Nederland vergrijst en we willen met z’n allen zo lang mogelijk veilig mobiel blijven. Dat gaat gelukkig vaak heel goed, maar helaas zien we ook in de verkeersveilig- heidscijfers dat senioren vaak betrokken zijn bij ongevallen. Dit komt niet omdat senioren onveiliger fietsen, maar omdat de gevolgen van een ongeval bij senioren vaak ernstiger zijn dan bij jongere mensen.
Nederland ontgroent en vergrijst. De gevolgen van minder jongeren en meer ouderen zien we terug in heel veel onderdelen van de samenleving: op de arbeidsmarkt, in de zorg, maar bijvoorbeeld ook op de weg. Volgens cijfers van het CBS is het autobezit in de leeftijdsgroep van 75 jaar of ouder in tien jaar tijd met een derde gestegen. Bovendien legt deze groep meer kilometers per persoon af dan voorheen. Niet zo heel vreemd, want het betreft hier ondernemende ouderen die reislustig en gemiddeld fitter en welvarender zijn dan de generaties voor hen. Ze staan nog midden in het leven. Het overgrote deel wil mobiel blijven, om spontaan te kunnen doen waar ze zin in hebben. Het ‘oud’ van nu, is kortom, ánders oud.
Aandeel ouderen
De vergrijzing zien we ook terug in de recente ongevallenstatistieken van het CBS. Vorig jaar kwamen 582 mensen om bij een verkeersongeval. Dat is 4,6 procent minder dan in 2020 en het laagste aantal sinds 2015. Het is zelfs, ondanks de groei van de bevolking, een halvering ten opzichte van 2000. Maar wat vooral opvalt, is het grote aandeel ouderen in de cijfers. De helft van de verkeersdoden is 60 jaar of ouder.
Het verkeer verandert
Binnen het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 is er expliciet aandacht voor de oudere weggebruiker. Nederland heeft de ambitie om in 2050 uiteindelijk op nul verkeersslachtoffers uit te komen. Dat is natuurlijk een mooi streven, maar is het haalbaar? De zogenoemde Verkeersveiligheidscoalitie, een samenwerkingsverband van tientallen verkeersveiligheidspartijen, waaronder Veilig Verkeer Nederland, vindt het te vrijblijvend en roept op om van verkeersveiligheid een nationale prioriteit te maken. Ondertussen verandert het verkeer en komen er nieuwe soorten weggebruikers bij. Denk aan flits- en maaltijdkoeriers op e-bikes en bezorgers met elektrische bestelbusjes. Dit kan zorgen voor extra verkeersdrukte.
De toenemende verkeersdrukte zorgt ervoor dat ruim één op de drie ouderen zich weleens onveilig voelt in het verkeer.
Fysieke grenzen
Voor oudere weggebruikers zijn de gevolgen van een ongeval vaak ernstiger, omdat hun fysieke gesteldheid minder is. Een ongeval zit bovendien in een klein hoekje. Hoe kwiek je op latere leeftijd ook nog kunt zijn, je gehoor, zicht en reactievermogen zijn hoe dan ook achteruitgegaan. ‘Veilige verkeersdeelname’ betekent, juist voor deze weggebruikers, je altijd bewust zijn van je fysieke grenzen en daar rekening mee houden. Bijvoorbeeld door een ander vervoermiddel te kiezen of hulpmiddelen, zoals een fietshelm, achteruitkijkspiegel, lage instapfiets, of dikkere banden, te gebruiken.
Hoe goed ken je de (nieuwe) verkeersregels? Doe de VVN Opfriscursus!
Verkeersregels veranderen, wegen worden drukker en er verschijnen nieuwe vervoersmiddelen in het straatbeeld. De kennis van verkeersregels zakt na verloop van tijd weg. Zo blijkt uit de VVN Opfriscursus dat 52% van de verkeersdeelnemers niet weet wat de maximumsnelheid is in een woonerf. Ook weet een kwart van de weggebruikers niet hoe hard je mag rijden op een rijbaan met een groene streep. Benieuwd hoe goed jouw kennis van de (nieuwe) verkeersregels is? Met de online VVN Opfriscursus kun je je verkeerskennis gratis testen. www.vvn.nl/opfriscursus