Genezing voor allerlei erfelijke ziekten dankzij gentherapie en diervriendelijk kweekvlees in de supermarktschappen. Volgens Annemiek Verkamman, managing director van HollandBIO, staan we aan de vooravond van nieuwe grote doorbraken in de life sciences-sector. Ze vertelt waar we nu staan, wat we kunnen verwachten én wat daarvoor nodig is.
Hoe ziet de Nederlandse life sciences-sector er op dit moment uit?
“Met rond de 500 biotechbedrijven en meer dan 40.000 fte vormt de Life Sciences een sector van betekenis voor de Nederlandse economie. Bekende Nederlandse koplopers zijn Galapagos, Genmab en Janssen – richtinggevende wereldleiders op gezondheidsgebied. Of denk aan DSM, dat in Delft een grote biotechcampus heeft neergezet. Ten slotte is Nederland wereldleider in biotech die zich op planten richt. Dat komt natuurlijk door onze wereldbefaamde universiteit in Wageningen, die op zichzelf ook weer innovatie aantrekt. Zoals de Innovation Hub van het World Economic Forum, of Seed Valley, waar toonaangevende bedrijven zitten die zich toeleggen op het verbeteren van planten.”
Wat is jullie rol als HollandBIO?
“Wij zijn de belangenvereniging van meer dan 225 biotechnologiebedrijven in Nederland. Ons doel is dat deze bedrijven maximaal kunnen bijdragen aan een gezonde en duurzame samenleving. Concreet streeft HollandBIO ernaar obstakels die biotechbedrijven hinderen, uit de weg te ruimen. Hoe krijg je bijvoorbeeld de enorme hoeveelheid kennis van de Nederlandse universiteiten naar praktische toepassing bij Nederlandse bedrijven? En welke wet- en regelgeving staat een snelle en brede beschikbaarheid van biotech innovaties in de weg? Die obstakels wegnemen is niet altijd gemakkelijk, en is vaak een kwestie van de lange adem. Zo hebben we na een intensieve samenwerking met stakeholders en de overheid gezorgd voor soepeler vergunningverlening voor klinisch onderzoek in Nederland naar cel- en gentherapie en vaccins. Ons werk bestaat voor een groot deel uit het slechten van dit soort barrières, zodat we uiteindelijk bijdragen aan het tot volle bloei laten komen van de Nederlandse life sciences-sector.”
Wat zijn in uw ogen grote recente life sciences-successen?
“Het was een jaar geleden ondenkbaar dat we op dit moment al meerdere goedgekeurde en effectieve coronavaccins tot onze beschikking hebben. Waar de doorbraak van mRNA-vaccins in eerste instantie leek te komen bij de behandeling van kanker, blijkt deze technologie gelukkig ook zeer geschikt tegen infectieziekten zoals het coronavirus. In het verlengde daarvan is er ook een mooi voorbeeld van eigen bodem, met de vaccintechnologie van de Leidse ontwikkelaar Janssen. Deze innovatieve technologie is eerder ingezet voor de bestrijding van ebola en hiv, maar vormt nu ook de basis voor een vaccin tegen het coronavirus. Een ander mooi voorbeeld zijn de verschillende toepassingen die bedrijven in Nederland nu ontwikkelen en inzetten om het aantal dierproeven te verminderen, zoals een proefdiervrij alternatief voor chemische veiligheidstesten. Een laatste voorbeeld uit een heel andere hoek, de landbouw, is te vinden in de ontwikkeling van een nieuw soort banaan door onder andere biotechbedrijf KeyGene. De banaan die we nu vaak consumeren, staat onder druk van een ziekte die zich wereldwijd snel verspreidt. KeyGene helpt mee in de zoektocht naar het ontwikkelen van een bananensoort die daar resistent tegen is.”
Van verleden en heden naar toekomst. Hoe ziet de sector er in 2030 uit?
“We hopen dat die dan is verdubbeld ten opzichte van 2015. Dat betekent dat we in totaal ruim € 7 miljard aan bbp en ruim 70.000 fte bijdragen aan de Nederlandse economie. Dat is niet alleen onze ambitie, maar Nederland is ook goed gepositioneerd om uit te groeien tot de biotech hub van Europa. Met die groei geven we niet alleen onze economie, maar ook gezondheid en duurzaamheid een boost. Zo is het in 2030 mogelijk om van iedere patiënt een persoonlijk DNA-profiel te maken op basis waarvan we precies de juiste behandeling van een ziekte selecteren. Ook kan in 2030 de Nederlandse consument in de supermarkt kiezen voor kweekvlees van eigen bodem, oftewel echt vlees, gemaakt uit dierlijke cellen. Er is geen enkel dier nodig voor dit vlees, dat daardoor een bijdrage levert aan de oplossing van het stikstofprobleem. En Nederland is dan nog steeds de op een na grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld, maar nu geholpen door gewassen die goed blijven gedijen in een veranderend klimaat. En op deze manier kan ik nog wel even doorgaan met voorbeelden van het maatschappelijke belang van biotechnologie. Daarmee begint de Life Sciences-sector steeds meer op de watersector te lijken: met technieken waarmee we ons land beter hebben gemaakt, trekken we de wijde wereld in.”
Wat is ervoor nodig om dat allemaal te bereiken?
“Consequent en stabiel overheidsbeleid is essentieel. Onderzoeks- en ontwikkeltrajecten – of dat nu voor vaccins, geneesmiddelen, planten of kweekvlees is – zijn namelijk heel lang, risicovol en kostbaar. Toepassingen uit biotechnologie hebben op dit moment al een effect, denk aan insuline of behandelingen tegen kanker, maar het grootste deel van de opbrengsten ligt nog voor ons. Daarom is het zo belangrijk dat we komen tot een langetermijnvisie op het stimuleren van de sector en het snel omarmen van innovaties. De doorslaggevende slagingsfactor daarbij is dat we onze (kennis)infrastructuur van wereldklasse beter benutten. Nederlandse wetenschappers en ondernemers hebben toonaangevende kennis en inzichten, maar slagen er vaak nog niet in om hun ideeën om te zetten in concrete toepassingen. Wij moeten hen in staat stellen hun uitvindingen zo goed en snel mogelijk uit het lab te krijgen, naar de maatschappij. Daarnaast kunnen we drempels verminderen door wet- en regelgeving voor innovaties meer in te laten spelen op toekomstige ontwikkelingen. Een gebied waar dat nu spaak loopt is bijvoorbeeld bij cel- en gentherapie, waarmee we ziektes zoals kanker beter kunnen behandelen. Er zijn zelfs hoopgevende signalen dat we met die techniek bepaalde ziektes definitief kunnen genezen, fantastisch nieuws natuurlijk! Maar hoe beoordeel je als overheid zo’n op een individu toegespitste behandeling, wat vinden we dat als maatschappij waard en hoe kun je daar afspraken over maken met ontwikkelaars?”
Waarvan gaat de gemiddelde Nederlander het meest merken in de komende jaren?
“We staan aan echt de vooravond van een doorbraak van tal van hoogtechnologische innovaties. Denk hierbij aan nieuwe geneesmiddelen, waarvan ik gentherapie een mooi voorbeeld vind van wat biotechnologie allemaal vermag. Kort gezegd kun je met gentherapie het DNA van iemand met een erfelijke aandoening repareren. Dit kan dus genezing voor tal van ziekten gaan betekenen. Ook op andere vlakken gaan mensen de toegevoegde waarde van biotechnologie merken. Bijvoorbeeld doordat ze in de supermarkt kunnen kiezen voor kweekvlees of voor duurzame gewassen die bijdragen aan een beter klimaat en dierenwelzijn. Zo zetten we techniek dus in om uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en gezondheid het hoofd te bieden.”
Voor meer informatie over Holland Bio bezoek de website