakelijk
Het goede nieuws: deze sterke materiaalreductie is niet alleen ambitieus, maar ook haalbaar. ‘We hebben gekeken naar wat realistisch is. Maar de percentages kunnen alleen worden gehaald als de verschillende strategieën complementair worden toegepast. Dus niet of-of, maar en-en.’ Toch is aanvullend beleid noodzakelijk om een fossielvrij verpakkingssysteem te realiseren. Want 67 procent is nog niet voldoende. ‘Daarom stellen we voor alternatieve grondstoffen in te zetten, zoals biomassa – denk aan biobased plastics zoals PLA en PEF – en CO2 uit koolstofafvang’, zegt Van den Beuken.
Samenwerken voor een circulaire economie
TNO denkt dat de combinatie van al deze circulaire strategieën kan leiden tot het behalen van het einddoel in 2050. Wat voor die strategieën geldt, en-en, geldt ook voor de betrokkenen. ‘Er is niet één partij die volledig fossielvrije verpakkingen in z’n eentje voor elkaar krijgt. Je hebt de industrie nodig, de overheid, de kennisinstellingen én de consumenten. Alleen door samen te werken is deze transitie mogelijk.’