Het groeiend aantal kinderen dat op dit moment wordt getroffen door afschuwelijk oorlogsgeweld is schrikbarend. War Child wil deze kinderen een veilige plek geven.
‘Kinderen in oorlog moeten zo snel mogelijk die nare ervaring verwerken’
Wereldwijd zijn er 230 miljoen kinderen die opgroeien met de gevolgen van oorlog. Een schokkend aantal, dat nog altijd groeit. Voor kinderen in Gaza, Oekraïne of Soedan is iedere dag opnieuw een harde confrontatie met de werkelijkheid. Het brute oorlogsgeweld in de wereld maakt dat War Child nog daadkrachtiger aan de slag gaat. ‘Ik doe dit werk al 20 jaar en heb de situatie nog nooit zo schrijnend gezien’, aldus Ernst Suur, directeur van War Child. ‘Wij maken ons met name zorgen over de psychische en emotionele consequenties van de oorlog. We willen dat kinderen zo snel mogelijk die nare ervaringen verwerken, zodat ze de oorlog niet hun leven lang met zich meedragen. Daar hebben we hulpprogramma’s voor die wetenschappelijk bewezen zijn.’
Een nieuwe start
De hulp is niet er alleen voor kinderen in oorlogssituaties, maar eveneens voor hun ouders, verzorgers en leerkrachten – zij moeten óók hun traumatische ervaringen verwerken, zodat ze steun kunnen bieden aan het kind. ‘Voor kinderen zit er in die hulpprogramma’s altijd iets van creativiteit, bijvoorbeeld tekenen en muziek maken. En we doen veel vertrouwensspellen, zodat ze weer vertrouwen in zichzelf én in anderen krijgen. Ook speelt beweging een grote rol, je ziet dat kinderen over de hele wereld uiteindelijk altijd mee gaan doen aan sportactiviteiten.’
War Child biedt kinderen in oorlog een nieuwe start. Een plek waar ze weer even kind kunnen zijn en leren omgaan met hun angst, verdriet en boosheid. War Child schakelt hiervoor lokale hulpverleners in. ‘We hebben steun nodig om deze professionals op te kunnen leiden. We kunnen die vreselijke oorlogen niet stoppen, maar met onze programma’s zorgen we ervoor dat kinderen zich zo snel mogelijk in hun hoofd en buik weer veilig voelen. Je ziet dat kinderen die een oorlog meemaken ’s nachts vaak geen oog dicht doen. Áls ze eindelijk slapen, nemen nachtmerries het over. We willen dat kinderen ’s ochtends kunnen opstaan zoals kinderen hóren op te staan: zorgeloos en met zin in de nieuwe dag. Samen geven we ze een veilige plek en dat is harder nodig dan ooit.’